Installatie-eisen: isolatie van leidingen en kanalen (voor bouwaanvragen van 01-01-2015 t.e.m. 31-12-2015)
Lees hieronder welke elementen moeten voldoen aan de installatie-eisen en welke niet.
Toepassingsgebied
Voor de gewone leidingen of luchtkanalen is isoleren niet verplicht. Voor circulatieleidingen is isoleren wel verplicht.
Bij ketels, ijswatersystemen en ventilatiesystemen kan het toepassen van leidingisolatie tot een hoger leiden. In dat geval moeten zowel de bestaande als de nieuwe leidingen voldoen aan de installatie-eisen.
Moeten voldoen aan de installatie-eisen: | Moeten niet voldoen aan de installatie-eisen: |
---|---|
|
|
Onder leidingen en luchtkanalen verstaan we: rechte segmenten, bochtstukken, elke andere verandering van richting, stukken die bruusk of geleidelijk van doorsnede veranderen en aftak- of samenloopstukken, ongeacht hun oriëntatie in de ruimte.
Voorwaarden voor de thermische isolatie
De leidingen en kanalen moeten een minimale lineaire warmteweerstand hebben. Die wordt in de regelgeving bepaald aan de hand van:
- twee temperatuurregimes;
- drie classificaties van de omgeving van de leidingen;
- het type: luchtkanaal of waterleiding voor verwarming of koeling.
De lineaire warmteweerstand Ri van de leiding wordt bepaald volgens bijlage E.3 van Bijlage V van het Energiebesluit. Daarbij moet de reductiefactor 0,6 (die rekening houdt met de hogere reële verliezen als gevolg van niet-geïsoleerde delen en koudebruggen) in de formules vervangen worden door een factor 1.
Als u verplicht bent om de leidingen thermisch te isoleren, moet u volgens de regelgeving ook de accessoires (met inbegrip van de flenzen) die aangesloten zijn op leidingen met een buitendiameter van meer dan 50 mm, thermisch isoleren. De thermische isolatie moet voorzien zijn van een bekleding. Die beschermt tegen:
- de blootstelling aan UV-stralen en aan de weersomstandigheden
- aanvallen van allerlei dieren
- mechanische beschadiging doorgangzones.
Regelgeving
Energiebesluit, Bijlage XII: hoofdstuk 12