Gedaan met laden. U bevindt zich op: Automatische dataverrijking Gebruikersomgeving Vastgoedinformatieplatform

Automatische dataverrijking

De ‘Vastgoedinlichtingen voor overdracht’ worden in eerste instantie zoveel als mogelijk automatisch verrijkt aan de hand van de gekoppelde centrale bronnen. Op deze manier hoeft het lokaal bestuur minder informatie zelf te gaan toevoegen.

Automatische verrijking centrale bronnen

Na de creatie van een dossier, gebeurt onmiddellijk de automatische verrijking via de gekoppelde centrale, Vlaamse bronnen.

In dit overzicht staan de diverse inlichtingen en de informatieverstrekkers. Alle inlichtingen met informatieverstrekkers anders dan ‘Lokaal bestuur’ worden automatisch verrijkt en zullen niet meer verder aangepast worden door het lokaal bestuur.

De aanvrager kan deze centraal verrijkte inlichtingen reeds consulteren in het webportaal van Digitaal Vlaanderen.

Een uitzondering zijn de overheidsplannen. Deze worden ook reeds automatisch verrijkt uit DSI en getoond aan de aanvrager. Maar gezien de gemeente ‘informatieverstrekker’ is, kan zij hierop nog aanpassingen doen. Deze aanpassingen zullen pas na validatie zichtbaar zijn.

Elke opvraging gebeurt op basis van de geometrie van het perceel (volgens de actuele toestand van het GRB).

  • Wanneer het perceel bijvoorbeeld getroffen is door het vogelrichtlijngebied ‘Het Zwin’, zal het platform deze inlichting automatisch invullen als ‘van toepassing’ voor dit perceel en de bijhorende gegevens invullen.
  • In het ander geval zal de inlichting weergegeven worden als ‘Niet van toepassing’.

Automatische verrijking gemeentelijke bronnen

Nadat de ‘Vastgoedinlichtingen voor overdracht’ automatisch verrijkt zijn met de centrale bronnen, zal elk dossier aan de gemeente waar het betreffende perceel gelegen is, worden toegekend voor verdere behandeling.

Enkel indien de gemeente een geïntegreerde gemeentelijke software heeft met het Vastgoedinformatieplatform, zullen de gemeentelijke inlichtingen in het dossier automatisch verder verrijkt worden met de beschikbare lagen in het GIS-systeem en met de aanwezige gemeentelijke alfanumerieke data. Een integratie bespaart manueel werk per dossier.

Indien dit niet het geval is, wordt deze stap overgeslagen en meteen aan de manuele verrijking gestart.

Mogelijke problemen bij automatische dataverrijking

Onbeschikbaarheid centrale bron

Indien een inlichting standaard opgenomen is in elk dossier en de informatieverstrekker niet het ‘Lokaal bestuur’ is (zie kolommen 3 en 4 in dit overzicht), is het noodzakelijk dat de automatische dataverrijking slaagt:

  • Als de centrale bron niet beschikbaar is, zal in dit geval het dossier niet gevalideerd en afgeleverd kunnen worden.
  • Het platform zal de bron blijven bevragen tot de inlichtingen correct zijn ingevuld en pas dan kan het dossier gevalideerd worden.

Indien een inlichting niet standaard opgenomen is, dus niet verplicht aanwezig is in elk dossier, is het niet noodzakelijk dat de automatische dataverrijking slaagt:

  • Het platform zal in de achtergrond de bron blijven bevragen tot aan de validatie.
  • De inlichting is echter niet blokkerend voor validatie en aflevering van het dossier aan de aanvrager.
  • In het geval dat de inlichting niet verrijkt werd, zal er bij deze inlichting een melding verschijnen dat de bron niet beschikbaar was. In dit uitzonderlijk geval kan de aanvrager eventueel via Geopunt de open databronnen bekijken.

In beide gevallen is het niet mogelijk dat de gemeente een (manuele) aanpassing doet. Deze inlichtingen zijn enkel te verrijken door de centrale bron zelf.

Foutief opgehaalde informatie

Het kan voorkomen dat door historische verschuivingen in de geometrie van het perceel, de bevraagde kaartlaag foutief informatie terug geeft van een nabijgelegen perceel.

Om foutieve informatie ten gevolge van onnauwkeurigheden in de kaartlagen tot een minimum te herleiden, wordt een negatieve buffer toegepast bij de doordruk van het perceel; dit is voor alle centrale bronnen momenteel een buffer van -0,2m.

Het lokaal bestuur kan (momenteel) enkel de inlichtingen aanpassen waarvan zij zelf informatieverstrekker is (zie overzicht). Verder uitzonderlijk voorkomende fouten in centraal verrijkte inlichtingen worden dus best door de aanvrager zelf opgemerkt en doorgegeven via e-mail(opent in uw e-mail applicatie).