Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opheffingsbepalingen Soorten bepalingen

Opheffingsbepalingen

In ons recht is er een onderscheid tussen het opheffen en het intrekken van een regeling.

Met opheffen wordt bedoeld dat de verbindende kracht van de regeling wordt weggenomen vanaf de inwerkingtreding van de opheffingsbepaling (ex nunc). Een opgeheven regeling verdwijnt alleen voor de toekomst uit de rechtsorde: de regeling bestaat niet meer en kan voortaan niet meer worden toegepast.

Een ingetrokken regeling daarentegen wordt met terugwerkende kracht afgeschaft, waarbij er geacht wordt dat ze nooit heeft bestaan en nooit uitwerking heeft gehad (zie aanwijzing 216 voor de betekenis van intrekken).

Stel een bepaling op die een of meer bestaande regelingen in hun geheel opheft als de bepalingen ervan onverenigbaar zijn met de nieuwe bepalingen.

Bestaande regelingen die onverenigbaar zijn met nieuwe bepalingen, moeten uitdrukkelijk worden opgeheven. Zonder uitdrukkelijke opheffing zal de lezer immers nooit met zekerheid weten wat er moet gebeuren met de bestaande bepalingen. Hij zal genoodzaakt zijn de impliciete opheffing zelf af te leiden uit de bestaande regelingen die hem onverenigbaar lijken met de nieuwe bepalingen.

Als u een bepaling opheft, moet u dat uitdrukkelijk vermelden. Dat een bepaling opgeheven is, mag niet uitsluitend af te leiden zijn uit de vaststelling dat ze strijdig is met de nieuwe regeling.

Een formule als Alle vroegere hiermee strijdige bepalingen worden opgeheven schiet tekort. U moet alle op te heffen bepalingen exhaustief opsommen.

Een regeling opheffen door de werkingssfeer ervan te wijzigen, bijvoorbeeld met de woorden: Het decreet van … (datum en opschrift) is niet langer van toepassing op …, biedt niet voldoende garanties voor de rechtszekerheid. Als het genoemde decreet niet langer van toepassing is op een bepaalde situatie, moet dat decreet worden gewijzigd. Daarbij moet de wijziging van de werkingssfeer van dat decreet uitdrukkelijk worden vermeld (zie aanwijzing 170).

Als verschillende bepalingen binnen dezelfde regeling gewijzigd en opgeheven worden, behoudt u de volgorde van de artikelen. Vermeld dus niet eerst alle gewijzigde artikelen en daarna alle opgeheven artikelen.

Plaats de bepaling waarbij een of meer regelingen volledig worden opgeheven, in de slotbepalingen. Dat artikel staat vóór de overgangs-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen.

Vermeld nauwkeurig elke opgeheven regeling of elk opgeheven onderdeel van de regeling. Als er verschillende zijn, maakt u gebruik van een puntsgewijze opsomming.

In de opheffingsbepaling vermeldt u de eventuele wijzigingen van de op te heffen regeling of van de op te heffen onderdelen van de regeling. U mag regelingen niet opheffen zonder de wijzigingsbepalingen ervan te preciseren.

Als een wet of een koninklijk besluit geheel of gedeeltelijk door een gemeenschaps- of gewestregeling wordt opgeheven, hoeft u de werkingssfeer van die opheffing niet te verduidelijken (bijvoorbeeld met de woorden: opgeheven voor het Vlaamse Gewest) als die overeenstemt met de maximale werkingssfeer die door of krachtens de Grondwet gedefinieerd is.

In de opheffingsbepalingen kunt u geen voorbehoud maken voor de overgangsmaatregelen of ‑situaties. Ze vormen uiteraard een afwijking van de opheffing, maar komen vervolgens aan bod in een specifiek onderdeel, de zogenaamde overgangsbepalingen.

Bij de uitvoeringsbesluiten van een opgeheven tekst kunnen er zich drie mogelijkheden voordoen.

  • 1° De uitvoeringsbesluiten ontlenen geen rechtsgrond aan de nieuwe tekst. De uitvoeringsbesluiten van de opgeheven tekst kunnen niet meer worden toegepast. De steller ervan moet ze uitdrukkelijk opheffen.

    Om de rechtszekerheid onmiddellijk te waarborgen, hoeft u niet op de steller van de uitvoeringsbesluiten te wachten: de nieuwe tekst kan de uitvoeringsbesluiten zelf opheffen, samen met de oude tekst waarop ze gegrond zijn.

  • 2° De uitvoeringsbesluiten ontlenen wel rechtsgrond aan de nieuwe tekst. De steller van de besluiten hoeft niets te doen. De besluiten kunnen gewoon gehandhaafd worden. Ze hoeven niet gewijzigd te worden enkel en alleen om rekening te houden met het feit dat de basistekst gewijzigd is..

  • 3° De uitvoeringsbesluiten ontlenen onvoldoende rechtsgrond aan de nieuwe tekst aangezien maar een aantal bepalingen van de besluiten er rechtsgrond aan ontlenen. In de nieuwe tekst kunt u bepalen dat de besluiten bij wijze van overgangsregeling van kracht blijven. Het is dan wel raadzaam te verduidelijken dat die besluiten van kracht blijven tot ze door de steller ervan worden opgeheven. Zonder beperking in de tijd kan een nieuwe wetgevende tekst immers zo geïnterpreteerd worden dat hij de bestaande besluiten impliciet tot wetgevende teksten maakt, die de uitvoerende macht bijgevolg niet mag wijzigen of opheffen.

    Daarvoor wordt de volgende formule gebruikt:

    Art. 20. De volgende regelingen blijven van kracht tot ze door de Vlaamse Regering worden opgeheven:

    1° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift);

    2° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift).

    Als de geldigheidsduur van de besluiten in de tijd beperkt is, wordt de volgende formule gebruikt:

    Art. 20. De volgende regelingen blijven van kracht tot ze door de Vlaamse Regering worden opgeheven of tot hun geldigheidsduur verstrijkt:

    1° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift);

    2° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift).µ

    De bestaande besluiten moeten zo snel mogelijk effectief worden opgeheven, gelijktijdig met het uitvaardigen van nieuwe uitvoeringsbesluiten.

U gebruikt een van de onderstaande formules als opheffingsbepaling.

  • Naar een deel van een zin dat een of meer woorden en geen cijfers of leestekens bevat, verwijst u met woord of woorden. Naar een deel van een zin dat cijfers, symbolen of leestekens bevat, verwijst u met zinsnede.

    Hieronder vindt u een aantal voorbeelden:

    • woorden: “De instantie”, “dertig dagen”;
    • zinsneden: “, vermeld in artikel 4, §2”, “30 dagen”, “, die is opgenomen”.

    Gebruik de volgende formules:

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt het woord “...” opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt de zinsnede “...” opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden de woorden “...” opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden de woorden “...” en de woorden “...” opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt de zin “...” opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden de zinnen “...” opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt punt 3° opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden punt 2° en punt 3° opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden punt 2° tot en met 4°, en punt 8° opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt het tweede lid opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden het tweede tot en met het vierde lid opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden het eerste lid, en het vierde lid, ingevoegd bij het decreet van … (datum), opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt paragraaf y opgeheven.

  • Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden paragraaf y en paragraaf z opgeheven.

    Art. 2. In artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) worden paragraaf v tot en met paragraaf z opgeheven.

  • Art. 2. Artikel x van het decreet van … (datum en opschrift) wordt opgeheven.

    Art. 2. Artikel x van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van … (datum) en … (datum), wordt opgeheven.

  • a) De opgeheven artikelen zijn vroeger niet gewijzigd

    Art. 2. Artikel x, y en z van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) worden opgeheven.

    b) De opgeheven artikelen zijn vroeger bij dezelfde tekst of teksten gewijzigd, ingevoegd of toegevoegd

    Art. 2. Artikel x tot en met z van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum), worden opgeheven.

    Art. 2. Artikel x tot en met z van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van … (datum) en … (datum), worden opgeheven.

    Art. 2. Artikel x/1 tot en met x/5 van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum), worden opgeheven.

    Art. 2. Artikel x/1 tot en met x/5 van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum), worden opgeheven.

    c) De opgeheven artikelen zijn vroeger bij verschillende teksten gewijzigd, ingevoegd of toegevoegd

    Art. 2. In het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) worden de volgende artikelen opgeheven:

    1° artikel v en w, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum);

    2° artikel w/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum);

    3° artikel x en y, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum);

    4° artikel z, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum).

    d) Sommige van de opgeheven artikelen zijn vroeger gewijzigd, ingevoegd of toegevoegd

    Art. 2. In het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) worden de volgende artikelen opgeheven:

    1° artikel v en w;

    2° artikel w/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum);

    3° artikel x en y;

    4° artikel z, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum).

    Bij deze formules dient ook steeds rekening gehouden te worden met aanwijzing 209, eerste alinea

    e) Als de opgeheven artikelen gegroepeerd zijn in bijvoorbeeld een afdeling of een hoofdstuk, kunt u zich wetgevingstechnisch niet beperken tot de opheffing van die artikelen. U moet ook de afdeling of het hoofdstuk waarin die artikelen zijn opgenomen, samen met de artikelen opheffen

    Art. 2. In het decreet van … (datum en opschrift) wordt hoofdstuk II, dat bestaat uit artikel 3 tot en met 5, opgeheven.

  • Art. 2. In het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) worden de volgende artikelen opgeheven:

    1° artikel 3;

    2° artikel 5/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum);

    3° artikel 7 en 8;

    4° artikel 9, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum).

    Deze formule kan alleen worden gebruikt als er geen enkele wijziging wordt aangebracht in artikelen die niet worden opgeheven en die liggen tussen de opgeheven artikelen. In het voorbeeld hierboven betekent dit dat er geen enkele wijziging wordt aangebracht in artikel 4, 5 en 6. Als dat wel het geval is, breng u de wijzigingen aan met inachtneming van de volgorde van de artikelen (zie aanwijzing 187).

  • Art. 2. Het decreet van … (datum en opschrift) wordt opgeheven.

  • Art. 2. Het decreet van … (datum en opschrift), gewijzigd bij het decreet van … (datum), wordt opgeheven.

  • Art. 2. De volgende regelingen worden opgeheven:

    1° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift);

    2° het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van … (datum) en … (datum).

  • Art. 2. De bijlage / Bijlage x bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) wordt opgeheven.

    Art. 2. De bijlage / Bijlage x bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum), wordt opgeheven.

Met intrekken wordt bedoeld dat de verbindende kracht van de regeling wordt weggenomen vanaf de inwerkingtreding ervan, zodat de regel geacht wordt nooit te hebben bestaan (ab initio). Voor het onderscheid tussen de begrippen intrekken en opheffen, zie aanwijzing 207.

U gebruikt de volgende formule:

Art. 2. Het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) wordt ingetrokken.

Intrekking van een administratieve rechtshandeling is alleen bij uitzondering mogelijk, met inachtneming van bepaalde voorwaarden. Voor meer uitgebreide informatie, zie onder meer:

  • Mast, J. Dujardin, M. Van Damme, en J. Vande Lanotte, Overzicht van het Belgische Administratief Recht, Kluwer, 2017;
  • Van Mensel, I. Cloeackaert, W. Onderdonck en S. Wyckaert, De administratieve rechtshandeling, Een proeve, Mys & Breesch, 1997;
  • Van Damme, en F. De Kegel, Intrekking van de administratieve rechtshandeling, Die Keure, 1994.