Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 19013 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 19013 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
19013
Datum beslissing
19 augustus 2019
Publicatiedatum
17 september 2019

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe:

De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:

1) De voorgelegde aanwasovereenkomst wordt beschouwd als een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel en derhalve enkel zal aanleiding geven tot betaling van het algemeen vast recht, zonder enige heffing van schenkbelasting (art 2.8.1.0.1 VCF) of erfbelasting (art. 2.7.1.0.3, 3°, VCF).

2) Het verschil in inbreng werd gedaan om het bezwarend karakter van de overeenkomst te benadrukken gelet op het leeftijdsverschil tussen beide partijen. Dat derhalve het administratief standpunt nummer 17044 (gepubliceerd op 19 september 2018) op de voorgelegde overeenkomst nog niet van toepassing kan zijn daar dit enkel geldt voor bedingen van aanwas afgesloten vanaf deze datum.

3) Een toevoeging van nieuwe roerende goederen ingevolge gezamenlijke beslissing door een inbreng in verhouding tot de oorspronkelijk ingebrachte goederen geen aanleiding geeft tot de heffing van schenk- of erfbelasting.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door de geassocieerde notarissen, [...], namens:

2.1. De Heer X, geboren te [...] op xx.xx.negentienhonderdnegenenveertig en zijn echtgenote;

2.2. Mevrouw Y, geboren te [...] op xx.xx.negentienhonderdvijfenvijftig, samenwonend te [...].

3. De echtgenoten X-Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris [...] op xx.xx.1978 gewijzigd, met behoud van stelsel, ingevolge akte verleden voor ondergetekende notaris [...] te op xx.xx.2007.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. Blijkens akte verleden voor het ambt van notaris [...] op xx.xx.2013 hebben de echtgenoten X-Y een contract van aanwas gesloten met betrekking tot hun aandelen in de toenmalige naamloze vennootschap "vennootschap A" (thans coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "vennootschap A") met zetel te [...].

5. Het betreft een optioneel aanwascontract in volle eigendom.

6. Gelet op het leeftijdsverschil en het hieruit voortvloeiend verschil in levensverwachting heeft mevrouw Y 2.879 aandelen ingebracht (voor een toenmalige tegenwaarde van € […]) en de heer X 2.001 aandelen (voor een toenmalige tegenwaarde van € […]).

7. Er werd tevens voorzien in een stilzwijgende uitbreiding van de aanwas voor zover de opbrengsten worden aangewend om nieuwe roerende goederen te verwerven ingevolge een gezamenlijke beslissing.

III. Motivering van de aanvraag

8. Het bezwarend karakter van de overeenkomst kan volgens de aanvragers niet worden betwist. Uit de bewoordingen en de voorwaarden van de akte blijkt dat het om een werkelijk kanscontract gaat (o.a. het vervreemdingsverbod).

9. De berekening van de kansengelijkheid gebeurt door een inschatting van de effectieve levensverwachting van iedere partij, maar eveneens met specifieke omstandigheden, zoals de gezondheidstoestand of de ongelijke financiële inleg.

Gelet op het feit dat er een leeftijdsverschil bestaat tussen beide partijen die voor de rest in goede gezondheid verkeren werd geopteerd voor een ongelijke inbreng.

De rechtspraak stelde zich reeds soepel op bij de concrete beoordeling van de gelijke kansen. Een groot leeftijdsverschil (Antwerpen 10 februari 1988, T Not. 1989, 320; Rb. Turnhout 7 januari 2005, RAGE 2006, nr. 6, 60, noot D. MICHIELS) of een ongelijke financiering (Antwerpen 30 juni 2008, 2007/AR/2136) vormen voor de hoven en rechtbanken geen beletsel voor de gelijkwaardigheid van kansen.

10. Bovendien was het duidelijk de bedoeling van de partijen om de langstlevende van hen zoveel mogelijk te beschermen. Dit kan enkel bereikt worden via een aanwasovereenkomst (en niet via schenking, testament of inbreng in een beperkt gemeenschappelijk vermogen).

IV. Beslissing

11. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

12. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

13. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”

  • Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”

14. Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten, wat in casu niet het geval is.

15. In casu gaat het om een kanscontract (ten bezwarende en ten bijzondere titel) met betrekking tot niet-onverdeelde goederen, in casu de aandelen van toenmalige naamloze vennootschap “vennootschap A” (thans de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “vennootschap A”). Voor dergelijk kanscontract wordt dezelfde fiscale regeling als voor een beding van aanwas toegepast en kan volgende redenering worden gevolgd.

16. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

17. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden. Aan deze voorwaarde is voldaan nu elke partij specifieke aandelen bezit.

18. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.

In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed

Een stilzwijgende uitbreiding van de aanwas voor zover de opbrengsten worden aangewend om nieuwe roerende goederen te verwerven ingevolge een gezamenlijke beslissing gaat verder dan de beschreven mogelijkheid van zaakvervanging. Een beding van aanwas is niet geldig voor de goederen verkregen na het contract.

19. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

20. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

21. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt de inleg van de aanvragers niet gelijkwaardig is. Mevrouw Y verbindt zich voor 2.879 aandelen met een toenmalige tegenwaarde van € [...] De heer X verbindt zich slechts voor 2.001 aandelen met een toenmalige tegenwaarde van € [...].

Dit verschil in inleg vloeit voort uit het leeftijdsverschil van meer dan vijf jaar dat tussen de heer X en mevrouw Y bestaat. In oudere contracten was het niet ongebruikelijk om een verschil in leeftijd te compenseren door een verschil in inleg. In standpunt 17044 van 9 september 2018 wordt gesteld dat gelijkheid qua overlevingskansen niet kan gecompenseerd worden door ongelijkheid qua inleg. Dat zijn twee verschillende evenwichten. Door een grotere inleg vergroot de kans immers niet om de andere mede-eigenaar te overleven. Aangezien het beding van aanwas dateert van vóór het standpunt 17044 van 19 september 2018 van de Vlaamse Belastingdienst wordt compensatie in dit geval aanvaard.

22. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratie- en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.