Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 19034 - Schenking familiale ondernemingen - Voorwaarden en behoud - Gedeeltelijk beroepsmatig geïnvesteerde activa Vlaamse Belastingdienst

VB 19034 - Schenking familiale ondernemingen - Voorwaarden en behoud - Gedeeltelijk beroepsmatig geïnvesteerde activa

Voorafgaande beslissing
Nummer
19034
Datum beslissing
19 augustus 2019
Publicatiedatum
19 november 2019

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.6.0.3. VCF
  • art. 2.8.6.0.5. VCF
  • art. 2.8.6.0.6. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat:

1.1. Volgende activa (ten belope van X%) beroepsmatig worden geïnvesteerd in de familiale ondernemingen en aldus in deze verhouding in aanmerking komen voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen, overeenkomstig artikel 2.8.4.1.1, §1, 1° en artikel 2.8.6.0.5. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit en Omzendbrief VLABEL 2015/2:

1.1.1. Onroerend goed 1, gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 75%;

1.1.2. Onroerend goed 2A, gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 100%;

1.1.3. Onroerend goed 2B , gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 100%; en

1.2. De bouw van de gezinswoningen binnen de drie jaar volgend op het verlijden van de schenkingsakte in het kader van schenkbelasting, overeenkomstig artikel 2.8.6.0.5 en artikel 2.8.6.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit en Omzendbrief 2015/2, volgende gevolgen zal hebben:

1.2.1. de bouw van de gezinswoning op het gedeelte (25%) van het kadastraal perceel gelegen te onroerend goed 1, gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], dat niet met vrijstelling van schenkbelasting werd geschonken, zal geen bijkomende schenkbelasting opeisbaar maken;

1.2.2. de bouw van de gezinswoning op een gedeelte van het kadastraal perceel gelegen te onroerend goed 1, gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], dat het gedeelte (25%) van het deel van het kadastraal perceel dat niet met vrijstelling van schenkbelasting werd geschonken te boven gaat, zal pro rata ten belope van het meerdere bijkomende schenkbelasting opeisbaar maken;

1.2.3. de verbouw en uitbreiding van de woning op het onroerend goed 2C gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], dat niet met vrijstelling van schenkbelasting kan worden geschonken, zal geen bijkomende schenkbelasting opeisbaar maken, zelfs niet indien de omvang van de gezinswoning wordt uitgebreid, zolang binnen de perken van de gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] wordt gebleven.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door mevrouw […],te […], namens:

2.1. de heer X, geboren te […] op xx.xx.1959, met rijksregisternummer […], wonende te […]; en zijn echtgenote;

2.2. mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1962, met rijksregisternummer […], wonende te […]; en hun kinderen;

2.3. mevrouw kind A, geboren te […] op xx.xx.1988, met rijksregisternummer […], wonende te […];

2.4. de heer kind B, geboren te […] op xx.xx.1990, met rijksregisternummer […], wonende te […].

De heer en mevrouw X-Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen ingevolge akte verleden voor Notaris [..], te […] op xx.xx.1994.

3. De heer en mevrouw X-Y zijn gezamenlijk eigenaar van twee [...] te […], met name familiale onderneming 1, met adres te […], en familiale onderneming 2, met adres te […]. De heer en mevrouw X-Y baten voornoemde [...] reeds sinds jaar en dag zelf uit. Sinds enkele jaren is ook kind A betrokken in de uitbating van familiale onderneming 2.

Tot en met augustus 2018 werd de activiteit van de [...] enkel via de eenmanszaak, met ondernemingsnummer […], van de heer X geëxploiteerd. Op heden worden de [...] gedeeltelijk geëxploiteerd via de eenmanszaak van de heer X en gedeeltelijk via de eenmanszaak van mevrouw Y, met ondernemingsnummer […].

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. Het is de bedoeling van de aanvragers dat de familiale ondernemingen 1 en 2, op termijn zullen worden overgenomen door de kinderen, A en B. familiale onderneming 2 wordt op heden reeds mede geëxploiteerd door kind A. familiale onderneming 1 zal op korte termijn (mede) worden geëxploiteerd door kind B.

5. Omwille van voormelde reden wensen de heer en mevrouw X-Y de familiale ondernemingen via schenking over te dragen aan hun kinderen, waarbij:

  • de volle eigendom van de activa die beroepsmatig werden geïnvesteerd in familiale onderneming 2 zullen worden geschonken aan kind A; en
  • de volle eigendom van de activa die beroepsmatig werden geïnvesteerd in familiale onderneming 1 zullen worden geschonken aan de heer kind B.

6. De heer en mevrouw X-Y zullen volgende activa, die beroepsmatig werden geïnvesteerd in de familiale ondernemingen, schenken:

6.1. Onroerende goederen

Volgende onroerende goederen worden door de heer en mevrouw X-Y hoofdzakelijk beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen en wensen zij te schenken aan hun kinderen:

6.1.1. onroerend goed 1

Het onroerend goed gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], wordt ten belope van 75% beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen.

Het onroerend goed betreft namelijk ten belope van 65% een kampeerverblijfplaats, ter beschikking van familiale onderneming 1. Verder is er een gebouw opgebouwd, dat ten belope van 10% dienst doet als receptie van familiale onderneming 1.

Tot eind oktober 2018 werd het gebouw (met uitzondering van de receptie van familiale onderneming 1 ten belope van 10%) gebruikt als gezinswoning door de heer en mevrouw X-Y. Inmiddels zijn de heer en mevrouw X-Y evenwel verhuisd (en hebben zij tevens hun domicilie verplaatst), en hebben zij hun gezinswoning te […]. Momenteel werd de gezinswoning nog geen nieuwe bestemming toegekend.

6.1.2. Onroerend goed 2

Het onroerend goed gelegen te […], bestaat uit drie kadastrale percelen (A,B,C):

  • onroerend goed 2A, gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] betreft de [...] van familiale onderneming 2 die geheel beroepsmatig geïnvesteerd is in de familiale ondernemingen;
  • onroerend goed 2B gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] betreft het [...] van familiale onderneming 2 dat ten belope van 100% beroepsmatig geïnvesteerd is in de familiale ondernemingen;
  • onroerend goed 2C gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] betreft een onroerend goed waarop één gebouw werd gebouwd, dat:
    • dienst doet als [...] van familiale onderneming 2;
    • de [...] bevat van familiale onderneming 2;
    • twee privéwoningen bevat.

Onroerend goed 2C gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] wordt ingevolge bovenvermelde ten belope van 65% aangewend voor privédoeleinden en ten belope van 35% aangewend voor beroepsdoeleinden.

6.2 Roerende goederen

De heer en mevrouw X-Y wensen enerzijds het cliënteel en anderzijds alle roerende goederen die door hen beroepsmatig werden geïnvesteerd in de familiale ondernemingen te schenken aan hun kinderen.

III. Motivering van de aanvraag

7. Vrijstelling van schenkbelasting met betrekking tot onroerende goederen niet geheel beroepsmatig aangewend

7.1. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van schenkbelasting

Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • de onderneming moet door de schenker of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk worden geëxploiteerd overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3, §2 Vlaamse Codex Fiscaliteit;
  • de over te dragen activa moeten door de schenker of zijn partner beroepsmatig zijn geïnvesteerd in de familiale onderneming, overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3 , §1, 1° Vlaamse Codex Fiscaliteit;
  • de overgedragen onroerende goederen mogen niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn, overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3, §1, 1° Vlaamse Codex Fiscaliteit.

7.2. Kwalificatie van onroerende goederen voor het gunstregime inzake familiale ondernemingen

Onder beroepsmatig geïnvesteerde onroerende goederen wordt overeenkomstig artikel 2.1.2. 'Activa moeten beroepsmatig geïnvesteerd zijn' van de Omzendbrief VLABEL 2015/2 verstaan: "De onroerende goederen, met uitzondering van (de gedeelten) van onroerende goederen die tot bewoning bestemd zijn (zie punt 2.1.3).".

Punt 2.1.3. 'Geen onroerende goederen hoofdzakelijk voor bewoning aangewend of bestemd' van de Omzendbrief VLABEL 2015/2 bepaalt: "De vrijstelling of het verminderd tarief is niet van toepassing op de overdracht van onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn. Op deze wijze wil de decreetgever voorkomen dat zuiver privaat patrimonium, zonder enig bedrijfsdoel, onder de vrijstelling of aan het verminderd tarief wordt overgedragen. Overeenkomstig artikel 2.8.6.0.5 Vlaamse Codex Fiscaliteit worden de voorwaarden beoordeeld per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel. Een landbouwhoeve kan derhalve worden vrijgesteld voor het gedeelte dat beroepsmatig wordt gebruikt. Indien het woongedeelte mee wordt overgedragen, zullen voor deze overdracht het schenkingstarief voor onroerende goederen of de erfbelasting voor onroerende goederen van toepassing zijn.”.

Artikel 2.8.6.0.5 Wetboek Vlaamse Codex Fiscaliteit en de Omzendbrief VLABEL 2015/2 bepalen dat de aanwending of de bestemming van een onroerend goed wordt nagegaan per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel als dat gedeelte ofwel een afzonderlijke huisvesting is, ofwel een afdeling van de productie of van de werkzaamheden is die, of een onderdeel daarvan dat, afzonderlijk kan werken, ofwel een eenheid is die van de andere goederen of delen die het perceel vormen, kan worden afgezonderd.
Verder stelt Omzendbrief VLABEL 2015/2 dat of dat er voldaan is aan bovenstaande voorwaarde (beroepsmatig gebruik), concreet zal worden gecontroleerd aan de hand van de laatste aangifte of het laatste aanslagbiljet voor personenbelasting van de schenker. Specifiek zal dit worden gecontroleerd aan de hand van de code 1105 of 2105 (beroepsmatig investeren van onroerende goederen) van de aangifte. Tevens kunnen andere bijkomende stukken worden voorgelegd of door de Vlaamse Belastingdienst worden opgevraagd.

Gelet op hetgeen hierboven uiteengezet begrijpen wij dat indien slechts een gedeelte van het onroerend goed voor bewoning in aanmerking komt, in de akte een duidelijke vermelding gemaakt moet worden van de opsplitsing. Enkel de beroepsgedeelten van het onroerend goed kunnen worden geschonken met vrijstelling van schenkbelasting. Indien het onroerend goed hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd komt het geheel niet in aanmerking voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen.

7.3. Concrete situatie

Ingevolge bovenstaande zouden wij u willen vragen om te bevestigen dat volgende activa (ten belope van X%) beroepsmatig worden geïnvesteerd in de familiale ondernemingen, zoals blijkt uit code 1105/2105 'Onroerende goederen - Gebruikt voor beroepsdoeleinden' van de aangifte personenbelasting met betrekking tot boekjaar 2017 van de heer en mevrouw X-Y en uit code 1105/2105 'Onroerende goederen - Gebruikt voor beroepsdoeleinden' van de voorlopige balans met betrekking tot boekjaar 2018 van de heer en mevrouw X-Y, en aldus (ten belope van X%) in aanmerking komen voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen:

7.3.1. Het onroerend goed 1 gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 75%

Het onroerend goed 1 gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], betreft namelijk ten belope van 65% een [...], ter beschikking van familiale onderneming 1.

Verder is er een gebouw opgebouwd, dat ten belope van 10% dienst doet als receptie van familiale onderneming 1.

Tot eind oktober 2018 werd het gebouw (met uitzondering van de receptie van familiale onderneming 1 ten belope van 10%) gebruikt als gezinswoning door de heer en mevrouw X-Y. Inmiddels zijn de heer en mevrouw X-Y evenwel verhuisd (en hebben zij tevens hun domicilie verplaatst), en hebben zij hun gezinswoning te […]. Momenteel werd de gezinswoning nog geen nieuwe bestemming toegekend.

Het gedeelte van de voormalige gezinswoning dat voor privégebruik is bestemd (zijnde 25% van het onroerend goed 1 gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […]) zal, desondanks het feit dat dit goed op heden niet langer als gezinswoning wordt aangewend, niet kunnen genieten van de vrijstelling van schenkbelasting.

Ons inziens wordt het kadastraal perceel aldus ten belope van 75% beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen, zodat het onroerend goed ten belope van 75% kwalificeert voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen. Met betrekking tot 25% van het onroerend goed zal er schenkbelasting verschuldigd zijn.

7.3.2. Het onroerend goed 2A gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 100%

Het onroerend goed 2A gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] betreft een [...] van familiale onderneming 2 dat geheel beroepsmatig geïnvesteerd is in de familiale ondernemingen.

Bijgevolg wordt het kadastraal perceel ten belope van 100% beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen, zodat het kadastraal perceel geheel kwalificeert voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen.

7.3.3. Het onroerend goed 2B gelegen te [..], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], ten belope van 100%

Het onroerend goed 2B gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], betreft het bungalowpark van familiale onderneming 2 dat geheel beroepsmatig geïnvesteerd is in de familiale ondernemingen.

Bijgevolg wordt het kadastraal perceel ten belope van 100% beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen, zodat het kadastraal perceel geheel kwalificeert voor het fiscale gunstregime inzake familiale ondernemingen.

Het onroerend goed 2C gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] daarentegen, komt niet in aanmerking voor het gunstregime inzake familiale ondernemingen, aangezien het kadastraal perceel hoofdzakelijk wordt aangewend voor privédoeleinden.

Hetgeen hierboven uiteengezet met betrekking tot de onroerende goederen blijkt uit code 1105/2105 'Onroerende goederen - Gebruikt voor beroepsdoeleinden' van de aangifte personenbelasting met betrekking tot boekjaar 2017 van de heer en mevrouw X-Y en uit code 1105/2105 'Onroerende goederen - Gebruikt voor beroepsdoeleinden' van de voorlopige balans met betrekking tot boekjaar 2018 van de heer en mevrouw X-Y.

8. Continuïteitsvoorwaarde inzake de vrijstelling van schenkbelasting met betrekking tot onroerende goederen

8.1. Voorwaarde tot behoud van de vrijstelling van schenkbelasting met betrekking tot onroerende goederen

De vrijstelling van schenkbelasting in het kader van het gunstregime voor familiale ondernemingen, overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3, § 1, eerste lid, 1° Vlaamse Codex Fiscaliteit, wordt met betrekking tot onroerende goederen, overeenkomstig artikel 2.8.6.0.6, §1 Vlaamse Codex Fiscaliteit, maar behouden indien de onroerende goederen die met toepassing van de vrijstelling zijn overgedragen, niet hoofdzakelijk tot bewoning aangewend of bestemd worden gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.

Omzendbrief VLABEL 2015/2 bepaalt hieromtrent: "Hoe de woorden "hoofdzakelijk tot bewoning aangewend of bestemd" dienen geïnterpreteerd te worden, werd reeds uiteengezet onder punt 2.1.3.".

Artikel 2.1.3. 'Geen onroerende goederen hoofdzakelijk voor bewoning aangewend of bestemd' van de Omzendbrief VLABEL 2015/2 bepaalt: "De vrijstelling of het verminderd tarief is niet van toepassing op de overdracht van onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn. Op deze wijze wil de decreetgever voorkomen dat zuiver privaat patrimonium, zonder enig bedrijfsdoel, onder de vrijstelling of aan het verminderd tarief wordt overgedragen. Overeenkomstig artikel 2.8.6.0.5 Vlaamse Codex Fiscaliteit worden de voorwaarden beoordeeld per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel. Een landbouwhoeve kan derhalve worden vrijgesteld voor het gedeelte dat beroepsmatig wordt gebruikt. Indien het woongedeelte mee wordt overgedragen, zullen voor deze overdracht het schenkingstarief voor onroerende goederen of de erfbelasting voor onroerende goederen van toepassing zijn.”.

Artikel 2.8.6.0.5 Wetboek Vlaamse Codex Fiscaliteit en de Omzendbrief VLABEL 2015/29 bepalen met betrekking tot het behoud van het gunstregime dat de aanwending of de bestemming van een onroerend goed wordt nagegaan per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel als dat gedeelte ofwel een afzonderlijke huisvesting is, ofwel een afdeling van de productie of van de werkzaamheden is die, of een onderdeel daarvan dat, afzonderlijk kan werken, ofwel een eenheid is die van de andere goederen of delen die het perceel vormen, kan worden afgezonderd.

Wij begrijpen bijgevolg dat de vrijstelling niet kan worden behouden indien de overgedragen onroerende goederen hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn. Deze voorwaarde wordt beoordeeld per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel.

8.2. Concrete situatie

8.2.1. Onroerend goed 1

Het onroerend goed gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […], wordt ten belope van 75% beroepsmatig geïnvesteerd in de familiale ondernemingen. De overige 25% van het onroerend goed deed dienst als voormalige gezinswoning. Desondanks het feit dat dit deel van het onroerend goed op heden niet langer als gezinswoning wordt aangewend, zal dit gedeelte niet kunnen genieten van de vrijstelling van schenkbelasting.

Het is de bedoeling van partijen om de voormalige gezinswoning af te breken, zodat kind B en zijn echtgenote hierop een nieuwe gezinswoning kunnen bouwen.

Aangezien de 25% van het onroerend goed dat dienst deed als voormalige gezinswoning niet zal kunnen worden geschonken met vrijstelling van schenkbelasting overeenkomstig het gunstregime voor familiebedrijven, dient er ons inziens met betrekking tot dit gedeelte van het onroerend goed dan ook niet te worden voldaan aan de continuïteitsvoorwaarden die gelden onder het gunstregime.

Ingevolge de bouw door kind B en zijn echtgenote van een gezinswoning binnen de drie jaar volgend op de schenking, zal er bijgevolg dan ook geen bijkomende schenkbelasting verschuldigd zijn. Dit laatste behoudens indien de nieuwe gezinswoning van kind B en zijn echtgenote omvangrijker zal zijn dan de voormalige gezinswoning van de heer en mevrouw X-Y.

8.2.2. Onroerend goed 2C,

Verder zullen kind A en haar echtgenoot binnen de drie jaar volgend op de geplande schenking de huurwoning, gelegen op het onroerend goed gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] verbouwen en verder uitbouwen.

Aangezien het kadastraal perceel hoofdzakelijk voor privédoeleinden wordt aangewend en dus niet zal kunnen worden geschonken met vrijstelling van schenkbelasting overeenkomstig het gunstregime voor familiebedrijven, dient er ons inziens met betrekking tot dit kadastraal perceel dan ook niet te worden voldaan aan de continuïteitsvoorwaarden die gelden onder het gunstregime.

8.3. Ingevolge bovenstaande verzoeken de aanvragers om het volgende te bevestigen:

8.3.1. Met betrekking tot het onroerend goed 1 gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […]

Ingevolge de bouw door kind B en zijn echtgenote, binnen de drie jaar volgend op de schenking, van een gezinswoning op het gedeelte (25%) van het kadastraal perceel dat niet met vrijstelling van schenkbelasting zal worden geschonken, zal er geen bijkomende schenkbelasting verschuldigd zijn.

Mocht de nieuwe gezinswoning van kind B en zijn echtgenote omvangrijker zijn dan de 25% van het kadastraal perceel dat niet met vrijstelling van schenkbelasting werd geschonken, zal er pro rata schenkbelasting verschuldigd zijn met betrekking tot het gedeelte van de nieuwe gezinswoning dat gebouwd werd op het deel van het kadastraal perceel dat met vrijstelling van schenkbelasting werd geschonken.

2. Met betrekking tot het onroerend goed 2C gelegen te […], gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […]

De verbouwing en uitbreiding van de woning, binnen de drie jaar volgend op de schenking, zal niet tot gevolg hebben dat er bijkomende schenkbelasting verschuldigd zal zijn. Zelfs niet indien de omvang van de gezinswoning wordt uitgebreid, zolang binnen de perken van de gekadastreerde sectie F met kadastraal nummer […] wordt gebleven.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

9. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • de onderneming moet door de schenker of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk worden geëxploiteerd als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 1° en 2.7.4.2.2, § 2, 1° VCF;
  • de over te dragen activa moeten door de schenker of zijn partner beroepsmatig zijn geïnvesteerd in de familiale onderneming als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, § 1, 1° of 2.7.4.2.2, § 1, 1° VCF;
  • de overgedragen onroerende goederen mogen niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, § 1, 1° of 2.7.4.2.2, § 1, 1° VCF.

Deze voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting.

10. De vrijstelling is niet van toepassing op de overdracht van onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd zijn.

Overeenkomstig artikel 2.8.6.0.5 VCF worden de voorwaarden beoordeeld per kadastraal perceel of per gedeelte van een kadastraal perceel. Een landbouwhoeve kan derhalve worden vrijgesteld voor het gedeelte dat beroepsmatig wordt gebruikt. Indien het woongedeelte mee wordt overgedragen, zullen voor deze overdracht het schenkingstarief voor onroerende goederen van toepassing zijn.

Of een onroerend goed al dan niet geheel of gedeeltelijk tot bewoning wordt aangewend of bestemd is, wordt per geval beoordeeld door de Vlaamse Belastingdienst. Indien slechts een gedeelte van het onroerend goed voor bewoning in aanmerking komt, moet in de akte een duidelijke vermelding gemaakt worden van de opsplitsing.

11. Het besluitvormingsorgaan kan zich niet uitspreken of de onroerende goederen vermeld onder punt 1.1. beroepsmatig zijn geïnvesteerd in de familiale ondernemingen. Over de feitelijke bewijsvoering kan immers geen concrete uitspraak gedaan worden aangezien dit een loutere bewijsproblematiek betreft, waarover geen voorafgaande beslissing kan worden afgeleverd (art. 3.22.0.0.1, §3, 2° punt c) VCF).

12. Voorafgaand aan de authentieke akte van schenking kan de belanghebbende een verzoek richten tot de Vlaamse Belastingdienst om een attest te bekomen waaruit blijkt dat op het moment van het verzoek en op basis van de gegevens, aangereikt door de verzoeker, al dan niet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, VCF is voldaan (artikel 3.21.0.0.1 VCF).

Er is geen verplichting om een attest aan te vragen. Het facultatief systeem waarbij men een attest kan aanvragen kan evenwel duidelijkheid verschaffen betreffende de eerste vraag van de aanvrager (zie punt 1.1.).

13. Artikel 2.8.6.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de vrijstelling moet voldaan zijn op het ogenblik van de schenking. Het hierboven vermelde attest leidt dus niet automatisch tot een vrijstelling van de schenkbelasting. Het recht op vrijstelling moet op het ogenblik van de schenking en het aanbieden ter registratie van de akte beoordeeld worden. Indien het attest kort voor de schenking werd bekomen en de feiten ongewijzigd zijn, kan de vrijstelling worden toegepast.

14. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.8.6.0.3, § 1, eerste lid, 1°, wordt behouden als de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld :

1° als een activiteit van de familiale onderneming zonder onderbreking wordt voortgezet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking;

2° als de onroerende goederen die met toepassing van de vrijstelling zijn overgedragen, niet hoofdzakelijk tot bewoning aangewend of bestemd worden gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking.

15. Onroerende goederen die met toepassing van de vrijstelling of het verminderd tarief worden overgedragen, mogen gedurende een termijn van 3 jaar vanaf de schenking niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of bestemd.

Indien een onroerend goed binnen de drie jaar na de schenking toch hoofdzakelijk tot bewoning wordt aangewend of bestemd, zal dit goed volledig onderworpen worden aan de desbetreffende tarieven van de schenkbelasting. De onroerende goederen die wel blijven voldoen aan de voorwaarden, kunnen blijvend genieten van de vrijstelling.

De onderwerping aan de schenkbelasting indien de voorwaarde niet worden voldaan geldt per kadastraal perceel of gedeelte van het kadastraal perceel (zie punt 10).

16. Uiteraard moet m.b.t. de onroerende goederen die niet met vrijstelling werden geschonken niet aan de voorwaarde van artikel 2.8.6.0.6, §1, 2°, VCF voldaan worden.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.