Gedaan met laden. U bevindt zich op: Kinderopvang voor baby’s en peuters en tewerkstelling in Vlaanderen Bijdragen van het kennisplatform

Kinderopvang voor baby’s en peuters en tewerkstelling in Vlaanderen

Blogbericht
4 juli 2023

Een toereikend en betaalbaar kwalitatief aanbod aan kinderopvang kan ouders helpen om stappen op of naar de arbeidsmarkt te zetten. In deze bijdrage wordt gekeken naar de link tussen formele kinderopvang  voor baby’s en peuters en tewerkstelling in Vlaanderen. Werk blijkt de belangrijkste reden om een beroep te doen op formele kinderopvang. Vooral bij moeders heeft opvang een positief effect op tewerkstelling. Beperkte openingsuren van de opvang en een gebrek aan opvangplaatsen kunnen het gebruik van formele kinderopvang bemoeilijken.

Formele en informele kinderopvang

In Vlaanderen bestaat formele kinderopvang voor baby’s en peuters uit gezinsopvang en groepsopvang. Het Agentschap Opgroeien is bevoegd voor het implementeren en opvolgen van het beleid met betrekking tot de formele kinderopvang in Vlaanderen. Daarnaast kunnen ouders ook gebruik maken van informele kinderopvang. Daarmee bedoelen we opvang door grootouders, familie, vrienden of kennissen, au pair, … De opvang wordt ingezet omdat de ouders aan het werk zijn, werk zoeken, een opleiding volgen, … en niet om bijvoorbeeld te babysitten tijdens een avondje uit.

Focus van het onderzoek

Het onderzoek werd uitgevoerd door IDEA Consult in samenwerking met HIVA. Het had meerdere doelen:

  • Het profiel in kaart brengen van gebruikers en van niet-gebruikers van kinderopvang in Vlaanderen op basis van databankanalyse.
  • De drempels bij niet-gebruikers van kinderopvang in kaart brengen met bijzondere focus op de kwetsbare doelgroep van personen in kansarmoede.
  • Inzicht verwerven in de impact van het gebruik van kinderopvang op de werk- en inkomenssituatie van gezinnen in Vlaanderen.
  • Potentiële financiële en niet-financiële terugverdieneffecten van kinderopvang in Vlaanderen exploreren.

Belangrijke link tussen het gebruik van formele kinderopvang en tewerkstelling van de ouders

95,5% van de gebruikers van formele kinderopvang geeft aan dat zij vooral een beroep doen op dit aanbod omdat zij (en/of hun partner) werken. Dit toont zich ook in de socio-economische positie van gebruikers van formele kinderopvang. 65% van de gebruikers van kinderopvang zijn tweeverdienersgezinnen (vs. slechts 23,6% van de niet-gebruikers en 27,6% van de partiële gebruikers). Werkende moeders die gebruik maken van formele kinderopvang werken vaker voltijds (37,3%) dan werkende moeders die geen beroep doen op formele kinderopvang (28,1%).

Het gebruik van formele kinderopvang gaat gepaard met een minder sterke daling in het gemiddeld gezinsinkomen na de geboorte van een kind dan bij gezinnen die geen gebruik maken van formele kinderopvang – al worden de kinderopvangkosten voor gezinnen die gebruik maken van kinderopvang hier nog niet afgetrokken.

Ook geeft de grote meerderheid van de gebruikers van formele kinderopvang aan dat zij dankzij formele kinderopvang kunnen gaan werken, meer dan de helft van de gebruikers geeft aan dat zij hun carrière beter kunnen uitbouwen, en bijna de helft dat zij meer uren kunnen gaan werken.

Formele kinderopvang leidt tot meer gendergelijkheid op de arbeidsmarkt

De impact van kinderopvang op de tewerkstelling van de ouders manifesteert zich voornamelijk bij de moeders. Kinderopvang draagt zo bij aan meer gendergelijkheid op de arbeidsmarkt.

Gebruikers van formele kinderopvang zijn vaker werkend dan niet-gebruikers, maar het verschil in het aandeel werkenden is veel groter bij moeders dan bij hun partner. Gebruikers van formele kinderopvang werken vaker voltijds, en opnieuw is dat verschil veel groter bij moeders dan bij partners. De intensiteit van het gebruik van formele kinderopvang heeft vooral een positief verband met het aantal werkuren van de moeders, en niet van hun partners. De geboorte heeft ook een veel grotere impact op de werkuren van de moeder, en het al dan niet gebruik van kinderopvang zorgt er vooral voor dat moeders hun werkuren niet verminderen.

Grote sociale kloof tussen gebruikers en niet-gebruikers van formele kinderopvang

Kinderopvang kan ook ongelijkheid in de samenleving tegengaan en bijdragen aan de bestrijding van armoede. Er is toch een duidelijke sociale kloof tussen gebruikers en niet-gebruikers van formele kinderopvang, die de knelpunten in de toegankelijkheid van formele kinderopvang voor bepaalde gezinnen aantoont.

Gezinnen die gebruik maken van formele kinderopvang hebben een sterkere socio-economische positie. Het aantal kinderen dat in kansarmoede opgroeit, is vier keer zo groot onder zij die niet naar de kinderopvang gaan (26,3%) dan onder de kinderen die wel naar de formele kinderopvang gaan (6,5%). Dubbel zoveel moeders die gebruik maken van kinderopvang zijn hoogopgeleid dan het aandeel bij de moeders die geen gebruik maken van kinderopvang. Moeders die geen gebruik maken van kinderopvang hebben meer dan dubbel zo vaak een migratieachtergrond dan moeders die gebruik maken van formele kinderopvang. Gebruikers hebben gemiddeld een dubbel zo hoog inkomen dan niet-gebruikers van formele kinderopvang. Het gemiddeld maandelijks gezinsinkomen was voor de geboorte al bijna dubbel zo hoog bij de ouders die na de geboorte beroep zullen doen op formele kinderopvang, dan bij de ouders die na de geboorte geen beroep zullen doen op formele kinderopvang.

Formele kinderopvang wordt vaker intensief gebruikt door economisch kwetsbare gezinnen

Minder kansrijke gezinnen zijn relatief wat meer vertegenwoordigd in de groep intensieve gebruikers en gebruikers van uitsluitend formele kinderopvang. Ze zijn vaker alleenstaand, het gaat vaker om gezinnen met een migratieachtergrond, zelfstandigen, in kansarmoede en niet hooggeschoold. Intensieve gebruikers van kinderopvang hebben gemiddeld wel een hoger gezinsinkomen dan niet-intensieve gebruikers, wellicht omdat deze gebruikers (en met name de moeders) vaker voltijds aan de slag zijn.

De ouders die uitsluitend beroep doen op formele kinderopvang zijn iets vaker alleenstaand, met een niet-Belgische geboortenationaliteit, en met een relatief lager scholingsniveau dan ouders die formele en informele kinderopvang combineren.

Formele kinderopvang alleen volstaat vaak niet

Heel wat werkende ouders komen er niet met formele kinderopvang alleen. Dit zien we ook in de intensiteit van het gebruik van formele kinderopvang: slechts 27,4% van de gebruikers van formele kinderopvang doet voor meer dan 4 dagen per week beroep op deze opvang, 72,4% van de gebruikers doen het met minder. Zeker ouders met onregelmatige werkuren of ouders met beperkte financiële middelen – waarvoor formele kinderopvang (te) duur is – zijn genoodzaakt om ook oplossingen buiten de formele kinderopvang te zoeken.

Informele opvang is echter niet voor alle ouders voorhanden: vaker kunnen ‘kansrijkere’ gezinnen ervan gebruik maken. Deeltijds werken, om zelf voor opvang te zorgen, is niet voor iedereen een mogelijkheid.

Gezinnen die niet in de mogelijkheid zijn om deeltijds te werken of om een beroep te doen op informele kinderopvang, zijn uitsluitend op formele kinderopvang aangewezen. Voor gezinnen met financiële drempels, met onstabiele werksituatie (bv. korte contracten) of onregelmatige uren, kan de stap naar het (voltijds) gebruik van formele kinderopvang dan ook te groot zijn.

Drempels om gebruik te maken van formele kinderopvang

Ouders die geen gebruik maken van formele opvang, doen dat vaak omdat ze zelf tijd hebben om voor het kind te zorgen (35,3%) of omdat ze gebruik kunnen maken van informele kinderopvang (33,1%).

44% van de niet-gebruikers verkiest geen gebruik te maken van formele kinderopvang omdat ze het beter vinden voor het kind om er zelf voor te zorgen. Daarnaast geeft 21% van de niet-gebruikers aan dat ze het beter vinden voor het kind om gebruik te maken van informele opvang.

Ook speelt een beperkt vertrouwen in de kwaliteit van formele kinderopvang voor een deel van deze ouders een belangrijke rol. Het beperkt aantal begeleiders per kind, beperkt vertrouwen in de kwaliteit van de begeleiding, en/of onvoldoende aandacht of verzorging komen dan naar voor.

Ook externe drempels zoals een te hoge (gepercipieerde) kostprijs, beperkte beschikbaarheid, of opvang die niet aangepast is aan de noden beperken de toegang tot formele kinderopvang. 21% van de niet-gebruikers geeft aan dat formele kinderopvang te duur is. 16% van de niet-gebruikers geeft aan dat ze geen beschikbare formele opvangplaats hebben gevonden. En 13% geeft aan dat ze geen geschikte kinderopvangplaats hebben gevonden. Beperkte flexibiliteit is hierbij belangrijk. Het gaat om ouders met atypische werkuren, maar ook ouders die geen stabiele werksituatie hebben en op kortere termijn een kinderopvangplaats zouden moeten kunnen reserveren.

Terugverdieneffecten

In deze studie hebben we vastgesteld dat 16,1% van de huidige gebruikers van formele kinderopvang - onder bepaalde voorwaarden - méér gebruik zouden kunnen maken van formele kinderopvang. Het gaat om gemiddeld 11 uren extra kinderopvang per week. De voorwaarden waaronder deze huidige gebruikers meer beroep zouden gaan doen op formele kinderopvang zijn voornamelijk ruimere openingstijden en een lagere kostprijs.

Wat de niet-gebruikers van kinderopvang betreft, is ongeveer de helft onder hen niet te overtuigen om kinderopvang te gaan gebruiken. 22,3% huidige niet-gebruikers zou er onder bepaalde voorwaarden echter wel beroep op doen, voor gemiddeld 22,4 uur per week. De voorwaarden waaronder de niet-gebruikers open staan voor formele kinderopvang zijn enerzijds het wegnemen van externe drempels: voor 29,2% van hen gaat het voornamelijk om beschikbaarheid van een opvangplaats, 14,6% om de kostprijs, 13,0% wil flexibel een plaats kunnen aanvragen en annuleren en 11,9% heeft voornamelijk nood aan kinderopvang buiten de normale werkuren. Maar anderzijds is ook de hoge kwaliteit van de formele kinderopvang een belangrijke voorwaarde om niet-gebruikers te overtuigen: voor 20,0% van de niet-gebruikers die onder bepaalde voorwaarden zouden openstaan voor kinderopvang, is de hoge kwaliteit de belangrijkste voorwaarde.

Het wegnemen van drempels voor het gebruik van formele kinderopvang kan een belangrijke impact hebben op de tewerkstelling van gebruikers en niet-gebruikers van kinderopvang. In een periode van grote krapte van arbeidskrachten is dit effect voor de Vlaamse arbeidsmarkt niet te onderschatten.

Tot slot moeten de mogelijke terugverdieneffecten van kinderopvang, dankzij de sociale en pedagogische functie van kinderopvang, meegenomen worden in de lessen voor het beleid.