Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 22004 - Verzaking aan vruchtgebruik Vlaamse Belastingdienst

VB 22004 - Verzaking aan vruchtgebruik

Voorafgaande beslissing
Nummer
22004
Datum beslissing
28 maart 2022
Publicatiedatum
29 april 2022

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.6.0.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat dat de voorgenomen verrichting een zuivere en eenvoudige verzaking aan het vruchtgebruik betreft en dat bijgevolg geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd is.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door […] te […] (eerste kanton) namens:

Mevrouw X, geboren te […] op xx.xx.1949, rijksregisternummer […], weduwe van de heer Y en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, wonende te […].

Mevrouw X is de moeder van de betrokken partij en tevens vruchtgebruikster van het betrokken onroerend goed.

3. De betrokken partijen zijn:

3.1. Mevrouw A, geboren te Leuven op xx.xx.1973, rijksregisternummer […], en haar echtgenoot,

3.2. de heer B, geboren te […] op xx.xx.1972, rijksregisternummer […], samen wonende te […].

De echtgenoten A-B zijn gehuwd te […] op xx.xx.1997 onder het stelsel van de wettelijke gemeenschap blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.1997, gewijzigd in het stelsel van de wettelijke gemeenschap bij akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2016 en nadien niet meer gewijzigd zoals zij verklaren.

Mevrouw A is de dochter van de aanvraagster.

De heer B is de schoonzoon van de aanvraagster.

Samen zijn de echtgenoten A-B de blote eigenaars van het betrokken onroerend goed.

4. Het betrokken onroerend goed betreft:

GEMEENTE […], derde afdeling, deelgemeente PELLENBERG[…]

Een woonhuis op en met grond en aanhorigheden gelegen […], gekadastreerd sectie B, volgens titel en recent kadastraal uittreksel nummer […], met een oppervlakte volgens titel en kadaster van vijftien are vijfenvijftig centiare (15 a 55 ca).

Kadastraal inkomen: tweeduizend achthonderd dertig euro (€ 2.830,00).

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

5. De vruchtgebruikster wenst zuiver en eenvoudig afstand te doen van het vruchtgebruik dat zij bezit met betrekking tot het betrokken onroerend goed, vermeld onder punt 4.

6. Dit vruchtgebruik werd deels verkregen uit de nalatenschap van haar echtgenoot en deels voorbehouden bij schenking van de blote eigendom aan haar dochter.

De echtgenoten X-Y bezaten samen de voormelde woning in volle eigendom. De heer Y is overleden te Antwerpen op xx.xx.1994. Door het openvallen van zijn nalatenschap verkreeg zijn echtgenote de helft van het vruchtgebruik, naast de helft in volle eigendom die zij zelf in het goed bezat. Hun dochter, mevrouw A, erfde de helft in blote eigendom.

Bij akte verleden voor ondergetekende notaris […] op xx.xx.2016 schonk mevrouw X de helft in blote eigendom aan haar dochter, met voorbehoud van vruchtgebruik.

Ingevolge wijzigingsakte verleden voor ondergetekende notaris […] op xx.xx.2016 werd voormelde woning ingebracht in de huwgemeenschap bestaande tussen de echtgenoten A-B.

Thans zijn de echtgenoten A-B voor 100% blote eigenaar en mevrouw X voor 100% vruchtgebruikster.

III. Motivering van de aanvraag

7. Volgens de voorafgaande beslissing nr. 19009 dd. 13.05.2019 is een zuivere en eenvoudige verzaking aan vruchtgebruik (zonder tussenkomst van de blote eigenaars) een eenzijdige rechtshandeling die geen registratiebelasting opeisbaar maakt.

De Administratie kan evenwel aantonen, desgevallend aan de hand van intrinsieke buiten de akte gelegen elementen, dat de afstand van vruchtgebruik met begiftigingsinzicht werd gedaan. Indien er sprake is van animus donandi tussen de verzaker en de blote eigenaar(s), valt de verzaking onder de toepassing van de schenkbelasting.

De aanwezigheid van animus donandi wordt vermoed als de begunstigden van de verzaking in de akte tussenkomen en/of als de verzaking voorafgegaan of gevolgd wordt door een andere rechtshandeling waarbij de verzaking een fiscaal voordeel oplevert voor deze andere rechtshandeling en waarbij de verzaker geen ander motief dan een fiscaal motief heeft om te verzaken. De waarachtigheid van de niet-fiscale motieven moet aangetoond worden door de verzaker.

Aangezien mevrouw X geconfronteerd wordt met de zware lasten die gepaard gaan met het vruchtgebruik op de woning (de onroerende voorheffing, onderhouds- en herstellingskosten, inkomstenbelastingen, brandverzekering enz.), wil zij thans zuiver en eenvoudig aan haar vruchtgebruik verzaken. Als gepensioneerde weduwe zijn deze kosten te hoog om te dragen en wegen deze niet op tegen het uiterst beperkte genot dat zij op voormelde woning kan doen gelden. De hoge leeftijd van de vruchtgebruikster en haar verblijf in een assistentiewoning bemoeilijken immers het nakomen van haar verplichtingen als verhuurder en het concreet opvolgen van de huur. Daarenboven kan ze de woning niet gebruiken wegens haar noodzakelijke verblijf in een assistentiewoning.

Onder normale omstandigheden zou mevrouw X haar vruchtgebruik verkopen, gelet op het feit dat ze de woning zelf niet meer kan bewonen. De blote eigenaar is echter niet geïnteresseerd om het vruchtgebruik te kopen. Daarnaast brengt een eventuele verkoop meer administratie met zich mee gelet op de vele attesten die de wet oplegt. Het betreft dus een éénzijdige beslissing van mevrouw X om het vruchtgebruik te beëindigen, waar geen akkoord van de blote eigenaar voor nodig is.

Dit vruchtgebruik werd deels verkregen uit de nalatenschap van haar echtgenoot en deels voorbehouden bij schenking van de blote eigendom aan haar dochter.

Op de helft van dit vruchtgebruik werd reeds schenkbelasting betaald op de volle eigendom in 2016, overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1 §2, 2° VCF juncto artikel 2.9.3.0.5 VCF, zodat er op grond van artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1° VCF een vrijstelling geldt. De schenkingsakte verleden voor notaris Michaël Adriaens dd. 15 juli 2016 is bijgevoegd bij de aanvraag.

Wat de verzaking aan het erfrechtelijk vruchtgebruik betreft, ligt er in casu geen schenking voor, bij gebreke aan enige animus donandi in hoofde van de vruchtgebruikster. Animus donandi wordt overigens nooit vermoed. Deze verrichting werd niet ingegeven door vrijgevigheid, noch is er sprake van enig fiscaal misbruik. Deze verrichting is immers in essentie gebaseerd op niet­ fiscale motieven.

De verzaking aan het erfrechtelijk vruchtgebruik maakt in ieder geval geen schenking uit in hoofde van de heer B aangezien de blote eigendom van voormelde woning enkel aan mevrouw A geschonken werd en de voormelde woning enkel door werking van het huwelijksstelsel in de huwgemeenschap tussen de echtgenoten A-B valt.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

8. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

9. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

- Artikel 2.8.3.0.1, §1 en §2, 2°, VCF dat luidt:

Ҥ 1. Voor de schenkingen onder de levenden van roerende en onroerende goederen wordt een schenkbelasting geheven op het aandeel van elke begiftigde, op basis van de verkoopwaarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van lasten.

§ 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de belastbare grondslag als volgt vastgesteld :

2° voor de schenking van het vruchtgebruik of de blote eigendom van een onroerend goed, zoals in artikel 2.9.3.0.4 tot en met artikel 2.9.3.0.7 is bepaald;

…”.

- Artikel 2.9.3.0.5 VCF dat luidt:

“Als bij een overeenkomst als vermeld in artikel 2.9.3.0.1, de blote eigendom wordt overgedragen met voorbehoud van het vruchtgebruik, mag de verkoopwaarde, vermeld in artikel 2.9.3.0.1, § 2, niet lager zijn dan de verkoopwaarde van de volle eigendom.”.

- Artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1°, VCF dat luidt:

“Er wordt een vrijstelling van de schenkbelasting verleend voor :

1° de overeenkomsten houdende schenking van vruchtgebruik aan de blote eigenaar, als de schenkbelasting of de erfbelasting of een soortgelijk recht door de blote eigenaar of door een vorige blote eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van de volle eigendom is voldaan;“.

10. Op de verzaking aan het vruchtgebruik voorbehouden bij de schenkingsakte 15 juli 2016 is artikel 2.8.6.0.1, eerste lid, 1°, VCF van toepassing waardoor deze rechtshandeling vrijgesteld is van de registratiebelasting.

11. De zuivere en eenvoudige verzaking aan het recht van vruchtgebruik verkregen uit de nalatenschap van de heer Y is een eenzijdige rechtshandeling die geen Vlaamse registratiebelasting met zich meebrengt.

Evenwel indien kan aangetoond worden dat er een begiftiginginzicht (animus donandi) aanwezig is, zal de schenkbelasting worden geheven.

De aanwezigheid van “animus donandi” wordt vermoed:

  • Indien de dochter en de schoonzoon (vermeld onder punt 3.1 en punt 3.2..) in de akte van verzaking tussenkomen, ook al is dit om een andere reden;
  • En indien de aanvraagster geen ander motief heeft dan een fiscaal motief om aan haar vruchtgebruik te verzaken;
  • En/of indien de verzaking voorafgegaan of gevolgd wordt door een andere rechtshandeling waarbij de verzaking een fiscaal voordeel oplevert voor de andere rechtshandeling.

12. Gelet op de onder punt 7 opgegeven motivering, het feit de verzaking niet voorafgegaan of gevolgd wordt door een andere rechtshandeling waarbij de verzaking een fiscaal voordeel oplevert voor de andere rechtshandeling en indien de partijen vermeld onder punt 3.1. en 3.2. niet tussenkomen in de akte, is het besluitvormingsorgaan van oordeel dat er geen “animus donandi” bij deze verzaking aan het vruchtgebruik aanwezig is.

Bijgevolg maakt de (zuivere) verzaking aan het vruchtgebruik door mevrouw X geen Vlaamse registratiebelasting opeisbaar.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.