Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18025 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 18025 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
18025
Datum beslissing
26 juni 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen:

a. dat de voorgelegde overeenkomst van aanwas tussen de heer X en mevrouw Y kwalificeert als een kanscontract onder bezwarende titel;

b. dat de Vlaamse Belastingdienst deze transactie niet zal belasten met schenkbelasting (art. 2.8.1.0.1 VCF);

c. dat de Vlaamse Belastingdienst deze transactie niet zal belasten met erfbelasting op basis van de fictiebepaling gestipuleerd in artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF;

d. dat deze transactie voor de Vlaamse Belastingdienst geen fiscaal misbruik vormt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door:

  • De heer X en zijn echtgenote;
  • mevrouw Y, samen wonende.

De echtgenoten X-Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. De aanvragers bezitten samen 7.782 aandelen, zijnde de totaliteit van de bestaande aandelen van de bvba “A”, in de volgende verhouding:

  • de heer X: 3.891 aandelen in volle eigendom, behorend tot zijn eigen vermogen;
  • mevrouw Y: 3.891 aandelen in volle eigendom, behorend tot haar eigen vermogen.

4. De aanvragers wensen onderling een aanwasovereenkomst te sluiten betreffende de voormelde aandelen waarbij zij bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeenkomen dat bij het overlijden van de eerststervende van hen, zijn of haar aandelenpakket (3.891 aandelen van de bvba “A”) in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende onder hen. Elk van de partijen staat aldus zijn 3.891 aandelen van de bvba “A” in volle eigendom af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van vóóroverlijden, en elk van de partijen verkrijgt als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de 3.891 aandelen van de bvba “A” toebehorend aan de andere, te verwerven indien hij of zij het langst leeft.

5. Deze aanwasovereenkomst zal worden gesloten onder de volgende modaliteiten en voorwaarden:

  • De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van de partijen met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht;
  • De overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn die eindigt na het overlijden van de eerststervende van de partijen, behoudens andersluidend akkoord tussen de partijen. De partijen sluiten de overeenkomst evenwel onder de uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde van beëindiging van de samenwoning tussen hen door de inleiding van een vordering tot echtscheiding door één van hen of indien zij meer dan zes maanden feitelijk gescheiden leven (met uitdrukkelijke verwijzing naar de arresten van het Hof van Cassatie van 6 maart 2014 (Nr. C.13.0362.N) en 21 oktober 2016 (Nr. C.15.0457.N/1);
  • Zolang de aanwasovereenkomst geldt en beide partijen in leven zijn, mogen zij de 7.782 aandelen van de bvba “A”, voorwerp van het beding van aanwas, niet vervreemden (noch ten bezwarende titel, noch om niet), in pand geven, in betaling geven of op enigerlei andere wijze (met zakelijke rechten) bezwaren, behoudens uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring van de andere partij. Wel kunnen zij, mits het akkoord van de andere partij, overgaan tot de vervreemding van de aandelen en de vervanging ervan door andere vermogensbestanddelen die in de plaats van de vervreemde aandelen zullen treden en aan het beding van aanwas zullen onderworpen zijn (= zaakvervangingsclausule).

III. Motivering van de aanvraag

6. De aanvragers stellen dat deze aanwasovereenkomst is ingegeven vanuit de intentie om de langstlevende der echtgenoten zo veel mogelijk te beveiligen tegen een mogelijke inmenging van hun kinderen. Vandaar dat geopteerd wordt voor een beding van aanwas, waarmee de mogelijke gevolgen van de wettelijke reserve van deze kinderen kunnen worden uitgesloten.

7. Rekening houdend met de beschreven modaliteiten en voorwaarden enerzijds en de feitelijke gegevens anderzijds, dient geconcludeerd te worden dat het een overeenkomst ten bezwarende titel betreft:

  • Het bezwarend karakter wordt duidelijk in de overeenkomst weergegeven en beide partijen verklaren hun kansen gelijkwaardig te achten om het deel van de andere te verwerven.
  • Beide partijen zijn financieel gelijkwaardig (ze onderwerpen beiden eenzelfde aantal aandelen van dezelfde vennootschap met eenzelfde waarde) en zij hebben elk een gelijke kans om het langst te leven, zoals dit ook blijkt uit hun medisch getuigschrift van 22/02/2018 en hun weinig verschillende leeftijd.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

8. Het beding van aanwas is niet wettelijk gedefinieerd maar kan in casu omschreven worden als een overeenkomst tussen twee of meerdere partijen waarbij overeengekomen wordt dat het onverdeelde aandeel van de eerststervende in volle eigendom- of in vruchtgebruik- op een bepaald goed, dat zij reeds in onverdeeldheid bezitten, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zal aanwassen en dus verkregen zal worden door de overlevende deelgenoten. De tegenprestatie van bestaat in een evenwichtige kans voor elke partij de in het contract specifiek opgesomde goederen te verwerven, indien hij/zij de langstlevende is/zijn.

9. Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit beding op zich niet ongeldig. Wanneer een beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in casu moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten.

10. Een beding van aanwas van niet-onverdeelde goederen bestaat theoretisch gezien niet. Dit is een contradictio in terminis. Wanneer het evenwel om een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat, kan dezelfde fiscale regeling gevolgd worden als bij een beding van aanwas.

11. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:

12. Het kanscontract moet :

  • beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel
  • ten bezwarende titel zijn

13. Het kanscontract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

Vermits het gaat om specifieke aandelen betreft het een beding onder bijzondere titel.

14. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.

In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed

15. Er is sprake van een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

16. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het beding van aanwas etc...
De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het kanscontract.
Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.
Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

17. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het beding, niet bij het realiseren (een goed kan in waarde stijgen of dalen). In casu heeft, volgens de gegevens in de aanvraag, de inleg van iedere echtgenoot betrekking op de 3.891 aandelen van de bvba “A”, voor ieder individu een eigen vermogen. Er is aldus sprake van gelijkwaardigheid van inleg.

18. Indien het beding van aanwas in een contract is opgenomen vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het beding van aanwas maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven

De vooropgestelde verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF nu er ook niet-fiscale motieven, opgenomen onder punt 6, aan het beding ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

19. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.


Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratie- en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.