Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 19020 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 19020 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
19020
Datum beslissing
24 juni 2019
Publicatiedatum
23 juli 2019

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de voorgelegde aanwasovereenkomst tussen de heer X en zijn echtgenote mevrouw Y rechtsgeldig is en niet valt onder de toepassing van de erf- of schenkbelasting (artikelen 2.7.1.0.1. en 2.8.1.0.1. VCF).

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door notaris […] namens zijn cliënten,

2.1. de heer X, geboren te […] op xx.xx.1939, […] en zijn echtgenote;

2.2. mevrouw Y. geboren te Antwerpen op xx.xx.1947, […], samenwonende te […].

3. De betrokken onroerende goederen zijn:

STAD […]

In een appartementsgebouw op en met grond en aanhorigheden gelegen […], voor een oppervlakte volgens titel bij meting van zevenhonderd en elf vierkante meter tachtig vierkante decimeter, thans ten kadaster gekend […], voor een oppervlakte van zevenhonderd en elf vierkante meter:

3.1. Het appartement [...]

3.2. Het appartement [...]

3.3. Het appartement [...]

3.4. De bergingen [...]

3.5. De autostaanplaatsen [...]

Zoals voormelde eigendommen voorkomen en beschreven staan in de statuten opgemaakt door notaris […] op xx.xx.2015.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. De heer X en zijn echtgenote mevrouw Y zijn gehuwd onder het stelsel der zuivere scheiding van goederen blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris […] op xx.xx.1970, niet gewijzigd tot op heden.

5. Zij wensen elk voor zichzelf middels het beding van aanwas de zekerheid te hebben dat de langstlevende van hen dezelfde levensstandaard kan behouden na het overlijden van de eerststervende van hen beiden.

6. Partijen kiezen voor een beding van aanwas dat hen beiden voor onbepaalde duur bindt en niet eenzijdig kan opgezegd worden.

Het voordeel van een beding van aanwas voor de langstlevende kan niet bereikt worden via een gift tussen echtgenoten of een testament, gezien de mogelijkheid om deze steeds eenzijdig te herroepen.

7. De notariële ontwerpakte bevattende een beding van aanwas betreffende enkele van de onroerende goederen die hen toebehoren, luidt onder meer als volgt:

" ... De echtgenoten X-Y verklaren onverdeelde eigenaars te zijn van de hierna vermelde onroerende goederen:

STAD […]

In een appartementsgebouw op en met grond en aanhorigheden gelegen […], volgens titel ten kadaster gekend […], voor een oppervlakte volgens titel bij meting van zevenhonderd en elf vierkante meter tachtig vierkante decimeter, thans ten kadaster gekend […], voor een oppervlakte van zevenhonderd en elf vierkante meter:

1. Het appartement [...]

2. Het appartement [...]

3. Het appartement [...]

4. De bergingen [...]

5. De autostaanplaatsen [...]

Zoals voormelde eigendommen voorkomen en beschreven staan in de statuten opgemaakt door notaris […] op xx.xx.2015.

Partijen verklaren thans tussen hen onderling volgende overeenkomst te sluiten:

BEDING VAN AANWAS

1. De echtgenoten komen op heden bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeen dat, bij het overlijden van de eerststervende onder hen en zonder terugwerkende kracht, de volle eigendom van het deel van de eerststervende in voorschreven goederen zal aanwassen bij het deel van de overlevende.

Aldus staat elk der echtgenoten de volle eigendom van zijn deel af aan de andere onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden; als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt de overdrager een kans om de volle eigendom van het deel van de andere te verkrijgen, indien hij het langst leeft.

2. Deze overeenkomst is wederkerig toegestaan en aanvaard ten bezwarende titel, als kanscontract, onder de hierna volgende modaliteiten en voorwaarden:

  • Beide partijen schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijkwaardig.
  • Partijen kunnen evenwel op elk ogenblik gezamenlijk deze overeenkomst wijzigen of het einde van deze overeenkomst laten vaststellen bij onderhandse of notariële akte, waardoor zij zich weer in een gewone onverdeeldheid bevinden.
  • De aanwas heeft eveneens betrekking op alle eventuele bouwwerken, verbouwingen of veranderingen die op of aan de voormelde goederen zouden uitgevoerd worden. Bij gebrek aan tegenbewijs wordt de stilzwijgende instemming van de beide partijen hieromtrent vermoed.
  • De langstlevende van beide echtgenoten in wiens voordeel de aanwas tot stand komt zal aan de erfgenamen of rechtsopvolgers van de eerststervende geen enkele vergoeding verschuldigd zijn uit hoofde van deze overeenkomst, gezien het hier om een kanscontract gaat.
  • Partijen komen onderling overeen dat, zolang deze overeenkomst van aanwas geldt en zij beiden in leven zijn, zij hun aandeel in voormelde onroerende goederen niet mogen vervreemden, hypothekeren of met andere zakelijke rechten bezwaren, tenzij met uitdrukkelijke instemming van de andere partij.

Een eventuele nietigheid van een bepaling van dit beding van aanwas betreft enkel die specifieke bepaling, die in dat geval voor niet geschreven moet worden gehouden, maar kan, volgens de uitdrukkelijke wil van partijen, niet de nietigheid van het volledige beding van aanwas voor gevolg hebben.".

III. Motivering van de aanvraag

8. Een beding van aanwas is mogelijk tussen echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen.

9. Het voorgestelde beding van aanwas is ten bijzondere titel aangezien de overeenkomst beperkt is tot enkele specifieke onroerende goederen.

10. Het beding van aanwas betreft een contract ten bezwarende titel wat blijkt door het gegeven dat beide echtgenoten elk voor de onverdeelde helft eigenaar zijn en is een kanscontract wat aangetoond wordt door een gelijke overlevingskans, een vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum.
Deze gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van de overeenkomst.

Het beding van aanwas dat de echtgenoten X-Y wensen af te sluiten is een kanscontract ten bezwarende titel.
Alhoewel de echtgenoten X-Y niet een gelijkaardige leeftijd hebben, in casu 79 jaar voor mijnheer en 72 jaar voor mevrouw, worden de overlevingskansen evenwichtig geacht. Beiden verkeren in goede gezondheid en er is geen reden om een ongelijkheid in levensverwachting aan te nemen, wat kan gestaafd worden via een attest van de geneesheer.

Bijgevolg kan men concluderen dat dit beding van aanwas dat de echtgenoten X-Y wensen af te sluiten een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel is, waarbij de artikelen 2.7.1.0.1. en 2.8.1.0.1. VCF geen toepassing kunnen vinden.

De aanvrager verzoekt dat de geldigheid van de voorafgaande beslissing van toepassing blijft tot aan het overlijden der eerststervende van de echtgenoten X-Y.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

11. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

12. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.7.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 3, 4°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten wordt het successierecht en het recht van overgang gevestigd op de goederen die overgaan ingevolge het overlijden.”;

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”.

13. Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten, wat in casu het geval is.

14. In casu gaat het om een kanscontract (ten bezwarende en ten bijzondere titel) met betrekking tot de onder punt 3 vermelde onroerende goederen

15. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting maar bij onroerende goederen, zoals in casu, wel aan het verkooprecht mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

16. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden. Aan deze voorwaarde is voldaan nu het beding van aanwas slaat op de onroerende goederen opgesomd onder punt 3.

17. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

18. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat de heer X 79 jaar is terwijl de levensverwachting in België voor mannen 79 jaar is. Deze vaststelling samen met het feit dat de heer X 7 jaar verschilt met mevrouw Y doen het besluitvormingsorgaan besluiten dat er geen sprake is van een gelijkaardige levensverwachting.

19. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt de inleg van de aanvragers gelijkwaardig te zijn.

20. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu niet om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

21. Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratie- en erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.