Koeling in wooneenheden (huidig)
Voor wooneenheden bestaat er een onderscheid tussen actieve en passieve koeling.
Actieve koeling
Wanneer een actieve koelmachine of reversibele warmtepomp wordt toegepast in een , moet u dat aanduiden in de software onder de knoop van de energiesector.
U hoeft geen verdere gegevens over de opwekker in te geven: er wordt gerekend met een vast van 2,5 en een van 0,9.
Passieve koeling
In residentiële eenheden kunnen de volgende systemen voor passieve koeling ingerekend worden:
- Passieve koeling via een bodem(water)-waterwarmtewisselaar en een geothermische warmtepomp
- Passieve voorkoeling van de ventilatielucht . Meer informatie hierover kan u vinden bij het deel ventilatie.
Bij passieve koeling via een bodem(water)-waterwarmtewisselaar en een geothermische warmtepomp wordt water gekoeld via de bodemwarmtewisselaar en vervolgens gecirculeerd door een koelvloer, zonder actieve koeling door de warmtepomp.
Wanneer dit type passieve koeling wordt toegepast, heeft dit een effect op de oververhittingsindicator en de netto- energiebehoeften voor koeling. De impact van deze passieve koeling hangt af van:
- de bruto-energiebehoefte voor ruimteverwarming en sanitair warm water
- de oppervlakte van de koelvloer.
Passieve koeling via een geothermische warmtepomp geeft u in de software in onder de knoop van de energiesector. Als er passieve koeling wordt toegepast moet u ook de oppervlakte van de koelvloer ingeven.