Gedaan met laden. U bevindt zich op: De warmtegeleidbaarheid (λ) van een materiaal (voor bouwaanvragen t.e.m. 31-12-2020) De warmtegeleidbaarheid (λ) van een materiaal (huidig)

De warmtegeleidbaarheid (λ) van een materiaal (voor bouwaanvragen t.e.m. 31-12-2020)

Geldig voor bouwaanvragen t.e.m. 31.12.2020 Bekijk tijdslijn

Elk materiaal is gekenmerkt door een eigen warmtegeleidbaarheid λ. De lambdawaarde is een isolerende eigenschap van het materiaal en geeft weer hoeveel warmte er bij een constante warmtestroom per seconde doorheen één vierkante meter materiaal gaat per graad temperatuursverschil en per meter dikte van dat materiaal. De lambda-waarde wordt uitgedrukt in W/mK.

Hoe lager deze waarde is, hoe beter isolerend het materiaal is. Het is belangrijk met de correct bepaalde lambdawaarde te rekenen.

Wanneer een materiaal een lambda-waarde heeft lager of gelijk aan 0,20 W/mK spreken we van een isolatiemateriaal.

Gedeclareerde lambdawaarde λD

Producenten van isolatiematerialen verhogen de isolerende eigenschappen van het basisisolatiemateriaal. Dit kan door:

  • toevoegen van additieven aan het oorspronkelijke materiaal;
  • toevoegen van andere isolatiematerialen;
  • de aard van het productieproces.

Een specifiek product kan hierdoor een betere lambdawaarde bekomen dan die van het basismateriaal.

Om de lambdawaarden van producten op eenzelfde basis te kunnen vergelijken is de bepaling van de lambdawaarde van een materiaal vastgelegd in normen.

We spreken van een gedeclareerde lambdawaarde λD als een fabrikant de lambdawaarde heeft bepaald volgens deze normen, op basis van:

  • gemeten waarden bij referentieomstandigheden van temperatuur en vochtigheid (10°C)
  • voor een bepaalde fractie en graad van betrouwbaarheid (90/90)
  • en in overeenstemming met een redelijke verwachte levensduur.

Zoek het gebruikte materiaal op in de EPB-productgegevensdatabank(opent in nieuw venster).

Lambdawaarde bij ontstentenis

Als de gedeclareerde lambdawaarde niet gekend is, of onzeker is, kunt u gebruik maken van de lambdawaarde bij ontstentenis. Deze waarden zijn vastgelegd in tabellen in de regelgeving.

Deze tabellen zijn geïntegreerd in de EPB-software 3G. Als u in de software dit icoon aanklikt, krijgt u een overzicht van de materialen en hun waarde bij ontstentenis.

bij het gebruik van deze tabellen gelden onderstaande aandachtspunten.

  • De waarden bij ontstentenis mag u niet gebruiken voor het berekenen van isolatie van technische installaties.
  • De waarden uit tabel 14b mag u niet gebruiken voor in situ gevormde producten waarbij afzonderlijke materialen gecombineerd worden tot een nieuw eindproduct met isolerende eigenschappen. Voor deze producten moet u kijken naar een vergelijkbaar product in een andere tabel, bijvoorbeeld op basis van het soortelijk gewicht.
    Voorbeeld: de in situ plaatsing van kalkhennep is een combinatie van kalk met hennepscheven. Voor deze toepassing gebruikt u de waarden van tabel A.10 op basis van het soortelijk gewicht.
  • Voor strobalen gebruikt u steeds de waarde uit tabel 14b, ook al zijn de strobalen machinaal vervaardigd, of maken ze deel uit van een geprefabriceerde wand.

Bij de na-isolatie van een bestaande constructie kiest u in de EPB-software als ‘plaats van de isolatie’ voor ‘tussen de draagconstructie of navulling spouw’. Dan wordt er op de lambdawaarde van het gekozen isolatiemateriaal ALTIJD een correctiefactor fCH toegepast. (Volgens § I.2.4 van het moet factor fCH verplicht ingerekend worden overeenkomstig de STS 71-1 § 7.1.2.)