Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opschorting van de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen wegens renovatiewerken (tot en met aanslagjaar 2020)

Opschorting van de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen wegens renovatiewerken (tot en met aanslagjaar 2020)

Met de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen, ook wel ‘krotbelasting’ genoemd, wil de Vlaamse overheid de verloedering van de leefomgeving tegengaan. Tot en met 2020 kan deze heffing opgeschort worden wegens renovatiewerken. Vanaf 2021 kan u een opschorting vragen wegens sloop of renovatie.

Voorwaarden en voor te leggen bewijsstukken

Tot en met aanslagjaar 2020 kan de heffing opgeschort worden als u bewijst dat u de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren. Vanaf 2021 kan u opschorting krijgen wegens sloop of renovatiewerken.

Om de opschorting wegens renovatiewerken te verkrijgen (tot en met aanslagjaar 2020) moet u volgende bewijsstukken aan de inventarisbeheerder bezorgen.

  • een stedenbouwkundige vergunning (behalve een loutere sloopvergunning)
  • een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar
  • een gedetailleerd renovatieschema, dat alle volgende stukken bevat:
    • een tekening of schets van de woning met een aanduiding van de geplande werken
    • een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken
    • een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd gaan worden
    • een raming van de kosten van de werken aan de hand van een van volgende offertes:
      • een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer
      • een offerte voor de levering van materialen, als de werken in eigen beheer worden uitgevoerd
      • een combinatie van beide offertes

Als u alleen een vergunning voor sloop, een aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor sloop, of een gedetailleerd schema voor sloop hebt, wordt geen opschorting verleend.

Looptijd van de opschorting

Begin, duur en einde van de opschorting

  • De opschorting start wanneer alle stukken werden voorgelegd aan de inventarisbeheerder. Het is dus niet voldoende om in het bezit te zijn van alle nodige stukken, zoals een stedenbouwkundige vergunning: u moet ze bezorgen aan de inventarisbeheerder.
  • De opschorting duurt in de meeste gevallen maximaal 4 jaar. Als de werken zeer omvangrijk zijn of betrekking hebben op drie of meer woningen, kan de opschorting uitzonderlijk maximaal vijf jaar duren.
  • De opschorting eindigt op het moment dat de renovatiewerken beëindigd zijn.

Ongedaan maken van de opschorting

De opschorting wordt ongedaan gemaakt:

  • als de in de stedenbouwkundige vergunning of het gedetailleerde renovatieschema aangeduide renovatiewerken niet beëindigd zijn op het einde van de periode van opschorting, tenzij op dat ogenblik een periode van vrijstelling loopt. Als u de werken niet zal uitvoeren zoals u heeft aangegeven, dan moet u zo snel mogelijk de inventarisbeheerder contacteren omdat dit een invloed heeft op de toegekende opschorting.
  • als de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt.

Voor welke heffingen geldt de opschorting?

De opschorting geldt voor alle heffingen die verschuldigd worden op data die vallen in de periode van opschorting. Als de opschorting ongedaan wordt gemaakt, zijn de opgeschorte heffingen alsnog verschuldigd.

Procedure

Via het modelformulier van Wonen in Vlaanderen(PDF bestand opent in nieuw venster) (mét de vereiste bewijsstukken) kunt u bij de inventarisbeheerder de opschorting aanvragen.

Voorbeelden