Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18036 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 18036 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
18036
Datum beslissing
5 september 2018
Publicatiedatum
24 september 2018

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de voorgelegde overeenkomst van aanwas tussen de heer A en mevrouw B rechtsgeldig is en kwalificeert als een contract onder bezwarende titel (kanscontract) en dat - indien de overeenkomst in België wordt geregistreerd - de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF niet van toepassing zullen zijn en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn, alsook dat de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, VCF en 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing zullen zijn bij het overlijden van een echtgenoot zodat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door […], namens:

De heer A, […], van Belgische nationaliteit; en zijn echtgenote,

mevrouw B, […], van Belgische nationaliteit, […], samenwonende te […].

3. De echtgenoten A-B, voormeld, huwden op xx.xx. 1967 te […] (Nederland), in beiden voor eerste echt, onder het stelsel van de algehele gemeenschap van goederen naar Nederlands recht (Nederlands wettelijk stelsel) bij gebrek aan huwelijkscontract.

4. Bij akte verleden voor notaris […], notaris te Roosendaal op xx.xx. 2009 hebben zij hun huwelijksstelsel gewijzigd naar een stelsel van uitsluiting van elke gemeenschap van goederen.

5. Bij akte verleden voor notaris […] voornoemd op xx.xx.2009 hebben zij rechtskeuze gedaan voor het Belgische huwelijksvermogensrecht met behoud van de op dat moment tussen hen geldende huwelijksvoorwaarden, voor zover deze verenigbaar zijn met voornoemde rechtskeuze, zodat de echtgenoten ten gevolge van deze akte gehuwd zijn onder het Belgische stelsel van de scheiding van goederen.

6. Bij akte verleden voor notaris […] op xx.xx.2009 hebben zij hun huwelijksvermogensrechtelijk regime van scheiding van goederen naar Belgisch recht behouden, aangepast aan het Belgisch recht en taalgebruik, de modaliteiten ervan uitgewerkt en er een finaal en facultatief verrekenbeding aan toegevoegd.

7. De echtgenoten hebben samen twee meerderjarig kinderen.

8. De echtgenoten hebben hun fiscale woonplaats meer dan vijf jaar in het Vlaamse Gewest.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

9. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen die hem/haar in staat stellen zijn/haar levenskwaliteit en - standaard als langstlevende echtgenoot te garanderen en hem/haar tegelijkertijd in staat stellen een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen, wensen zij de flexibiliteit van hun huwelijksvermogensrechtelijk regime te maximaliseren teneinde elk voor zich als langstlevende echtgenoot de nodige zekerheid en bescherming te bekomen.

De echtgenoten beschikken over een effecten-, zichtrekening op hun gezamenlijke naam, alsook over een inboedel en vorderingen ten aanzien van derden, telkens ieder voor de onverdeelde helft.

De partijen kiezen ervoor om met betrekking tot deze tegoeden een contract van aanwas aan te gaan. Zij kiezen bewust voor dergelijke wederzijdse overeenkomst die hen beiden bindt en bijgevolg niet eenzijdig kan opgezegd worden. Het aanwascontract bindt hen bovendien voor onbepaalde duur en vervult zowel de doelstelling van de financiële bescherming van de langstlevende echtgenoot, als deze van een gezamenlijk handelen.

Dit doel kan niet bereikt worden met een schenking tussen echtgenoten of testament aangezien deze eenzijdige en herroepbare rechtshandelingen betreffen.

10. De overeenkomst van aanwas zal als volgt luiden:

“TUSSEN ONDERGETEKENDEN

1. De heer A , […] en

2. zijn echtgenote, mevrouw B […];

Hierna genoemd “de partijen”;

OVERWEGENDE DAT:

  • De partijen onverdeeld eigenaar zijn van:

a.

1. Een beleggingsrekening genaamd ''#” beheerd door vermogensadviseur #, met zetel te #, #;

2. Een beleggingsrekening geïndividualiseerd onder nummer #, aangehouden bij # met zetel te #;

3. Een belang van 50 certificaten in het fonds #, met zetel te #, #.

waarvan de samenstelling aan deze overeenkomst wordt gevoegd, hierna genoemd "de effectenportefeuille”;

en

b. De inboedel van hun gezinswoning, elk voor een onverdeelde helft, gelegen te […], waarvan een overzicht wordt gevoegd aan deze overeenkomst, hierna genoemd “de inboedel”;

en

c.

1. Een vordering geïndividualiseerd onder nummer # op de bank #, met zetel te #:

2. Een vordering op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (B.V.) naar Nederlands recht # met zetel te #;

3. Een vordering op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht # met zetel te #;

4. Een vordering op de Heer #, wonende te #;

5. Vorderingen op de Heer #, wonende te #;

elk voor een onverdeelde helft, waarvan een overzicht wordt gevoegd aan deze overeenkomst, hierna genoemd “de vorderingen”;

De effectenportefeuille, de inboedel en de vorderingen worden hierna samen genoemd "de tegoeden".

  • De effectenportefeuille een individualiseerbaar goed is en een universaliteit van goederen vormt; bestaande uit diverse bestanddelen (effecten of speciën). Deze samenstelling kan gewijzigd worden door de zakenrechtelijke subrogatie, (weder)belegging of vervanging van de diverse elementen die deel uitmaken van deze universaliteit.

  • De samenstelling van de effectenportefeuille op dag van vandaag is omschreven in een staat; aangehecht aan deze;

  • Een overzicht van de inboedel en vorderingen aangehecht is aan deze;

  • Partijen verklaren dezelfde levensverwachting te hebben en zijn bereid tot staving hiervan een medisch verslag bij te voegen indien gevraagd;

  • Partijen zich zo goed als mogelijk wensen te voorzien voor het geval elk van hen de langstlevende van hen zou zijn. Ze handelen In die zin "animo speculandi”.

Met betrekking tot deze tegoeden;

IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1 – Algemeen

Partijen wensen dat de tegoeden, met de eraan gekoppelde liquiditeiten, aan de langstlevende hunner toekomen; het betreft hier een doelvermogen met inbegrip van meerwaarden, vruchten en toebehoren en bij wederbelegging of zaakvervanging verkregen zaken.

Ingeval van beëindiging van de onverdeeldheid met betrekking tot de tegoeden, door het overlijden van één der partijen" zal het aandeel van de overledene in volle eigendom aangroeien bij dat van de langstlevende.

Deze aanwas is tussen partijen overeengekomen ten titel van kanscontract en dus onder bezwarende titel. Aldus staat elk der partijen zijn onverdeeld aandeel in de tegoeden af aan de andere onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt degene die afstaat een gelijke kans om het aandeel van de andere te verwerven indien hij het langst leeft.

Artikel 2 - Rechtskeuze

De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat uitsluitend het Belgische recht van toepassing is op deze overeenkomst, met betrekking tot zijn inhoud als tot zijn vorm, hierna samen genoemd "het toepasselijke recht”.

Artikel 3 - Verbod van vervreemding

Teneinde de uitvoering van onderhavige overeenkomst te garanderen verbinden partijen zich ertoe, gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst; hun onverdeeld aandeel in voorschreven tegoeden, niet te vervreemden, te verpanden of er eender welk ander recht op toe te staan, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere, en dit zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen.

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van partijen om gezamenlijk schenkingen te doen met betrekking tot de effecten en gelden zich bevindende op voormelde effectenportefeuille (of ten aanzien van de individuele bestanddelen ervan) of de vorderingen of de inboedel.

Tevens verbinden partijen zich ertoe alle beslissingen aangaande beleggingen en herbeleggingen met betrekking tot de onverdeeldheid gezamenlijk te nemen.

Partijen ontzeggen zich het recht elkaar wederzijdse volmachten toe te staan.

Artikel 4 - Vervanging van de bestaande goederen - Zaakvervanging

a) Alle zaken die worden verkregen in vervanging van de oorspronkelijke tegoeden, hun inkomsten en meerwaarden, vallen eveneens onder dit beding van aanwas.

b) De wijzigingen in de samenstelling van de effectenportefeuille (mits akkoord van beide partijen), in hoofde van de vervanging, belegging of herbelegging van deze goederen, heeft geen invloed op onderhavige overeenkomst die ongewijzigd blijft met name de effectenportefeuille geïndividualiseerd onder het bovenstaande nummer. De principes van zaakvervanging zijn onverkort van toepassing op deze effectenportefeuille.

c) Bijgevolg heeft onderhavig contract van aanwas niet enkel betrekking op de effecten aangeduid in de aangehechte staat en op de goederen of vorderingen aangeduid in het aangehechte overzicht, maar tevens op de goederen, vorderingen, effecten en liquiditeiten die in de plaats zijn gekomen van deze tegoeden zoals aangegeven in de staat van schatting en overzicht gehecht aan deze overeenkomst. Het principe van de zaakvervanging is tevens van toepassing op de effectenportefeuille aangezien de effectenportefeuille een feitelijke universaliteit van goederen uitmaakt waarin zaakvervanging van rechtswege speelt.

d) Als tot zaakvervanging wordt overgegaan wat de inboedel of vorderingen betreft, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.

Artikel 5 - Vruchten

5.1 Partijen komen overeen dat de vruchten (interesten) en de gerealiseerde meerwaarden die door de inboedel en vorderingen gerealiseerd worden, mits akkoord van beide partijen mogen uitgekeerd worden aan de partijen, elk voor de onverdeelde helft.

De meerwaarden die deel uitmaken van de inboedel en vorderingen maken integraal deel uit van de tegoeden. Bijgevolg zal onderhavige overeenkomst van aanwas tevens van toepassing zijn op deze meerwaarden,

5.2 Partijen komen overeen dat de vruchten (interesten, dividenden etc.) die door de effectenportefeuille gegenereerd worden, na aftrek van de bancaire kosten (bewaar- en beheerskosten en andere kosten) wel of niet mogen uitgekeerd worden aan de partijen, elk voor de onverdeelde helft net zoals de meerwaarden die door de effectenportefeuille gerealiseerd worden (mits akkoord van beide partijen). In geval de vruchten en meerwaarden niet uitgekeerd worden, zal onderhavig contract tevens van toepassing zijn op de vruchten en meerwaarden.

De meerwaarden die deel uitmaken van de effectenportefeuille en niet uitgekeerd worden wegens niet-realisatie, maken integraal deel uit van de geïndividualiseerde effectenportefeuille. Bijgevolg zal onderhavige overeenkomst van aanwas tevens van toepassing zijn op deze meerwaarden.

Artikel 6 - Duur

Dit contract heeft een onbepaalde duur en kan slechts ontbonden worden met het akkoord van beide partijen. Niettemin staat het de partijen vrij om in gemeenschappelijk overleg een einde te stellen aan het contract van aanwas.

Het contract van aanwas eindigt geenszins ingeval van een wijziging van het nummer waaronder de effectenportefeuille geïndividualiseerd is of ingeval van bewaargeving van de desbetreffende effectenportefeuille door een andere financiële instelling dan deze die vandaag de bewaarneming op zich neemt.

Artikel 7 - Nietigheid

Een eventuele nietigheid van een bepaling van dit beding van aanwas betreft enkel die specifieke bepaling. die in dat geval voor niet geschreven moet worden gehouden, maar kan, volgens de uitdrukkelijke wil van partijen, niet de nietigheid van het volledige beding van aanwas voor gevolg hebben.

Artikel 8 - Bemiddeling en arbitrage

De partijen komen overeen om ingeval van betwisting deze overeenkomst te onderwerpen aan de bemiddeling en zo nodig aan de principes van de arbitrage.

Artikel 9 - Slotbepalingen

De partijen verklaren afdoende geïnformeerd te zijn aangaande hun rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit deze overeenkomst die hen op een onpartijdige wijze geadviseerd werd.

Opgemaakt in twee exemplaren te # op #, elk der partijen verklarende een origineel getekend exemplaar te hebben ontvangen.”

III. Motivering van de aanvraag

11.1. Principe

Het beding van aanwas betreft een kanscontract ten bezwarende titel dat wordt afgesloten tussen twee contractanten met betrekking tot één of meerdere goederen.

Een contract van aanwas heeft een wederkerig karakter. Beide contractanten zullen gezamenlijk tot een besluitvorming moeten komen teneinde hun rechten van beheer en beschikking uit te oefenen. Een wijziging, noch opzegging kan bijgevolg eenzijdig geschieden.

Als compensatie van deze beperking aan hun beheers- en beschikkingsbevoegdheid die de echtgenoten zich vrijwillig opleggen, bekomt elke contractant onder opschortende voorwaarde het recht op het aandeel van de medecontractant in zijn aanspraken op het goed waar het beding van aanwas op gevestigd wordt zo deze komt te overlijden. Het zich al dan niet voordoen van de aanwas is verbonden aan de onzekere gebeurtenis van het tijdstip van overlijden van een contractant. De onzekerheid van tijdstip en identiteit van de eerstoverleden contractant maakt dat beide partijen eenzelfde kans hebben op de aanwas van een vermogensbestanddeel.

11.2. Een beding van aanwas tussen echtgenoten

Een beding van aanwas is niet strijdig met het verkoopverbod vervat in artikel 1595 BW bij gebrek aan kwalificatie als verkoop.

Een beding van aanwas betreft immers een verkrijging onder opschortende voorwaarde, waarbij zowel het gegeven van de verkrijging an sich als het tijdstip van verkrijging voor beide partijen onzeker zijn. Gegeven dit aleatoire karakter en de strikte interpretatie die aan artikel 1595 BW moet worden gegeven, kan dit artikel geenszins worden toegepast op onderhavig beding van aanwas.

Overigens is de Vlaamse Belastingadministratie geen rechter over de rechtsgeldigheid van een overeenkomst.

11.3. Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen

Dat een beding van aanwas mogelijk is tussen echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen wordt zowel door het Grondwettelijk Hof als de Vlaamse belastingadministratie zelf bevestigd.

11.4. Een evenwichtig kanscontract

Het beding van aanwas betreft een contract ten bezwarende titel, wat verklaard wordt door het gegeven dat beide partijen een gelijke kans hebben om eigendomsaanspraken op het gehele goed te verkrijgen door de aanwas in volle eigendom van het aandeel van de overleden contractant. Deze gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van de overeenkomst.

De kwalificatie "kanscontract" tussen partijen wordt aangetoond door de gelijke overlevingskans, een gezamenlijk optreden in de vorm van een strikt vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum. Het bezwarende karakter sluit de taxatie in de erf- of registratiebelasting in hoofde van de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, art. 2.7.1.0.5, art. 2.8.1.0.1 io 2.8.4.1.1, §2 VCF uit. De aanvragers verwijzen dienaangaande naar de beslissingen door u genomen.

11.5. Met betrekking tot artikel 1130 BW en artikel 1100/1 e.v. nieuw BW

Het beding van aanwas betreft een kanscontract ten bezwarende titel onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van een contractant. Een verboden erfovereenkomst bestaat uit een overeenkomst of rechtshandeling met uitwerking bij of na het overlijden van een persoon en dat louter eventuele rechten toekent. Dit is hier geenszins het geval zodat geen erfovereenkomst voorligt.

12. In casu

Het contract van aanwas dat het echtpaar A-B wenst af te sluiten kwalificeert als een kanscontract ten bezwarende titel. Het bezwarende karakter wordt ondersteund door de volgende feitelijke gegevens waaruit blijkt dat de echtgenoten een evenwaardig kanscontract voor ogen hebben en animo speculandi wensen te handelen:

  • Een gelijke overlevingskans bij het afsluiten van de overeenkomst, wat aangetoond wordt door de gelijkaardige leeftijd, in casu 75 jaar voor mijnheer en 73 jaar voor zijn echtgenote; en eenzelfde goede gezondheidstoestand.

Het leeftijdsverschil van 2 jaar kwalificeert onder de vigerende rechtspraak als een kansengelijkheid aangezien deze moet beoordeeld worden in de feiten en niet enkel mag gesteund worden op een objectieve leeftijd.

  • De financiële gelijkwaardigheid: beide partijen zijn elk volle eigenaar van de onverdeelde helft van een effectenportefeuille, inboedel en vorderingen, die bovendien samen beheerd worden.
  • Het beding van aanwas bevat een strikt vervreemdingsverbod. Het is de echtgenoten niet toegestaan eenzijdig het contract stop te zetten, te wijzigen, de goederen in pand te geven, te vervreemden etc. Aanvullend, ter versterking van dit vervreemdingsverbod, hebben de partijen zich het verbod opgelegd om wederzijdse volmachten toe te staan. Elke daad van beheer of beschikking die gesteld wordt, zal met andere woorden de expliciete en persoonlijke handeling van elk der echtgenoten noodzaken.
  • Het contract van aanwas wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De afwezigheid van einddatum leidt ertoe dat het beding slechts kan opgeheven worden mits wederzijds akkoord van de contractanten.

Het beding van aanwas kwalificeert tevens als een overeenkomst ten bijzondere titel aangezien de overeenkomst van aanwas enkel van toepassing is op voornoemde effectenportefeuille, inboedel en vorderingen.

Al deze elementen in acht genomen dient men te concluderen dat het beding van aanwas dat de heer A en zijn echtgenote voornemens zijn af te sluiten, kwalificeert als een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel en ten gevolge hiervan de artikelen 2.7.1.0.3, 3° en art. 2.7.1.0.5 en art. 2.8.1.0.1 io 2.8.4.1.1, §2, VCF geen toepassing kunnen vinden.

De verzoekers vragen dat de geldigheid van de voorafgaande beslissing zich in de tijd zou uitstrekken tot aan het overlijden van één van de echtgenoten.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

13. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

14. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”

Artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF dat luidt als volgt:

Ҥ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”

Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:

1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;

2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”

Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.
Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.
§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.
De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”

15. Een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) valt onder dezelfde fiscale regeling als een beding van aanwas.

16. Het feit dat het contract tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk contract wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten. Het kan geen betrekking hebben op goederen die tot de huwgemeenschap behoren.

17. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

18. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

Vermits een effectenportefeuille beschouwd wordt als een universaliteit, aanvaardt Vlabel dat het contract betrekking heeft op de effectenportefeuille in haar geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.

19. De aanvaarding van de kwalificatie als feitelijke universaliteit heeft tot gevolg dat er van rechtswege zaakvervanging optreedt. Het contract zal dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuille zoals deze is samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de echtgenoten ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbeleggingen.

20. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

21. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn zowel bij het afsluiten van het contract als bij de realisatie van de opschortende voorwaarde.

22. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

23. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De goederen die deel uitmaken van het contract behoren de aanvragers ieder voor de onverdeelde helft toe.

24. Indien het contract is gesloten vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

De voorgenomen verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven (zie punten 9 t.e.m. 10) aan het contract ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

25. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratie -en erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.