Gedaan met laden. U bevindt zich op: Specifieke regels Wijzigingsbepalingen

Specifieke regels

Als u een of meer leden moet wijzigen in een artikel of paragraaf waarin al eerder leden zijn opgeheven of toegevoegd, geeft u duidelijk aan welk lid of welke leden worden gewijzigd. Vaak verdient het echter de voorkeur om in dat geval het artikel of de paragraaf in zijn geheel te vervangen.

Als u het artikel of de paragraaf niet in zijn geheel vervangt, is het soms noodzakelijk om te verwijzen naar de oorspronkelijke volgorde van de leden.

Bijvoorbeeld:

Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het tweede lid wordt opgeheven;

2° het bestaande vijfde lid, dat het vierde lid wordt, wordt vervangen door wat volgt: “… .”.

Als u verschillende artikelen van dezelfde wetgevende tekst of van verschillende wetgevende teksten wijzigt, maakt u een wijzigingsartikel op voor elk artikel dat gewijzigd moet worden. Die werkwijze is nodig wegens het principe van de artikelsgewijze stemming in het Vlaams Parlement (zie aanwijzing 199, 10°, a); aanwijzing 200, 9°, a); en aanwijzing 201, 8°, b), voor de formules).

Als u dezelfde wijziging aanbrengt in verschillende artikelen van dezelfde wetgevende tekst, zoals de vervanging van een bepaalde term, kunt u dat in afwijking van aanwijzing 194 (zie hierboven) wel doen met één enkel wijzigingsartikel. Die werkwijze doet geen afbreuk aan het principe van de artikelsgewijze stemming in het Vlaams Parlement (zie aanwijzing 205 voor de formule). Als u die mogelijkheid toepast, moet u wel altijd rekening houden met de numerieke volgorde van de artikelen.

Bijvoorbeeld:

  • artikel 10 wijzigt artikel 2, 5, 7, 8 en 9, en artikel 11 wijzigt artikel 3: dit mag niet;
  • artikel 10 wijzigt artikel 2, artikel 11 wijzigt artikel 3 en artikel 12 wijzigt artikel 5, 7, 8 en 9: dit mag wel.

Als u verschillende wijzigingen in één artikel aanbrengt, brengt u die wijzigingen samen in één bepaling (zie aanwijzing 204).

Als u verschillende artikelen van hetzelfde besluit of van verschillende besluiten wijzigt, stelt u een wijzigingsartikel op voor elk artikel dat gewijzigd moet worden. Die werkwijze heeft als voordeel dat u daarmee een duidelijk overzicht biedt van alle aangebrachte wijzigingen.

In afwijking van aanwijzing 196 (zie hierboven) kunt u in de onderstaande gevallen één enkel wijzigingsartikel gebruiken in een besluit:

  • als u opeenvolgende artikelen vervangt door artikelen die ook op elkaar volgen of als u opeenvolgende artikelen invoegt (zie aanwijzing 199, 10°, b); en aanwijzing 200, 9°, b), voor de formules);
  • als u een nieuwe indeling invoegt (bijvoorbeeld een afdeling) die verschillende artikelen omvat (zie aanwijzing 200, 10°, b), voor de formule);
  • als u opeenvolgende artikelen opheft (zie aanwijzing 215, 10°, voor de formules);
  • als u dezelfde wijziging aanbrengt in verschillende artikelen van hetzelfde besluit (zie aanwijzing 205 voor de formule).

Als u verschillende wijzigingen in één artikel aanbrengt, brengt u die wijzigingen samen in één bepaling (zie aanwijzing 204).

Bij het invoegen of toevoegen van onderdelen van een opsomming of van paragrafen, artikelen of indelingsniveaus (titels, hoofdstukken, afdelingen enzovoort) van een tekst past u de onderstaande regels toe.

  • Als in de te wijzigen tekst nog geen onderdelen van een opsomming of geen paragrafen, artikelen of indelingsniveaus zijn ingevoegd of toegevoegd, geeft u de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die nieuw ingevoegd of toegevoegd worden, het nummer van het onderdeel van de opsomming, van de paragraaf, van het artikel of van het indelingsniveau dat eraan voorafgaat in de te wijzigen tekst, gevolgd door een schuine streep en een aanvullend nummer in Arabische cijfers.

    Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.

    • Werk tussen punt 1° en punt 2° eerst met “1°/1” en vervolgens met “1°/2”, “1°/3” enzovoort.
    • Werk tussen paragraaf 1 en paragraaf 2 eerst met “§1/1” en vervolgens met “§1/2”,”§1/3” enzovoort.
    • Werk tussen artikel 2 en artikel 3 eerst met “ 2/1” en vervolgens met “Art. 2/2”, “Art. 2/3” enzovoort.
    • Werk tussen artikel 2/1 en artikel 2/2 eerst met “ 2/1/1” en vervolgens met “Art. 2/1/2” en “Art. 2/1/3” enzovoort.
    • Werk tussen hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 eerst met “Hoofdstuk 3/1” en vervolgens met “Hoofdstuk 3/2”, “Hoofdstuk 3/3” enzovoort, en werk tussen afdeling 1 en afdeling 2 eerst met “Afdeling 1/1” en vervolgens met “Afdeling 1/2”, “Afdeling 1/3” enzovoort.
  • Als in de te wijzigen tekst al onderdelen van een opsomming of paragrafen, artikelen of indelingsniveaus zijn ingevoegd of toegevoegd, nummer dan de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die nieuw moeten worden ingevoegd of toegevoegd, op dezelfde manier als bij de vorige invoegingen of toevoegingen, zodat de tekst een homogeen geheel blijft.

    Daarvoor wordt in bestaande wetgeving nog vaak een Latijnse nummering gebruikt. Daarbij krijgen de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die zijn ingevoegd of toegevoegd, het nummer van de voorgaande paragraaf, het voorgaande artikel of de voorgaande indeling in de gewijzigde tekst, onmiddellijk gevolgd door een voluit geschreven Latijns telwoord, namelijk bis (tweemaal), ter (driemaal) enzovoort:

    2°: bis25°: vicies quinquies
    3°: ter26°: vicies sexies
    4°: quater27°: vicies septies
    5°: quinquies28°: duodetricies
    6°: sexies29°: undetricies
    7°: septies30°: tricies
    8°: octies31°: tricies semel
    9°: novies32°: tricies bis
    10°: decies

    33°: tricies ter

    11°: undecies34°: tricies quater
    12°: duodecies35°: tricies quinquies
    13°: ter decies36°: tricies sexies
    14°: quater decies 37°: tricies septies
    15°: quinquies decies (of quindecies)38°: duodequadragies
    16°: sexies decies (of sedecies)39°: undequadragies
    17°: septies decies40°: quadragies
    18°: duodevicies 50°: quinquagies
    19°: undevicies60°: sexagies
    20°: vicies 70°: septuagies
    21°: vicies semel80°: octogies
    22°: vicies bis90°: nonagies
    23°: vicies ter100°: centies
    24°: vicies quater

    Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.

    • Werk na een punt 1°bis eerst met “1°ter” en vervolgens met “1°quater”, “1°quinquies” enzovoort.
    • Werk na §2bis eerst met “§2ter” en vervolgens met “§2quater”, “§2quinquies” enzovoort.
    • Werk na artikel 10bis eerst met een “ 10ter” en vervolgens met een “Art. 10quater”, “Art. 10quinquies” enzovoort.
    • Werk tussen artikel 12 en artikel 13 met “ 12bis”.
    • Werk na hoofdstuk 10bis eerst met een “Hoofdstuk 10ter”, en vervolgens met een “Hoofdstuk 10quater”, “Hoofdstuk 10quinquies” enzovoort.
    • Werk tussen hoofdstuk 12bis en hoofdstuk 13 eerst met “Hoofdstuk 12ter”, en werk tussen afdeling 2bis en afdeling 3 eerst met “Afdeling 2ter”, enzovoort.
  • Werk toch volgens de methode, vermeld in punt 1°, als u een nieuwe paragraaf, een nieuw artikel of een nieuwe indeling wilt invoegen tussen twee ingevoegde onderdelen van een opsomming of tussen paragrafen, artikelen of indelingsniveaus met een Latijnse nummering.

    Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.

    • Als er tussen punt 1°bis en 1°ter een nieuw onderdeel van de opsomming moet komen, werkt u niet met “1°bisbis” of “1°bis1”, maar met “1°bis/1”, “1°bis/2” enzovoort.
    • Als er tussen §1bis en §1ter een nieuwe paragraaf moet komen, werkt u niet met “§1bisbis” of “§1bis1”, maar met “§1bis/1”, “§1bis/2” enzovoort.
    • Als er tussen een artikel 101bis en een artikel 101ter een nieuw artikel moet komen, werkt u niet met “ 101bisbis” of “Art. 101bis1”, maar met “Art. 101bis/1”, “Art. 101bis/2” enzovoort.
    • Als er tussen hoofdstuk Ibis en Iter een nieuw hoofdstuk moet komen, werkt u niet met “Hoofdstuk Ibisbis” of “Hoofdstuk Ibis1”, maar met “Hoofdstuk Ibis/1”, “Hoofdstuk Ibis/2”, “Hoofdstuk Ibis/3”, en als er tussen afdeling Ibis en Iter een nieuwe afdeling moet komen, werkt u niet met “Afdeling Ibisbis” of “Afdeling Ibis1”, maar met “Afdeling Ibis/1”, “Afdeling Ibis/2”, “Afdeling Ibis/3” enzovoort.
  • Vernummer nooit artikelen of andere indelingen in het dispositief, tenzij u een coördinatie of codificatie opmaakt.