Mogelijke sancties voor sociale huurders
Aanpak domiciliefraude en draaiboek
In artikel 6.20, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW) worden de verplichtingen van de sociale huurder opgesomd. Een inbreuk op de bepalingen vervat in 1°, 2° en 3° van dit artikel wordt omschreven als domiciliefraude.
Wat zijn de verplichtingen die kunnen leiden tot domiciliefraude?
- De huurder moet in de sociale huurwoning zijn hoofdverblijfplaats hebben en er gedomicilieerd zijn.
- De huurder mag alleen toestaan dat een persoon zijn hoofdverblijfplaats in de sociale huurwoning vestigt als de bijwoonst niet leidt tot een onaangepaste woning of een woning die niet voldoet aan de minimale bezettingsnormen (art. 3.1, §1, vierde lid VCW). Hij dient die bijwoonst steeds te melden aan de verhuurder.
- De huurder mag alleen toestaan dat zijn echtgenoot, wettelijke samenwoner of feitelijke samenwoner in de sociale huurwoning komt inwonen als ze samen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden en als de bijwoonst niet leidt tot onaangepaste woning of een woning die niet voldoet aan de minimale bezettingsnorm.
Als de bovenvermelde verplichtingen niet worden nagekomen, dan riskeert de sociale huurder een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden of een werkstraf met een maximale duur van 250 uren of met een geldboete van 26 tot 500 euro. Toezichthouders hebben hiervoor de bevoegdheid van officier van de gerechtelijke politie.
Afdeling Toezicht ontwikkelde een draaiboek voor de woonmaatschappijen rond de aanpak van domiciliefraude door sociale huurders.
Daarin staat op welke manieren een woonmaatschappij kan optreden in het geval van een vermoeden of vaststelling van domiciliefraude. Het draaiboek reikt een aantal procedures aan en beschrijft hoe de afdeling Toezicht van Wonen in Vlaanderen de woonmaatschappijen verder kan ondersteunen of begeleiden.
Woonmaatschappijen kunnen het draaiboek raadplegen op de afgeschermde pagina onder verhuren.
Resultaten acties in het kader van domiciliefraude
De resultaten zijn terug te vinden in de verschillende jaarrapporten van de afdeling Toezicht. Vanaf het werkjaar 2016 is dit rapport geïncorporeerd in het jaarverslag van het agentschap Wonen in Vlaanderen.
Afdeling Toezicht voerde voor de jaren 2021 en 2022 een onderzoek uit naar het resultaat van haar ondersteuningsopdracht, nl. “droeg de ondersteuning bij tot de vaststelling van domiciliefraude?”.
U kan het volledige rapport van dit onderzoek raadplegen op de afgeschermde pagina onder verhuren.