Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 19066 - Schenking van aandelen Vlaamse Belastingdienst

VB 19066 - Schenking van aandelen

Voorafgaande beslissing
Nummer
19066
Datum beslissing
17 februari 2020
Publicatiedatum
27 maart 2020

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat:

1.1. de schenking van de aandelen van de Commanditaire vennootschap op Aandelen […] belast zal worden tegen het evenredig tarief van toepassing op de schenking van roerende goederen overeenkomstig artikel 2.8.4.1.1, §2, 1°, VCF;

1.2. de schenking van de aandelen van de Commanditaire vennootschap op Aandelen […] en de omkaderende verrichtingen zoals beschreven in deze aanvraag geen fiscaal misbruik uitmaken in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF, of minstens verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van de registratiebelasting.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door de heer […] en mevrouw […], advocaten, te […], namens:

2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1940, RR […], gehuwd met mevrouw Y, wonende te […],

2.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1940, RR […], gehuwd met de heer X, voormeld, wonende te […],

2.3. De heer kind 1, geboren te […] op xx.xx.1971, RR […] en/of zijn echtgenote, mevrouw “partner 1”, geboren te […] op xx.xx.1972, beiden wonende te […] en/of door hen aan te duiden vennootschap(pen),

2.4. Mevrouw kind 2, geboren te […] op xx.xx.1973, RR […], wonende te […];

2.5. Mevrouw kind 3, geboren te […] op xx.xx.1977, RR […], wonende te […].

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. De vennootschap waarvan de aanvragers de aandelen wensen te schenken betreft de commanditaire vennootschap op aandelen […] (hierna de "Vennootschap").

De Vennootschap werd op xx.xx.2016 opgericht door de heer en mevrouw X-Y en hun zoon kind 1.

De oprichting gebeurde door:

  • een inbreng in natura van een onroerend goed ten belope van 1.000.000 € door de ouders; én
  • een inbreng in geld door kind 1 ten belope van 1.000 €.

De Vennootschap is een patrimoniumvennootschap, die is opgericht teneinde de versnippering van het eigendomsrecht van het onroerend goed tegen te gaan.

De Vennootschap heeft sinds haar oprichting een maatschappelijk kapitaal van 1.001.000€, dat vertegenwoordigd wordt door 1.001 aandelen, die in volle eigendom toebehoren aan:

  • X : 500 aandelen;
  • Y : 500 aandelen;
  • kind 1 : 1 aandeel.

X en één van de drie kinderen, met name zijn zoon kind 1, zijn beherende vennoten van de Vennootschap. Tevens is voorzien dat bij overlijden van beiden, mevrouw partner 1, echtgenote van de heer kind 1, wordt benoemd als opvolgend zaakvoerder.

4. Het onroerend goed dat werd ingebracht in de Vennootschap betreft het pand gelegen te […], waarin kind 1 tot januari 2019 zijn restaurant […] uitbaatte.

Het pand werd oorspronkelijk aangekocht door de heer X in de jaren '80. Na een grondige renovatie, werd er een restaurant in gevestigd, eerst uitgebaat door de heer X, daarna door de bvba Z van zijn zoon kind 1.

Gelet op de investeringen die al gebeurd zijn in het onroerend goed en de wens van de heer kind 1 om een nieuwe activiteit te starten in het pand met de hieraan verbonden investeringen, wensen de heer en mevrouw X-Y de aandelen van de vennootschap over te dragen naar de volgende generatie middels een schenking van de aandelen in volle eigendom.

De heer en mevrouw X-Y kiezen voor een gelijke behandeling van de kinderen: ieder kind zal 25% van de aandelen verkrijgen. De overige 25% behouden zij zelf.

5. Na de schenking zullen de heer en mevrouw kind 1- partner 1 (of één van hun vennootschappen) de andere kinderen uitkopen en de overige 25% van de aandelen aankopen van de heer en mevrouw X-Y, zodat zij uiteindelijk 100% eigenaar zullen zijn van de Vennootschap.

6. Het onroerend goed dat werd ingebracht betreft een handelspand. Op de eerste verdieping van het onroerend goed is een appartement gelegen. Dit appartement is privé-eigendom van de heer en mevrouw kind 1-partner 1.

7. De verrichting zal gebeuren voor Belgische notaris. Er zal 3% schenkbelasting betaald worden op de waarde van de aandelen. De waardering van de schenking zal gebeuren aan de hand van de op basis van recente waarderingsverslagen vastgestelde waarde die door alle familieleden als correct en marktconform wordt ervaren, niettegenstaande de in principe tegengestelde belangen tussen enerzijds kind 1 als finale koper van de aandelen en zijn ouders en zeker zijn zussen als verkopende partijen.

8. Partijen hebben omtrent de verrichtingen een kaderovereenkomst afgesloten met de verschillende verrichtingen, het stappenplan en de modaliteiten van de verschillende verrichtingen. Deze kaderovereenkomst is gevoegd bij de aanvraag.

III. Motivering van de aanvraag

9. Mede gelet op de gevorderde leeftijd van het echtpaar X-Y wensen zij de hierboven beschreven verrichtingen uit te voeren rekening houdend met volgende elementen:

Het onroerend goed werd destijds, in 2016, ingebracht in de Vennootschap teneinde een onverdeeldheid op het niveau van het onroerend goed te vermijden. Het was en is immers de wens van het echtpaar X-Y om iedere mogelijk discussie tussen de kinderen te vermijden. Door destijds het onroerend goed in te brengen in de Vennootschap, werd de zeggenschap over het onroerend goed geregeld en werden familiale discussies na overlijden van de ouders maximaal vermeden.

Indien het onroerend goed niet was ingebracht geweest en er vervolgens mede-eigendom tussen de kinderen zou zijn ontstaan (bv. n.a.v. van een overlijden in de periode 2016 tot nu), dan had ieder kind immers evenveel en rechtstreekse zeggenschap over het onroerend goed en konden discussies (o.a. inzake aanwending, verplichte verdeling, uitkoop of verkoop aan een derde) geenszins uitgesloten worden. Dit hebben de ouders middels de inbreng absoluut willen vermijden;

Destijds was het bovendien de bedoeling dat de aandelen in gelijke delen zouden vererven naar de drie kinderen, doch met dien verstande dat de zeggenschap over de aandelen reeds geregeld was via een statutair (opvolgend) zaakvoerderschap teneinde versnippering van het patrimonium door tegengestelde belangen te voorkomen; het zou immers niet onlogisch zijn dat de zussen de voorkeur zouden geven aan een verkoop terwijl dit zou ingaan tegen de wens van de ouders (en van de zoon kind 1, die er middels zijn werkvennootschap zijn activiteiten uitoefent).

Het pand eigendom van de vennootschap heeft een grote emotionele waarde voor de ouders maar door de staat waarin het zich bevindt, dienen broodnodige investeringen dringend uitgevoerd te worden. Bovendien is het onderhoud van het pand bijzonder arbeidsintensief/kostelijk. Enkel kind 1, die in het pand via zijn werkvennootschap activiteiten uitoefent, is nog langer bereid om deze investeringen en het onderhoud uit te voeren (zelf of via zijn werkvennootschap), maar hij wenste dan ook logischerwijze de zekerheid dat hij over 100% van de aandelen kan beschikken;

Het gaat om een broodnodige investering van ca. 400.000 euro (ca. 300.000 euro voor de infrastructuurwerken en ca. 100.000 euro voor de inrichting). De investeringen die gepland worden zijn o.a.:

Op het vlak van infrastructuurwerken:
• aanbrengen van dakisolatie onder het zadeldak,
• vochtvrij maken van kelderruimte en het aanpakken van het opstijgend vocht aan de voorzijde van het gebouw;
• volledig vernieuwen van de houten dakgoten;
• vernieuwing van de daken van de opslagruimte en herstelling van de lekken in het centraal dak;
• verwijderen van de vloer in 2 centrale niet-onderkelderde ruimtes en voorzien van vloerisolatie en vochtwering;
• plaatsing van een warmtepomp;
• afbraak van de niet-geïsoleerde uitbouw geplaatst in 1980. Deze ruimte wordt nadien heropgebouwd aan de nu geldende bouwvoorschriften,
• verwijderen van de conventionele radiatoren en vervanging door vloer­ en plafondverwarming op lage temperatuur;
• vervanging van de enkele en dubbele beglazing door hoogrendementsglas.

Op het vlak van inrichting:
• vervanging van bestaande verlichting naar energiezuinige LED- verlichting;
• inrichting van de vergader- en kantoorruimtes;
• aanpassing van de bestaande keuken;
• schilderwerken

De aannemers die de aanvragers voor deze werken gecontacteerd hebben zijn:
• Dakwerken: […]
• Aannemer: […]
• Schilderwerken en afwerking: […]
• Verlichting: […]
• Elektriciteit: […]
• Verwarming: […]
• Beglazing: […]
• Afbraakwerken: […]

derhalve zijn er in de voorbije maanden onderhandelingen gestart waarbij een familiale regeling werd uitgewerkt die de toekomst van de vennootschap en het door haar gehouden pand veilig stelt, gezien kind 1 de door hem gevraagde zekerheid bekomt waardoor hij en/of zijn werkvennootschap (BVBA Z) en/of de werkvennootschap van zijn echtgenote op korte termijn zullen overgaan tot de broodnodige investeringen;

bovendien garandeert deze familiale regeling, waarbij alle kinderen gelijk behandeld worden (een absolute wens van de ouders), dat er in de toekomst geen discussies (meer) kunnen of zullen zijn tussen de kinderen die alle drie volledig ingestemd hebben met de schenking en de daaropvolgende onderlinge verkopen van aandelen.

10. Na de schenking van de aandelen zal kind 1 de aandelen van zijn zussen overkopen. Op termijn zal kind 1 ook de aandelen van zijn ouders kopen. Uiteindelijke bedoeling is dat kind 1 en/of (één van) zijn vennootschap(pen) 100% van de aandelen hebben van de Vennootschap.

11. kind 1 zal - via zijn werkvennootschap - het onroerend goed verder blijven gebruiken als handelspand voor onder meer de volgende activiteiten:

  • Private vergader- en seminarruimte met catering;
  • Kantoorruimte voor zelfstandige consultant met coworking en flex-spaces;
  • Kantoor- en projectruimte voor de stadsontwikkeling van de […].

De echtgenote van kind 1, partner 1, is zaakvoerster van […] en zal daarnaast via haar vennootschap […] ook een aantal activiteiten uitvoeren in het pand:

  • Managementkantoor van […] zal gevestigd worden in het pand;
  • Er wordt een vergaderruimte ingericht voor de marketingactiviteiten van […];
  • De opleidings- en trainingsruimte voor medewerkers van […] zal er worden ingericht;
  • Het beheer van de vastgoedportefeuille van […] zal gebeuren in het onroerend goed.

De activiteiten zullen in ieder geval geen publiek/openbaar karakter hebben zoals een restaurant.

12 Het is niet de bedoeling om het onroerend goed, noch op korte, noch op middellange termijn uit de Vennootschap te halen in het voordeel van de vennoten (door middel van een kapitaalvermindering, door middel van een dividenduitkering of anderszins).

Het is eveneens niet de bedoeling om het ingebrachte onroerend goed, noch op korte, noch op middellange termijn te verkopen aan één van de vennoten, noch aan een derde.

Het is daarentegen wel de bedoeling dat het onroerend goed gebruikt zal worden voor de activiteit van de vennootschappen van de heer kind 1 en mevrouw partner 1, net zoals dit tot nu toe het geval is geweest.

13. De aanvragers wensen bevestiging dat de voorgenomen rechtshandelingen geen fiscaal misbruik in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF uitmaken, of minstens verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van de registratiebelasting. Dit wordt o.i. aangetoond door:

  • de bedoeling van partijen (cfr. punt 8);
  • het feit dat er geen registratiebelasting wordt ontweken;
  • het feit dat de inbreng van het onroerend goed reeds dateert van 2016 en er m.a.w. geen sprake is van een onmiddellijke schenking gevolgd op de inbreng van de aandelen;
  • het feit dat de inbreng van het onroerend goed destijds gedaan werd met het oog op het regelen van een zeggenschap over het onroerend goed bij een eventueel overlijden van de ouders teneinde versnippering te voorkomen; deze zeggenschap kwam dan immers toe aan kind 1 en in tweede instantie aan zijn echtgenote;
  • de huidige voorgenomen schenking van de aandelen haar grondslag vindt in recente familiale onderhandelingen, voornamelijk ingegeven door broodnodige investeringen in het onroerend goed waartoe enkel één van de kinderen bereid was mits de zekerheid om op termijn 100% van de aandelen te kunnen verkrijgen;
  • de waarde van de schenking vastgelegd werd aan de hand van meerdere recente en overeenstemmende waarderingsverslagen en op basis van een akkoord tussen partijen met in se tegenstelde belangen (een zo laag mogelijke waarde is in het belang van kind 1; een zo hoog mogelijke waarde is in het belang van de andere kinderen) (zie de bijgevoegde kaderovereenkomst);
  • indien het onroerend goed in de toekomst uit de vennootschap gehaald zou worden, zal deze uitbreng onderworpen dienen te worden aan het verkooprecht conform artikel 2.9.1.0.4 VCF.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

14. Artikel 2.8.4.1.1, §2, 1°, VCF, luidt:

“Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :

1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;”.

15. De schenking van 25% van de aandelen van de Commanditaire Vennootschap op aandelen […] door de ouders aan elk van de kinderen zal belast worden met de schenkbelasting.

Het tarief van 3% zal van toepassing zijn nu het gaat om een schenking van roerende goederen in rechte lijn.

16. Artikel 3.17.0.0.2 VCF luidt:

“Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt:

1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;

2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.“.

17. De inbreng van het onder punt 4 vermelde onroerend goed vond reeds plaats op 25 oktober 2016. De voorgenomen schenking gebeurt aldus niet binnen korte tijdspanne volgend op de inbreng. Het is duidelijk dat het ingebrachte goed sinds de inbreng onderworpen was aan het ondernemersrisico. In het ingebrachte goed werd tot januari 2019 een restaurant uitgebaat.

18. Na de schenking zal de heer kind 1 de aandelen van zijn ouders en zijn zussen overkopen. Hierop zal de Vlaamse registratiebelasting niet worden geheven.

19. Het besluitvormingsorgaan is van oordeel dat de inbreng van het onroerend goed in de commanditaire vennootschap op aandelen […], gevolgd door de schenking van 75% van de aandelen aan de kinderen en de overname van de aandelen door de heer kind 1 geen fiscaal misbruik uitmaakt in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF. De schenking van de aandelen volgt immers niet binnen korte tijdspanne op de inbreng van het onroerend goed in de commanditaire vennootschap […].

Bovendien zijn er andere dan fiscale motieven voor de schenking (zie punt 13).

20. Tot slot wordt opgemerkt dat de eventuele latere verkrijging van het goed door de heer kind 1 onderworpen zal worden aan artikel 2.9.1.0.4 VCF (verkooprecht).


Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.