Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 17056 - Beding van aanwas Vlaamse Belastingdienst

VB 17056 - Beding van aanwas

Voorafgaande beslissing
Nummer
17056
Datum beslissing
19 februari 2018
Publicatiedatum
29 maart 2018

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat :

1) de voorgelegde aanwasovereenkomst enkel aanleiding zal geven tot betaling van het algemeen vast recht, zonder enige heffing van schenkingsrechten (artikel. 2.8.1.0.1 VCF), en evenmin valt onder de toepassing van artikel 2.7.1.0.3. VCF.

2) het beperkte leeftijdsverschil tussen partijen geen afbreuk doet aan het bezwarend karakter van de aanwasovereenkomst (met het oog op de fiscale behandeling ervan).

3) een toevoeging van nieuwe effecten aan de effectenrekeningen door gelijke inbreng geen aanleiding geeft tot de heffing van schenkingsrechten.

II. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door Notaris A, namens de heer X en zijn echtgenote Y.

III. Beschrijving van de voorgenomen verrichtingen

3. De heer X en mevrouw Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen ingevolge huwelijkscontract in 1969.

4. Volgende overeenkomst van aanwas betreffende roerende goederen wordt voorgelegd :

“Om hun samenwonen te organiseren en de langstlevende te beschermen bij het overlijden van één van hen komen partijen overeen een bijzondere onverdeeldheid tussen hen in het leven te roepen voor de volgende effectenrekeningen (…) die hun voor de geheelheid in volle eigendom toebehoren, ieder van hen voor de onverdeelde helft, en die als een doelvermogen worden aanzien.

Partijen komen met name overeen dat bij het overlijden van de eerststervende onder hen en zonder terugwerkende kracht, de volle eigendom van het deel van de eerststervende in de effecten zal aanwassen bij het deel van de overlevende.

Aldus staat ieder van de partijen zijn of haar aandeel in volle eigendom in de effecten af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van zijn of haar vóóroverlijden, en verkrijgt ieder van hen als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de effecten toebehorend aan de andere te verwerven, indien hij of zij het langst leeft.

Deze overeenkomst is wederkerig toegestaan en aanvaard ten bezwarende titel, als kanscontract, onder de hierna volgende modaliteiten en voorwaarden:

1) De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van hen voor het volledig aandeel van de eerststervende in de effecten, met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht. Indien de heer X als eerste overlijdt zal mevrouw Y bij zijn overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van het onverdeeld aandeel van de heer X in de effecten. Indien mevrouw Y als eerste overlijdt zal de heer X bij haar overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van het onverdeeld aandeel van mevrouw Y in de effecten.

2) De aanwas zal slaan niet alleen op de rekeningen voorzien in het aanwascontract, maar eveneens op de aangroei van deze rekeningen zoals interesten, dividenden, meerwaarden en andere opbrengsten. De aanwas zal kunnen uitgebreid worden tot nieuwe effecten door toevoeging ervan aan de rekening mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen.

3) De partijen komen overeen dat zolang deze overeenkomst van aanwas geldt en zij beiden in leven zijn, zij noch de effecten, noch hun aandeel in de effecten mogen vervreemden, in pand geven of met andere zakelijke rechten bezwaren, tenzij met de uitdrukkelijke instemming van de andere partij bij deze overeenkomst. De partijen komen eveneens overeen dat, behoudens onderling akkoord, de overeenkomst van aanwas de vervroegde uitonverdeeldheidtreding in de weg staat, zolang deze overeenkomst van aanwas geldt.

4) Het is partijen niet toegestaan tijdens de duur van deze overeenkomst van aanwas de hoger vermelde effecten te vervreemden zonder het akkoord van de andere partij. Wel kunnen zij, mits het akkoord van de andere partij, overgaan tot de vervreemding van effecten en de vervanging daarvan door andere die in de plaats van de vervreemde effecten zullen treden en aan het beding van aanwas zullen onderworpen zijn. Zij kunnen eveneens gelden beleggen en de al dan niet vervallen obligaties, kasbons en andere effecten herbeleggen, doch enkel met het akkoord van de andere partij. Het akkoord van de andere partij met de vervreemding en herbelegging van deze effecten impliceert het akkoord van de partijen dat het beding van aanwas wordt uitgebreid tot de effecten die in de plaats komen van de vorige effecten.

5) Vermits beide partijen mede-eigenaar zijn elk voor de onverdeelde helft, is het uitdrukkelijk akkoord van beide titularissen van de effectenrekening vereist voor alle verrichtingen betreffende die rekening. Het verlenen van een volmacht aan de andere partij is daarbij uitdrukkelijk uitgesloten. Dit zou immers betekenen dat een partij zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere partij effecten zou kunnen vervreemden, in pand geven of met andere zakelijke rechten bezwaren, hetgeen onverenigbaar is met de aangegane verbintenissen in deze overeenkomst van aanwas. Daarom zullen extra stortingen of overschrijvingen op de rekening evenals iedere afhaling van dezelfde rekening door beide partijen in onderling akkoord moeten gebeuren om geldig te zijn. Hetzelfde geldt voor iedere uitbreiding van het aanwasbeding tot nieuwe effecten door toevoeging van nieuwe effecten aan de rekening, hetgeen eveneens slechts mogelijk is mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. In dit geval zal ook de aangroei en dus de opbrengst van deze nieuwe effecten onder de aanwas vallen.

Het verbod van het verlenen van een volmacht vervalt enkel in het geval dat één van de contractpartijen handelingsonbekwaam wordt. In dit geval kan een zogenaamde buitengerechtelijke volmacht opgemaakt worden.

6) De langstlevende van partijen in wiens voordeel de aanwas tot stand komt zal aan de erfgenamen of rechtsopvolgers van de eerststervende geen enkele vergoeding verschuldigd zijn uit hoofde van deze overeenkomst, gezien het hier om een kanscontract gaat. Het bezwarend karakter van deze overeenkomst wordt onderstreept door het oogmerk van elke deelgenoot om te worden beschermd voor het geval hij of zij de langstlevende zou zijn.

7) Beide partijen schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijkwaardig.

8) Tussen de partijen is overeengekomen dat, indien deze overeenkomst van aanwas een nietige bepaling zou bevatten deze nietige bepaling voor niet geschreven zal worden gehouden, zodat zij volgens de uitdrukkelijke wil van de partijen niet de nietigheid van de volledige overeenkomst van aanwas tot gevolg kan hebben. Tussen de partijen is aldus ondermeer overeengekomen dat, indien deze overeenkomst van aanwas een bepaling zou bevatten die de overeenkomst strijdig maakt met het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschappen deze bepaling voor niet geschreven moet worden gehouden, zodat een dergelijke bepaling niet tot de nietigheid van de volledige overkomst van aanwas kan leiden.

9) Deze overeenkomst is tussen partijen afgesloten vanaf heden voor onbepaalde duur.

IV. Motivering van de aanvraag

1) Bezwarend karakter van de aanwasovereenkomst

5. De aanvragers stellen dat op de voorgelegde aanwasovereenkomst noch artikel 2.8.1.0.1. VCF, noch artikel 2.7.1.0.3. VCF van toepassing zijn, aangezien het gaat over een overeenkomst onder bezwarende titel.

6. Voor de aanwezigheid van het bezwarend karakter verwijzen de aanvragers naar de voorafgaande beslissing nr. 16009 van 21 maart 2016 en haar motivering :

7. De aanwasovereenkomst werd o.a. zorgvuldig opgesteld als een kanscontract onder bezwarende titel om te vermijden dat het op enige manier zou kunnen beschouwd worden als een overeenkomst over een niet-opengevallen nalatenschap.

Daarom wordt er streng over gewaakt dat één enkele partij nooit alleen de beschikkingsbevoegdheid heeft over haar aandeel, want anders kan deze partij de uitwerking van de overeenkomst beletten en worden louter eventuele rechten verleend, wat een verboden erfovereenkomst inhoudt. Daarom wordt er in de overeenkomst tevens bedongen dat het akkoord van beide titularissen van de effectenrekening vereist is voor alle verrichtingen betreffende die rekening, en worden de effecten gespecifieerd waarop de overeenkomst slaat.

Bovendien wordt er een stipulatie van zaakvervanging voorzien wanneer bestaande effecten door andere vervangen worden. En bij toevoeging van nieuwe effecten is uitdrukkelijk de toestemming van beide partijen vereist om deze effecten onder het systeem van de aanwas te plaatsen.

8. Ook werd de mogelijkheid uitgesloten om de overeenkomst als een verdoken schenking te herkwalificeren.

Immers een niet in de tijd beperkt aanwasbeding onder bezwarende titel, dat een kanscontract is, kan slechts worden gewijzigd of opgeheven met wederzijds akkoord van beide echtgenoten, terwijl een testament of schenking buiten huwelijkscontract ad nutum wijzigbaar of herroepbaar is. Kortom, de echtgenoten blijven gebonden door het aanwasbeding, zelfs als ze het later helemaal oneens worden over de aangegane verbintenissen. Het beding van aanwas geldt onverkort tussen echtgenoten tenzij ze er, in gemeen overleg, een einde aan stellen. Met het beding van aanwas heeft elke echtgenoot beschikt. Hij kan niet meer eenzijdig een tweede keer beschikken.

9. De aanvragers benadrukken dat de beoogde aanwas-overeenkomst de bescherming van de langstlevende tussen hen beiden beoogt.

De aanvragers wensen namelijk dat bij een overlijden van één van hen de langstlevende niet kan verontrust worden door reservataire aanspraken van de erfgenamen van de eerststervende voor wat het opgebouwde vermogen betreft.

Enkel een aanwasovereenkomst onder bezwarende titel kan dit bewerkstelligen, hetgeen een andere optie, zoals de toevoeging van een toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen (TIGV), met keuzebeding, aan hun stelsel van scheiding van goederen, niet kan verwezenlijken.

Het is immers zo dat in het laatste geval “inbrengen” in het TIGV, ook al zijn ze door beide partijen op gelijke wijze verricht, gevolgd door de uitoefening van een verblijvingsbeding voor het geheel in volle eigendom, kunnen ingekort worden door de erfgenamen krachtens artikel 1464 BW (welk artikel ook van toepassing wordt geacht op het TIGV).

Een aanwasovereenkomst onder bezwarende titel, waarbij beide partijen een gelijke kans hebben om de effecten voor het geheel te verkrijgen, staat daarentegen los van eender welke reservataire aanspraak.

2) Beperkt leeftijdsverschil en bezwarend karakter van de aanwasovereenkomst

10. In de rechtsleer wordt benadrukt dat het karakter van bezwarend kanscontract van het beding van aanwas afhangt van de volkomen gelijkwaardigheid van beide partijen.

11. Voor huidige aanvraag blijkt dit onder meer uit het feit dat beide partijen financieel volkomen gelijkwaardig zijn, maar tevens uit het feit dat beiden een gelijke kans hebben om langst te leven. Om dit te bewijzen zijn de aanvragers bereid een medisch getuigschrift toe te voegen aan het dossier of zich te onderwerpen aan een medisch onderzoek bij een neutraal geneesheer, eventueel aan te duiden door de administratie.

12. Indien de Vlaamse Belastingdienst toch van oordeel zou zijn dat de aanvragers geen gelijke kans hebben om langst te leven, wensen de aanvragers uitdrukkelijk de vraag voor te leggen of een eventuele ongelijke overlevingskans financieel kan gecompenseerd worden. Er kan dan gedacht worden aan een erkenning door de partij met de meeste overlevingskansen aan de andere partij van een schuld overeenstemmend met een bedrag om de gelijkheid van kansen te herstellen, bepaald aan de hand van een actuariële berekening van de overlevingskansen van beide echtgenoten.

3) toevoeging van nieuwe effecten aan de effectenrekeningen door gelijke inbreng

13. De aanvragers, wensen naast de bestaande effectenrekeningen, ook nieuwe effecten toe te voegen aan de rekeningen mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen.

14. Deze toevoeging van nieuwe effecten zal gebeuren aan de hand van gelijke “inbrengen” door de echtgenoten, in de zin dat elk van de echtgenoten eigen gelden zal wenden om samen nieuwe effecten in onverdeeldheid aan te kopen. Elk van de echtgenoten zal dus met eigen gelden de onverdeelde helft van de nieuwe effecten financieren.

15. De aanvragers zijn van oordeel dat dergelijke gelijke “inbreng”/financiering geen aanleiding kan geven tot bijkomende schenkingsrechten of andere evenredige rechten.

16. Bijkomend, in ondergeschikte mate, stellen de aanvragers de vraag, welke de fiscale behandeling zou zijn als de “inbrengen” van nieuwe effecten niet gelijkmatig zou gebeuren.

V. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing :

1) Bezwarend karakter van de aanwasovereenkomst

17. Artikel 2.8.1.0.1 VCF luidt als volgt:

“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”

18. Artikel 2.7.1.0.3 VCF luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”

19. Het beding van aanwas is een overeenkomst tussen twee of meerdere partijen waarbij overeengekomen wordt dat het onverdeelde aandeel van de eerststervende in volle eigendom- of in vruchtgebruik- op een bepaald goed, dat ze samen aankopen of dat zij reeds in onverdeeldheid bezitten, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zal aanwassen en dus verkregen zal worden door de overlevende deelgenoten. De tegenprestatie bestaat in een evenwichtige kans voor elke deelgenoot om het aandeel van de andere in het goed te verwerven, indien hij de langstlevende is.

20. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het beding van aanwas beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

21. Het beding van aanwas wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het beding van aanwas etc...

22. Uit de concrete omstandigheden (o.a. quasi-gelijke leeftijd van de echtgenoten, verklaring i.v.m. de financiële gelijkwaardigheid en gelijke overlevingskansen) en de bewoordingen van de overeenkomst (o.a. het vervreemdingsverbod en het verbod van het verlenen van een volmacht) blijkt dat het de bedoeling is van partijen om een evenwichtig kansbeding te sluiten.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie

23. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting.

24. De Vlaamse Belastingdienst kan zich niet uitspreken over de heffing van het algemeen vast recht, aangezien dit een federale materie is.

2) Beperkt leeftijdsverschil en bezwarend karakter van de aanwasovereenkomst

25. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het beding, niet bij het realiseren van het aanwasbeding (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

26. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het beding van aanwas. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een contract ten bezwarende titel gaat.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

3) toevoeging van nieuwe effecten aan de effectenrekeningen door gelijke inbreng

27. Het beding van aanwas moet beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel.

28. Het beding van aanwas is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

29. Aanwasbedingen met betrekking tot een effectenportefeuille zijn mogelijk op voorwaarde dat de goederen voldoende bepaald of bepaalbaar zijn bij het sluiten van de overeenkomst.

Het voorwerp van de overeenkomst moet goed afgebakend zijn.

30. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.

In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.

31. Behalve in het geval van zaakvervanging is het beding van aanwas echter niet geldig voor de goederen verkregen na het contract. Het beding van aanwas dat ook zou gelden voor goederen verkregen na het contract is immers niet ten bijzondere titel. Dat goederen verkregen zijn voor het contract dient bewezen te worden door alle middelen van recht, uitgezonderd de eed. Dit kan men doen door bijvoorbeeld een lijst van de goederen aan de overeenkomst te hechten.