Gedaan met laden. U bevindt zich op: Een theoretische kijk op psychosociaal welzijn De rol als vertrouwenspersoon

Een theoretische kijk op psychosociaal welzijn

Het Job demands-resources model van Demerouti, Bakker en Schaufeli geeft inzicht in hoe werknemers hun werk beleven.

RAPSi

Voor de preventieve psychosociale risicoanalyse bij aangesloten entiteiten van de Vlaamse overheid maakt de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming (GDPB) gebruik gemaakt van de RAPSi van Groep IDEWE. De RAPSi bevat internationaal en wetenschappelijk gevalideerde metingen van

  • een verscheidenheid aan werk- en organisatiekenmerken (die de 5A’s in de Welzijnswet dekken),
  • verschillende indicatoren van welzijn, stress en attitudes ten aanzien van het werk en de organisatie,
  • ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk.

De vragenlijst is geënt op het praktijkrelevante en wetenschappelijke Job Demands Resources model van Demerouti, Bakker en Schaufeli. Een zicht krijgen op de eigen hinderpalen en hulpbronnen in de organisatie aan de hand van een risicoanalyse van het psychosociaal welzijn kan een vertrekbasis zijn om een gericht en gefaseerd actieplan voor een psychosociaal welzijnsbeleid uit te werken.

Werkkenmerken

Werkeisen

Het model stelt dat er enerzijds werkeisen (‘job demands’) zijn. Dit zijn aspecten van het werk die voortdurend inspanning vragen van een werknemer. Deze inspanning kan zowel fysiek als psychisch zijn. Werkeisen kosten energie aan de werknemers.

Enkele voorbeelden van werkeisen:

  • Een hoge werkdruk hebben
  • Fysiek zwaar werk doen
  • Onduidelijke taken en verantwoordelijkheden hebben, tegenstrijdige verwachtingen of eisen
  • Emotionele belasting, bv. omgaan met lastige cliënten, regelmatig geconfronteerd worden met agressie van cliënten, regelmatig geconfronteerd worden met het lijden van anderen

Anderzijds zijn er ook hulpbronnen (‘resources’). Hulpbronnen geven werknemers energie. Ze beschermen medewerkers tegen de werkeisen die aan hen gesteld worden. Hulpbronnen leiden tot motivatie, arbeidsplezier en groei. Er zijn twee verschillende soorten hulpbronnen: werkgerelateerde hulpbronnen en persoonlijke hulpbronnen.

Werkgerelateerde hulpbronnen

Deze hulpbronnen hebben te maken met je werk. Ze helpen je om je werkdoelen te bereiken, verminderen de negatieve gevolgen van stress die je ervaart op het werk en zorgen ervoor dat je je verder kan ontwikkelen op het werk.

Enkele voorbeelden van werkgerelateerde hulpbronnen:

  • inspraak hebben, kunnen deelnemen aan het proces van besluitvorming
  • voldoende afwisseling hebben in de taken die je uitvoert
  • voldoende capaciteiten kunnen inzetten op het werk, verschillende van je vaardigheden worden benut op het werk
  • goede relaties hebben met je leidinggevende en je collega’s
  • steun van je leidinggevende en je collega’s
  • autonomie: in bepaalde mate zelf bepalen hoe je iets aanpakt, zelf je agenda kunnen regelen,…

Persoonlijke hulpbronnen

Deze hulpbronnen hebben te maken met wie je bent en hoe je met bepaalde zaken omgaat: je weerbaarheid, het zien van kansen en deze grijpen,…

Enkele voorbeelden van persoonlijke hulpbronnen:

  • zelfvertrouwen
  • het geloof in je eigen kunnen om taken tot een goed einde te brengen
  • optimisme
  • emotionele stabiliteit
  • veerkracht

Het model van de 5 A’s is een manier om de werkeisen en de (werkgerelateerde) hulpbronnen in een bepaald team of bepaalde organisatie in kaart te brengen.

Werkbeleving

Werkbeleving gaat over hoe de werknemers het werk aanvoelen: ervaren ze plezier en betrokkenheid bij het werk of eerder spanningen?

Het Job demands-resources model stelt dat er zich op het werk twee processen kunnen voordoen:

  1. Hoge werkeisen in combinatie met de afwezigheid van hulpbronnen leiden tot stressreacties, een afname van energie, uitputting, gezondheidsklachten en burn-out. Dit wordt het stress- of uitputtingsproces genoemd. Stressfactoren op het werk putten je als mewerker uit. Daarnaast zijn er ook negatieve uitkomsten voor je organisatie, zoals ontevredenheid met het werk, minder betrokkenheid bij de organisatie, hogere ziektecijfers, ondermaatse prestaties.
  2. Wanneer er voldoende hulpbronnen op het werk zijn, zetten deze een motivationeel proces in gang bij de werknemers. Dit proces leidt tot motivatie, arbeidsplezier, bevlogenheid en positieve uitkomsten voor de organisatie (bv. hogere productiviteit).

Model van de 5 A's van de arbeid

Het model van de 5 A’s is een manier om de werkeisen en de (werkgerelateerde) hulpbronnen in een bepaald team of bepaalde organisatie in kaart te brengen.

Bij een psychosociale risicoanalyse worden de psychosociale risico’s (PSR) in kaart gebracht aan de hand van het model van de 5 A’s.

Meer informatie

Wil je meer lezen over dit onderwerp?

  • Schaufeli, W &Bakker, A. (2013). De psychologie van arbeid en gezondheid. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  • Demerouti, E., Nachreiner, F., Bakker, A. & Schaufeli, W.(2001) The Job Demands-Resources Model of Burnout.
  • Schaufeli, W.B. & Bakker, A.B. (2004). Job demands, job resources, and their relationship with burnout and engagement: a multi-sample study.