Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18029 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 18029 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
18029
Datum beslissing
26 juni 2018
Publicatiedatum
6 juli 2018

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de voorgelegde overeenkomst van aanwas tussen de heer X en mevrouw Y rechtsgeldig is en kwalificeert als een contract onder bezwarende titel (kanscontract) en dat - indien de overeenkomst in België wordt geregistreerd de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1 §2 VCF niet van toepassing zullen zijn en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn, alsook dat de artikelen 2.7.1.0.3, 3° en 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing zullen zijn bij het overlijden van een echtgenoot zodat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door A, namens:

De heer X, van Belgische nationaliteit, en zijn echtgenote, mevrouw Y, van Belgische nationaliteit, samen wonende.

3. De echtgenoten X-Y, voormeld, zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen naar Belgisch recht ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris B op 4 mei 2006, welk huwelijkscontract een enkele maal werd gewijzigd met behoud van het basisstelsel met toevoeging van een finaal verrekenbeding, ingevolge akte verleden voor notaris C (België} op 27 Juni 2007, sedertdien ongewijzigd tot op heden volgens verklaring van de comparanten.

4. De echtgenoten hebben samen twee gemeenschappelijke minderjarige kinderen.

5. De echtgenoten hebben hun fiscale woonplaats meer dan vijf Jaar in het Vlaamse Gewest.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

6. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen die hem/haar in staat stellen zijn/haar levenskwaliteit en - standaard als langstlevende echtgenoot te garanderen en hem/haar tegelijkertijd in staat stellen een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen/ wensen zij de rechten van hun kinderen zo veel als mogelijk te beperken, met respect voor de thans vigerende Belgische wetgeving, en de flexibiliteit van hun huwelijksvermogensrechtelijk regime te maximaliseren teneinde elk voor zich als langstlevende echtgenoot de nodige zekerheid en bescherming te bekomen.

7. De echtgenoten beschikken elk over duizend (1.000) aandelen van de in totaal tweeduizend (2.000) aandelen van de Naamloze vennootschap "W”, opgericht ingevolge akte verleden door notaris D, op xx.xx.2014, bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van xx.xx.2014, hierna genoemd "de aandelen".

Beide echtgenoten zijn afgevaardigd bestuurder van de desbetreffende naamloze vennootschap en oefenen derhalve een gezamenlijk bestuur uit. Daden van beheer en beschikking met betrekking tot deze aandelen worden in gemeen overleg genomen, wat zij wensen te bekrachtigen door het aangaan van een kanscontract ten bijzondere titel, met betrekking tot de hogervermelde goederen.

De partijen kiezen bewust voor dergelijke wederzijdse overeenkomst die hen beiden bindt en bijgevolg niet eenzijdig kan opgezegd worden. Het kanscontract bindt hen bovendien voor onbepaalde duur en vervult zowel de doelstelling van de financiële bescherming van de langstlevende echtgenoot, als deze van een gezamenlijk handelen.

Dit doel kan niet bereikt worden met een schenking tussen echtgenoten of testament aangezien deze eenzijdige en herroepbare rechtshandelingen betreffen.

8. Het kanscontract zal als volgt luiden:

TUSSEN ONDERGETEKENDEN

De heer X

En mevrouw Y.

Hierna genoemd "de partijen";

De partijen zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen naar Belgisch recht ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris B op 4 mei 2006, welk huwelijkscontract een enkele maal werd gewijzigd met behoud van het basisstelsel met toevoeging van een finaal verrekenbeding, ingevolge akte verleden voor notaris C op 27 juni 2007, sedertdien ongewijzigd tot op heden volgens verklaring van de comparanten.

OVERWEGENDE DAT:

  • De partijen elk eigenaar zijn van duizend (1.000) van de in totaal tweeduizend (2.000) aandelen van de Naamloze vennootschap "W”, opgericht ingevolge akte verleden door notaris D, op xx.xx.2014, bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van xx.xx.2014, hierna genoemd "de aandelen".
  • De aandelen en de respectievelijke aanspraken hierop op dag van vandaag zijn omschreven in het aandeelhoudersregister, waarvan een kopie aangehecht is aan deze;
  • Partijen verklaren dezelfde levensverwachting te hebben en zijn bereid ter staving hiertoe desgevallend een medisch verslag te laten opstellen door een geneesheer;
  • Partijen zich zo goed als mogelijk wensen te voorzien voor het geval elk van hen de langstlevende van hen zou zijn. Ze handelen in die zin "animo speculandi".

Met betrekking tot deze aandelen;

IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1 – Algemeen

Partijen wensen dat de desbetreffende aandelen aan de langstlevende hunner toekomen; met inbegrip van meerwaarden, vruchten en toebehoren en bij wederbelegging of zaakvervanging verkregen zaken.

Ingeval van overlijden van één der partijen, zullen de aandelen van de overledene in volle eigendom aangroeien bij die van de langstlevende.

Deze overeenkomst is tussen partijen overeengekomen ten titel van kanscontract en dus onder bezwarende titel. Aldus staat elk der partijen zijn aandelen in de NV W af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt degene die afstaat een gelijke kans om de aandelen van de andere te verwerven indien hij het langst leeft.

Artikel 2 – Rechtskeuze

De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat uitsluitend het Belgische recht van toepassing is op deze overeenkomst, met betrekking tot zijn inhoud als tot zijn vorm, hierna samen genoemd "het toepasselijke recht".

Artikel 3 - Verbod van vervreemding

Teneinde de uitvoering van onderhavige overeenkomst te garanderen verbinden partijen zich ertoe, gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst, hun aandelen, niet te vervreemden, te verpanden of er eender welk ander recht op toe te staan, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere, en dit zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen.

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van partijen om gezamenlijk schenkingen te doen met betrekking tot deze aandelen.

Tevens verbinden partijen zich ertoe alle beslissingen aangaande het beheer met betrekking tot de aandelen gezamenlijk te nemen.

Partijen ontzeggen zich het recht elkaar wederzijdse volmachten toe te staan.

Artikel 4 - Vervanging van de bestaande goederen – Zaakvervanging

a) Alle zaken die worden verkregen in vervanging van de oorspronkelijke aandelen vallen eveneens onder dit kanscontract.

b) Bijgevolg heeft onderhavig kanscontract niet enkel betrekking op de aandelen aangeduid in het aangehechte aandeelhoudersregister maar tevens op de aandelen, die in de plaats zullen komen van deze aandelen.

c) Als tot zaakvervanging wordt overgegaan, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.

Artikel 5 - Vruchten en meerwaarden

Partijen komen overeen dat de vruchten (interesten, dividenden etc.) die door de aandelen of door de voor deze aandelen in de plaats gekomen goederen, gegenereerd worden, na aftrek van de kosten wel of niet zullen uitgekeerd worden aan de partijen, mits beslissing daartoe op de Algemene Vergadering,

elk voor de onverdeelde helft, net zoals de meerwaarden die door de aandelen gerealiseerd worden (mits akkoord van beide partijen). In geval de vruchten en meerwaarden niet uitgekeerd worden zal onderhavig contract tevens van toepassing zijn op de vruchten en meerwaarden.

Artikel 6 - Duur

Dit contract heeft een onbepaalde duur en kan slechts ontbonden worden met het akkoord van beide partijen. Het staat de partijen vrij om in gemeenschappelijk overleg een einde te stellen aan het kanscontract

In voorkomend geval zal artikel 815 BW van toepassing zijn op de onverdeeldheid die tussen partijen bestaat, wat betekent dat elke partij de uit onverdeeldheidtreding kan vragen in hoofde van deze bepaling.

Artikel 7 – Nietigheid

Een eventuele nietigheid van een bepaling van dit kanscontract betreft enkel die specifieke bepaling, die in dat geval voor niet geschreven moet worden gehouden, maar kan, volgens de uitdrukkelijke wil van partijen, niet de nietigheid van het volledige kanscontract voor gevolg hebben.

Artikel 8 -Bemiddeling en arbitrage

De partijen komen overeen om ingeval van betwisting deze overeenkomst te onderwerpen aan de bemiddeling en zo nodig aan de principes van de arbitrage.

Artikel 9 - Slotbepalingen

De partijen verklaren afdoende geïnformeerd te zijn aangaande hun rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit deze overeenkomst die hen op een onpartijdige wijze geadviseerd werd.

Opgemaakt in twee exemplaren te # op #, elk der partijen verklarende een origineel door de twee partijen getekend exemplaar te hebben ontvangen.

III. Motivering van de aanvraag

9.

9.1 Principe

Het kanscontract betreft een kanscontract ten bezwarende titel dat wordt afgesloten tussen twee contractanten met betrekking tot één of meerdere goederen.

Een kanscontract heeft een wederkerig karakter. Beide contractanten zullen gezamenlijk tot een besluitvorming moeten komen teneinde hun rechten van beheer en beschikking uit te oefenen.

Een wijziging, noch opzegging kan bijgevolg eenzijdig geschieden.

Als compensatie van deze beperking aan hun beheers- en beschikkingsbevoegdheid die de echtgenoten zich vrijwillig opleggen, bekomt elke contractant onder opschortende voorwaarde het recht op de aandelen van de medecontractant waar het kanscontract op gevestigd wordt zo deze komt te overlijden. Het zich al dan niet voordoen van de overdracht is verbonden aan de toekomstige onzekere gebeurtenis van het tijdstip van overlijden van een contractant. De onzekerheid van tijdstip en identiteit van de eerstoverleden contractant maakt dat beide partijen eenzelfde kans hebben op de verkrijging van een vermogensbestanddeel van de andere partij.

9.2 Een beding van aanwas tussen echtgenoten

Een kanscontract is niet strijdig met het verkoopverbod vervat in artikel 1595 BW bij gebrek aan kwalificatie als verkoop.

Een kanscontract betreft immers een verkrijging onder opschortende voorwaarde, waarbij zowel het gegeven van de verkrijging an sich als het tijdstip van verkrijging voor beide partijen onzeker zijn. Gegeven dit aleatoire karakter en de strikte interpretatie die aan artikel 1595 BW moet worden gegeven, kan dit artikel geenszins worden toegepast op onderhavig kanscontract.

Overigens is de Vlaamse Belastingadministratie geen rechter over de rechtsgeldigheid van een overeenkomst.

9.3 Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen

Dat een beding van aanwas mogelijk is tussen echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen wordt door de Vlaamse belastingadministratie zelf bevestigd.

9.4 Een evenwichtig kanscontract

Het kanscontract betreft een contract ten bezwarende titel wat verklaard wordt door het gegeven dat beide partijen een gelijke kans hebben om eigendomsaanspraken op het goed van de andere partij te verkrijgen in volle eigendom. Deze gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van de overeenkomst.

De kwalificatie "kanscontract" tussen partijen wordt aangetoond door de gelijke overlevingskans, een gezamenlijk optreden in de vorm van een strikt vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum. Het bezwarende karakter sluit de taxatie in de erf- of registratiebelasting in hoofde van de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, 2.7.1.0.5, 2.8.1.0.1 io 2.8.4.1.1 §2 VCF uit. Wij verwijzen dienaangaande naar de beslissingen door u genomen.

9.5 Met betrekking tot artikel 1130 BW en artikel 1100/1 e.v. nieuw BW

Het beding van aanwas betreft een kanscontract ten bezwarende titel onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van een contractant. Een verboden erfovereenkomst bestaat uit een overeenkomst of rechtshandeling met uitwerking bij of na het overlijden van een persoon en dat louter eventuele rechten toekent. Dit is hier geenszins het geval zodat geen erfovereenkomst voorligt.

10. In casu

Het kanscontract dat het echtpaar X-Y wenst af te sluiten kwalificeert als een kanscontract ten bezwarende titel. Het bezwarende karakter wordt ondersteund door de volgende feitelijke gegevens waaruit blijkt dat de echtgenoten een evenwaardig kanscontract voor ogen hebben en animo speculandi wensen te handelen:

  • Een gelijke overlevingskans bij het afsluiten van de overeenkomst, wat aangetoond wordt door de gelijkaardige leeftijd, in casu 52 jaar voor mijnheer en 53 jaar voor zijn echtgenote; en eenzelfde goede gezondheidstoestand, wat gestaafd kan worden door een medisch attest.
    Het leeftijdsverschil van 1 jaar kwalificeert onder de vigerende rechtspraak als een kansengelijkheid aangezien deze moet beoordeeld worden in de feiten en niet enkel mag gesteund worden op een objectieve leeftijd.
  • De financiële gelijkwaardigheid: beide partijen zijn elk volle eigenaar van 1.000 aandelen van dezelfde vennootschap, die bovendien samen bestuurd wordt.
  • Het beding van aanwas bevat een strikt vervreemdingsverbod. Het is de echtgenoten niet toegestaan eenzijdig het contract stop te zetten, te wijzigen, de goederen in pand te geven, te vervreemden etc. Aanvullend, ter versterking van dit vervreemdingsverbod, hebben de partijen zich het verbod opgelegd om wederzijdse volmachten toe te staan. Elke daad van beheer of beschikking die gesteld wordt, zal met andere woorden de expliciete en persoonlijke handeling van elk der echtgenoten noodzaken.
  • Het contract van aanwas wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De afwezigheid van einddatum leidt ertoe dat het beding slechts kan opgeheven worden mits wederzijds akkoord van de contractanten.

Het beding van aanwas kwalificeert tevens als een overeenkomst ten bijzondere titel aangezien de overeenkomst van aanwas enkel van toepassing is op voornoemde aandelen van de NV "W".

Al deze elementen in acht genomen dient men te concluderen dat het kanscontract dat de heer X en zijn echtgenote, mevrouw Y, voornemens zijn af te sluiten, kwalificeert als een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel en ten gevolge hiervan de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, 2.7.1.0.5 en art. 2.8.1.0.1 io 2.8.4.1.1 §2 VCF geen toepassing kunnen vinden.

De verzoekers vragen dat de geldigheid van de voorafgaande beslissing zich in de tijd zou uitstrekken tot aan het overlijden van één van de echtgenoten.

IV. Beslissing

11. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

12. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

13. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

- Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”Artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF dat luidt als volgt:

Ҥ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”

- Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”

- Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.
Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.
§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.
De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”

14. Een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) valt onder dezelfde fiscale regeling als een beding van aanwas.

15. Het feit dat het contract tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk contract wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten. Het kan geen betrekking hebben op goederen die tot de huwgemeenschap behoren.

16. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

17. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
Vermits het gaat om specifieke aandelen betreft het een contract onder bijzondere titeL

18. Zaakvervanging is mogelijk binnen een dergelijk contract. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.
In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden;
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.

19. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

20. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn zowel bij het afsluiten van het contract als bij de realisatie van de opschortende voorwaarde.

Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

21. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat beide partijen elk eigenaar zijn van 1.000 aandelen van de in totaal 2.000 aandelen van dezelfde vennootschap. Er is dus sprake van gelijkwaardigheid van inleg.

22. Indien het contract is gesloten vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

De voorgenomen verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven (zie punten 6 t.e.m. 10) aan het contract ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

23. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratie-en erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.