Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 19010 - Kanscontract m.b.t. roerende goederen Vlaamse Belastingdienst

VB 19010 - Kanscontract m.b.t. roerende goederen

Voorafgaande beslissing
Nummer
19010
Datum beslissing
13 mei 2019
Publicatiedatum
7 juni 2019

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat de voorgelegde overeenkomst van aanwas tussen de echtgenoten Echtgenoot X en Echtgenote Y rechtsgeldig is en kwalificeert als een contract onder bezwarende titel (kanscontract) en dat:

  • indien de overeenkomst in België wordt geregistreerd – de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2 VCF niet van toepassing zullen zijn en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn;
  • op het ogenblik van de aanbieding ter registratie, respectievelijk bij overlijden van één van de echtgenoten – evenmin de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF en 2.7.1.0.5 VCF van toepassing zullen zijn, zodat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn;
  • deze verrichting geen fiscaal misbruik vormt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

2. De aanvragers verzoeken uitdrukkelijk dat de voorafgaande beslissing die terzake zal genomen worden, een geldigheidsduur zou hebben tot het overlijden van de eerststervende der echtgenoten.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

3. De aanvraag wordt ingediend door:

3.1. De heer Echtgenoot X, geboren te […], echtgenoot van mevrouw Echtgenote Y, en

3.2. Mevrouw Echtgenote Y, geboren te […], echtgenote van voornoemde heer Echtgenoot X,

samenwonende te […].

4. Zij verklaren voorafgaandelijk:

4.1. dat zij gehuwd zijn onder het stelsel der scheiding van goederen, blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.1965, gewijzigd, doch niet wat het stelsel betreft, blijkens akte verleden voor Notaris […] op xx.xx.2007;

4.2. dat zij samen twee meerderjarige kinderen hebben, met name kind 1 en kind 2 ;

4.3. dat zij hun fiscale woonplaats sedert meer dan vijf jaar (namelijk gedurende hun hele leven) in het Vlaamse Gewest hebben.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

5. De overeenkomst van aanwas zal als volgt luiden:

De ondergetekenden:

1. De Heer Echtgenoot X , geboren te […], echtgenoot van mevrouw Echtgenote Y, […]

2. Mevrouw Echtgenote Y, geboren te […], echtgenote van voornoemde heer Echtgenoot X, wonende te […].

Verklaren voorafgaandeliik:

1/ Dat zij gehuwd zijn onder het stelsel der scheiding van goederen, blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris […], gewijzigd, doch niet wat het stelsel betreft, blijkens akte verleden voor Notaris […], zo zij verklaren.

2/ Dat zij elk voor de onverdeelde helft eigenaar zijn van drie (3) effectenportefeuilles, met bijhorende zicht-, spaar-.,en beleggingsrekeningen ingeschreven op hun naam in onverdeeldheid, hierna samen genoemd “de effectenportefeuille" of “het doelvermogen".

Deze effectenportefeuille is een individualiseerbaar goed en vormt een universaliteit van goederen, bestaande uit diverse bestanddelen (effecten of speciën). Deze samenstelling kan gewijzigd worden door de zakenrechtelijke subrogatie, (weder)belegging of vervanging van de diverse elementen die deel uitmaken van deze universaliteit.

De samenstelling van de drie (3) effectenportefeuilles, met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen, op dag van # 2019, zijn omschreven in de staat van schatting, aangehecht aan deze.

3/Ondergetekenden hebben samen 2 meerderjarige kinderen, met name kind 1 en kind 2

OVEREENKOMST VAN AANWAS

Ondergetekenden verklaren thans tussen hen onderling volgende overeenkomst te sluiten:

BEDING VAN AANWAS IN VOLLE EIGENDOM

Beding van aanwas:

Om de langstlevende te beschermen bij het overlijden van één van hen, komen de ondergetekenden overeen een bijzondere onverdeeldheid tussen hen in het leven te roepen voor wat betreft voormelde effectenportefeuilles met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen, dewelke samen als een doelvermogen worden aanzien.

De ondergetekenden komen bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeen dat, bij het overlijden van de eerststervende van hen en zonder terugwerkende kracht, de volle eigendom van diens onverdeelde helft in dit doelvermogen zal aanwassen bij dat van de langstlevende, zonder dat deze laatste iets zal verschuldigd zijn aan de erfgenamen of rechtverkrijgenden van de eerststervende.

Aldus staat elk der ondergetekenden de volle eigendom van zijn/haar onverdeelde helft in voormelde effectenportefeuilles met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen af aan de andere onder de opschortende voorwaarde van zijn/haar vooroverlijden; en verkrijgt ieder van hen als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de effecten toebehorend aan de andere te verwerven, indien hij of zij het langst leeft.

Beide ondergetekenden schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijk in, dit gezien hun leeftijd, gezondheidstoestand, familiale antecedenten en levenswijze.

Vermits deze roerende goederen bovendien aan elk der ondergetekenden toebehoren, voor de onverdeelde helft, maakt onderhavige overeenkomst een volwaardig kanscontract uit, bijgevolg onder bezwarende titel.

Ondergetekenden sluiten deze overeenkomst van aanwas, omdat hetzelfde resultaat eventueel niet kan bereikt worden door een schenking of een testament, gezien de reserve van hun afstammelingen en de herroepbaarheid van deze rechtshandelingen.

Evenmin kan dit resultaat met zekerheid bekomen worden door de toevoeging van een gemeenschappelijk vermogen met een zogenaamd “verblijvingsbeding", gezien de eventuele toepassing van artikel 1464 BW.

Modaliteiten:

Deze overeenkomst is wederkerig toegestaan en aanvaard ten bezwarende titel, als kanscontract, onder de hierna volgende modaliteiten en voorwaarden:

Artikel 1 - Algemeen

De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van hen, voor het volledig aandeel van de eerststervende, met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht.

Indien voornoemde heer Echtgenoot X als eerste overlijdt, zal voornoemde mevrouw Echtgenote Y bij zijn overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van de onverdeelde helft van de heer Echtgenoot X in dit doelvermogen.

Indien voornoemde mevrouw Echtgenote Y als eerste overlijdt, zal voornoemde heer Echtgenoot X bij haar overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van de onverdeelde helft van mevrouw Echtgenote Y in dit doelvermogen.

Artikel 2 - Kanscontract ten bezwarende titel

Daar het een kanscontract ten bezwarende titel betreft, zal er geen enkele vergoeding verschuldigd zijn door de langstlevende aan de erfgenamen van de eerststervende uit hoofde van de verwerving door de langstlevende van het deel van de eerststervende.

Ondergetekenden achten voor zichzelf de kansen gelijkwaardig om elkaars gerechtigheden in voormelde roerende goederen uiteindelijk te verwerven.

Het bezwarend karakter van deze overeenkomst wordt onderstreept door het oogmerk van elke partij om te worden beschermd voor het geval hij/zij zelf de langstlevende zou zijn.

Artikel 3 - Duur

Deze overeenkomst is tussen ondergetekenden afgesloten vanaf heden voor onbepaalde duur en kan enkel beëindigd worden mits uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van beide ondergetekenden.

Zij kunnen evenwel op elk ogenblik gezamenlijk deze overeenkomst wijzigen of het einde van deze overeenkomst schriftelijk vaststellen.

Ondergetekenden sluiten de overeenkomst evenwel onder de uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde van beëindiging van de samenwoning tussen hen door de inleiding van een vordering tot echtscheiding door één van hen of indien zij meer dan zes maanden gescheiden leven (met uitdrukkelijke verwijzing naar de arresten van het Hof van Cassatie van 6 maart 2014 (Nr. C.13.0362.N) en 21 oktober 2016 (Nr.C.15.0a57.N/1).

Artikel 4 - Vruchten en meerwaarden

Alle vruchten, nl. interesten, dividenden of andere opbrengsten die worden voortgebracht door de effectenportefeuille, alsmede de door de effectenportefeuille gerealiseerde meerwaarden, kunnen op eender welk tussen partijen overeengekomen tijdstip worden uitgekeerd aan partijen, elk voor de helft, tenzij zij gezamenlijk zouden beslissen om hiervan een deel of het geheel te herbeleggen of te herinvesteren.

De vruchten, nl. interesten, dividenden of andere opbrengsten, alsmede de meerwaarden die niet werden uitgekeerd, vallen eveneens onder dit beding van aanwas.

Artikel 5 - Vervanging van de bestaande goederen door andere soorten goederen - zaakvervanging:

A. Alle zaken, andere dan effecten en gelden, die worden verkregen in vervanging van de oorspronkelijke tegoeden, hun vruchten en meerwaarden, of een deel daarvan vallen eveneens onder dit beding van aanwas, doch enkel voor zover ondergetekenden dit hierop schriftelijk van toepassing verklaren.

B. Het principe van de zaakvervanging is van toepassing op de effectenportefeuille aangezien de effectenportefeuille een feitelijke universaliteit van goederen uitmaakt waarin zaakvervanging van rechtswege speelt.

Aldus hebben de wijzigingen in de samenstelling van de effectenportefeuilles (mits akkoord van beide partijen), in hoofde van de vervanging, belegging of herbelegging van deze goederen, geen invloed op onderhavige overeenkomst die ongewijzigd blijft.

Bijgevolg heeft onderhavige aanwasovereenkomst niet alleen betrekking op de effecten aangeduid in de aangehechte staat, maar tevens op de effecten en liquiditeiten die in de plaats zijn gekomen van deze tegoeden zoals aangegeven in de staat van schatting en overzicht gehecht aan deze overeenkomst.

De aanwasovereenkomst eindigt geenszins in geval van wijziging van de nummering waaronder de effectenportefeuilles en hun bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen geïndividualiseerd zijn, of ingeval van bewaargeving van het doelvermogen door een andere fìnanciële instelling.

Artikel 6 - Verbod van vervreemding

Zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen de partijen, verbinden zij zich ertoe hun doelvermogen niet te vervreemden, noch ten bezwarende titel, noch om niet, niet in pand te geven en er geen persoonlijke of zakelijke rechten op toe te staan, tenzij met uitdrukkelijk wederzijds akkoord.

Wel kunnen zij, mits het akkoord van de andere partij, overgaan tot de vervreemding van effecten en de vervanging daarvan door andere die in de plaats van de vervreemde effecten zullen treden en aan het beding van aanwas zullen onderworpen zijn.

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van partijen om gezamenlijk te beschikken over de bestanddelen van het doelvermogen op gelijk welke wijze of schenkingen te doen met betrekking tot de effecten en gelden zich bevindende op voormelde effectenportefeuille (of ten aanzien van de individuele bestanddelen ervan).

Artikel 7 - Nietigheid

Een eventuele nietigheid van een bepaling van dit beding van aanwas betreft enkel die specifieke bepaling, die in dat geval voor niet geschreven moet worden gehouden, maar kan, volgens de uitdrukkelijke wil van partijen, niet de nietigheid van het volledige beding van aanwas voor gevolg hebben.

Opgemaakt in # exemplaren, elk der ondergetekenden heeft een exemplaar ontvangen.

[…], op # 2019

III. Motivering van de aanvraag

6. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen die hem/haar in staat stellen zijn/haar levenskwaliteit en –standaard als langstlevende echtgenoot te garanderen en hem/haar tegelijkertijd in staat te stellen een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen, wensen zij de flexibiliteit van hun huwelijksvermogensrechtelijk regime te maximaliseren teneinde elk voor zich als langstlevende echtgenoot de nodige zekerheid en bescherming te bekomen.

Zij zijn elk voor de onverdeelde helft eigenaar van drie (3) effectenportefeuilles, met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen, ingeschreven op hun naam in onverdeeldheid, hierna ook samen genoemd “de effectenportefeuille” of “het doelvermogen”.

De echtgenoten kiezen ervoor om met betrekking tot deze tegoeden een contract van aanwas aan te gaan. Zij kiezen bewust voor dergelijke wederzijdse overeenkomst die hen beiden bindt en bijgevolg niet éénzijdig kan opgezegd worden.

Het aanwascontract bindt hen bovendien voor onbepaalde duur en vervult zowel de doelstelling van de financiële bescherming van de langstlevende echtgenoot, als deze van een gezamenlijk handelen.

Dit doel kan niet bereikt worden met een schenking tussen echtgenoten of testament aangezien deze éénzijdige en herroepbare rechtshandelingen betreffen, waarbij daarenboven rekening dient gehouden te worden met de reserve van de kinderen.

Evenmin kan dit resultaat met zekerheid bekomen worden door de toevoeging van een gemeenschappelijk vermogen met een zogenaamd “verblijvingsbeding”, gezien de eventuele toepassing van artikel 1464 BW.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

7. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

8. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

9. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”

  • Artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF dat luidt als volgt:

“Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”

  • Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.
Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden.”

  • Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.
Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.
§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.
De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”

  • Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

“Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.
Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.”

10. Een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) valt onder dezelfde fiscale regeling als een beding van aanwas.

11. Het feit dat het contract tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk contract wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten. Het kan geen betrekking hebben op goederen die tot de huwgemeenschap behoren. In casu verklaren de partijen elk voor de onverdeelde helft eigenaar te zijn van drie effectenportefeuilles met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen, ingeschreven op hun naam en in onverdeeldheid.

12. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

13. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

14. De heer Echtgenoot X en mevrouw Echtgenote Y zijn elk voor de onverdeelde helft eigenaar van drie effectenportefeuilles met bijhorende zicht-, spaar-, en beleggingsrekeningen. Vermits een effectenportefeuille beschouwd wordt als een universaliteit, aanvaardt Vlabel dat het contract betrekking heeft op de effectenportefeuille in haar geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.

15. De aanvaarding van de kwalificatie als feitelijke universaliteit heeft tot gevolg dat er van rechtswege zaakvervanging optreedt. Het contract zal dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuille zoals deze is samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de echtgenoten ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbeleggingen.

16. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

17. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt na het sluiten van het contract etc...

18. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het beding. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het beding blijkt dat bij het afsluiten van het beding niet aan deze voorwaarde was voldaan (zoals in de omstandigheid dat een van de partijen kort na het afsluiten van het beding is komen te overlijden en dat het een niet onverwacht overlijden betreft).

19. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat. De heer Echtgenoot X en mevrouw Echtgenote Y hebben quasi dezelfde leeftijd en partijen schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijk in, dit gezien hun leeftijd, gezondheidstoestand, familiale antecedenten en levenswijze.

20. Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

21. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

22. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De goederen die deel uitmaken van het contract behoren de aanvragers ieder voor de onverdeelde helft toe.

23. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het beginsel dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.

24. De voorgenomen verrichting maakt in principe geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF tenzij uit de feiten blijkt dat de kansen uiteindelijk niet gelijkwaardig waren omdat één van de partijen kort na het sluiten van het contract niet onverwacht is komen te overlijden.

25. Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratie-en erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.