Prestatiecoëfficiënt COPtest (voor bouwaanvragen t.e.m. 26-12-2012)
De COPtest (of ) van de warmtepomp wordt bepaald volgens NBN EN 14511 en/of NBN EN 15879-1 onder de testomstandigheden vastgelegd in de regelgeving.
Warmtepompen die gebruikmaken van directe verdamping en/of directe condensatie worden niet behandeld in de Europese testnorm NBN EN 14511 maar kunnen wel ingerekend worden in de EPB-software. De specificaties voor de bepaling van COPtest worden vastgelegd in de regelgeving.
Temperatuurstoename over de condensor bij COPtest-meting
Deze temperatuurstoename moet alleen ingevuld worden als u het warmteafgiftemedium ‘water’ kiest. Dit gegeven verifieert u best in de productinformatie of vraagt u op aan de fabrikant.
Bij de meeste types warmtepompen schrijft de norm NBN EN 14511 voor dat deze temperatuurstoename bij de test 5 °C is. U moet deze waarde altijd in combinatie met de COPtest bij de leverancier opvragen.
Elektrisch vermogen van de warmtepomp bij COPtest-meting
Dit vermogen moet enkel worden ingevuld bij een warmtepomp waarvoor u als warmtebron ‘bodem’ of ‘grondwater’ kiest. Dit vermogen is een productgegeven dat u opvraagt bij de leverancier.
Tijdslijn
- Prestatiecoëfficiënt COPtest (voor bouwaanvragen t.e.m. 26-12-2012)