Sociale huurders die hun verplichtingen niet naleven, riskeren een administratieve geldboete.

De procedure is gradueel opgebouwd om de sociale huurder de kans te geven de situatie te regulariseren.

• de toezichthouder moet de huurder schriftelijk in gebreke stellen en aanmanen de verplichting binnen een bepaalde termijn na te komen;
• bij verder verzuim kan een boete worden opgelegd tussen 25 en 5.000 euro;
• de betrokken huurder kan vervolgens de boete betwisten of een verzoek om kwijtschelding, vermindering of uitstel van betaling indienen, hij kan daarbij vragen om gehoord te worden;
• beroep is ook mogelijk bij de burgerlijke rechtbank;
• bij wanbetaling is gedwongen invordering via dwangbevel mogelijk.

Aan huurders die hun toestand geregulariseerd hebben, kan in principe geen administratieve boete meer worden opgelegd.

Uitzondering: In bepaalde gevallen (domiciliefraude en leefbaarheid) kan ook een administratieve geldboete worden opgelegd, ook al is de inbreuk beëindigd. Het huurcontract mag dan wel niet opgezegd zijn door de verhuurder.

Om de volledige procedure te doorlopen kan er heel wat tijd over gaan, door de uitgebreidheid met bijhorende termijngebonden deelstappen. Daarom opteren sommige verhuurders bij zware inbreuken voor de eigen sanctiemogelijkheid, namelijk de opzeg van de huurovereenkomst.

Een toezichthouder kan een van volgende administratieve maatregelen opleggen aan de huurder van een sociale huurwoning als die de voorwaarden niet naleeft of zijn verplichting niet nakomt:

1. De stopzetting of de uitvoering of het opleggen van werken, handelingen of activiteiten
2. Het verbod op het gebruik van installaties, toestellen of houden van dieren, als die overmatige hinder veroorzaken.

Die administratieve maatregelen is er om de inbreuk te beëindigen, de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken of herhaling te voorkomen.

Een huurder kan strafrechtelijk vervolgd worden in het kader van domiciliefraude of wanneer het toezicht in het kader van sociale huur verhinderd wordt.