Gedaan met laden. U bevindt zich op: Voorwaarden klein beschrijf Vlaamse Belastingdienst

Voorwaarden klein beschrijf

Rechtspraak
Rolnummer
18/1478/A
Datum beslissing
3 december 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Beschrijving

Samenvatting

Klein beschrijf – Verlaagd tarief kan niet onmiddellijk toegepast worden bij aankoop van een onbewoonbaar pand

Bij authentieke akte van 14 februari 2011 werd een woonhuis aangekocht te Eeklo. In de akte werd de toepassing gevraagd van het verlaagd verkooprecht van 5% in toepassing van art. 53, 2° W. Reg. (op 01/01/2015 vervangen door art. 2.9.4.2.1 VCF en opgeheven sedert 01/06/2018) en het abattement van art. 46bis W. Reg. (op 01/01/2015 vervangen door art. 2.9.3.0.2 VCF en opgeheven sedert 01/06/2018).

De Vlaamse Belastingdienst vestigde op 28 november 2017 een bijkomende aanslag daar de kopers niet voldaan hadden aan de voorwaarden tot behoud van het abattement enerzijds en het klein beschrijf anderzijds en met name de laattijdige bewoning van de aangekochte woning. De kopers dienden tijdig een bezwaarschrift in tegen deze aanslag. Het bezwaar werd gedeeltelijk ingewilligd. Op basis van de voorgelegde stukken werd er aanvaard dat de woning bij aankoop ervan in werkelijkheid gekwalificeerd diende te worden als een bouwgrond, zodat de termijn van vestiging inzake het abattement 5 jaren bedroeg in plaats van 3 jaren. Het bezwaarschrift wordt deels ingewilligd, in die zin dat er een ambtshalve ontheffing komt voor wat betreft het abattement. De heffing werd behouden voor wat betreft het klein beschrijf.

De belastingplichtigen konden zich in de gedeeltelijke inwilliging van hun bezwaar niet vinden en leidden de zaak in bij de rechtbank.

De rechtbank stelt dat wil men van het verlaagd registratierecht van 5% genieten er vereist is dat het gekochte goed een woning uitmaakt. Uit het dossier blijkt dat het pand onbewoonbaar was bij de aankoop ervan. De belastingplichtigen stelden dat zij het onroerend goed aankochten aan de waarde van de grondprijs en al drie dagen na de aankoop ervan een eerste bouwaanvraag indienden teneinde een nieuwe woning te kunnen optrekken. Men verwees dienaangaande ook herhaaldelijk naar het feit dat er betonrot werd vastgesteld, alsook dat er een turflaag onder de woning zat. De Vlaamse Belastingdienst heeft aanvaard dat de aankoop in werkelijkheid geen woning maar een bouwgrond betrof. Een niet-bewoonbaar pand (dit is een constructie die niet vatbaar is voor huisvesting van een gezin of persoon in de staat waarin zij zich bevindt), kan niet gekwalificeerd worden als woning in de zin van art. 53 W. Reg. De rechter oordeelt dat de kopers ab initio geen aanspraak konden maken op het gunstregime van het klein beschrijf dat immers voorbehouden is (was) voor de aankoop van woningen met een laag kadastraal inkomen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de betwiste aanslag terecht werd gevestigd. De vordering van de kopers is ongegrond.

Heffing

  • Verkooprecht

Wettelijke basis

  • art. 2.9.3.0.2. VCF
  • art. 2.9.4.2.1. VCF