Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 17026 - Verzaking aan de uitwerking van het fideïcommis de residuo Vlaamse Belastingdienst

VB 17026 - Verzaking aan de uitwerking van het fideïcommis de residuo

Voorafgaande beslissing
Nummer
17026
Datum beslissing
4 september 2017
Publicatiedatum
7 september 2017

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.1.0.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvrager sterkt er toe bevestiging te krijgen dat de voorgenomen akte waarbij zou worden verzaakt aan een fideï-commis de residuo niet wordt aanschouwd als een handeling in kader van artikel 2.8.1.0.1. (zijnde een schenking) en er bijgevolg geen registratiebelasting verschuldigd is bij het verlijden van deze akte.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door Notaris X.

3. De betrokken partijen zijn:

3.1. Mevrouw A, weduwe van de heer B en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd.

3.2. Mevrouw C, ongehuwd en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd;

3.3. Juffrouw D, ongehuwd en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, die krachtens artikel 376 en verder Burgerlijk wetboek vertegenwoordigd wordt door haar vader de heer E, ongehuwd en bevestigend geen verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd.

4. De geschonken goederen betreffen vier appartementen, zijnde:

In een appartementsgebouw op en met grond en aanhorigheden […], met een oppervlakte volgens titel en kadaster van één are vijfendertig centiare (1 a 35 ca); de appartementen zoals omschreven in de basisakte verleden op heden voor notaris X als:

A. KAVEL 1: Op de gelijkvloerse verdieping “appartement 0” met “kelder 1” in de kelderverdieping omvattend:

1) in privatieve en uitsluitende eigendom:

Een inkomhal, slaapkamer, sas, badkamer, keuken, woonkamer, en terras, de tuin waarvan het exclusief gebruik en genot wordt toegekend aan het “appartement 0”.

In de kelderverdieping: de kelder met nummer 1,

En

2) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:

tweehonderd tweeënnegentig/duizendsten (292/1.000) van en in de gemeenschappelijke delen van het eigendom waaronder de grond.

B. KAVEL 2: Op de eerste verdieping “appartement 1” met “kelder 2” in de kelderverdieping omvattend:

1) in privatieve en uitsluitende eigendom:

Een inkomhal, 2 slaapkamers, sas, badkamer, keuken, woonkamer en terras;

In de kelderverdieping: de kelder met nummer 2,

En

2) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:

tweehonderd zevenenveertig/duizendsten (247/1.000) van en in de gemeenschappelijke delen van het eigendom waaronder de grond.

C. KAVEL 3: Op de tweede verdiep “appartement 2”, met “kelder 3” in de kelderverdieping, omvattend:

1) in privatieve en uitsluitende eigendom:

Een inkomhal, 2 slaapkamers, sas, badkamer, keuken, woonkamer en terras;

In de kelderverdieping: de kelder met nummer 3,

En

2) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:

tweehonderd zesendertig/duizendsten (236/1.000) van en in de gemeenschappelijke delen van het eigendom waaronder de grond.

D. KAVEL 4: Op de derde verdieping (zolderverdieping) “appartement 3”, met “kelder 4” in de kelderverdieping, omvattend:

1) in privatieve en uitsluitende eigendom:

Een inkomhal, 2 slaapkamers, sas, badkamer, keuken, woonkamer en terras.

de kelderverdieping: de kelder met nummer 4,

en

2) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:

tweehonderd vijfentwintig/duizendsten (225/1.000) van en in de gemeenschappelijke delen van het eigendom waaronder de grond.

De onroerende goederen onder A en B werden geschonken aan de betrokken partij vermeld onder punt 3.2. en de onroerende goederen onder C en D werden geschonken aan de betrokkende partij vermeld onder 3.3. bij akte verleden

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

5. Bij akte verleden voor ondergetekende notaris X dd. 29/12/2016, werd er door de schenker overgegaan tot schenking van de appartementen A en B, vermeld onder punt 4, aan enerzijds haar dochter, mevrouw C en anderzijds de appartementen C en D, vermeld onder punt 4, aan haar kleindochter, mevrouw D.

6. In deze akte werd voorzien in een beding van fideï commis de residuo waarbij werd bepaald dat:

a) Indien de eerste begunstigde overlijdt en één of meer afstammelingen nalaat, geldt het volgende;

i. indien al de afstammelingen van deze vooroverleden eerste begunstigde de schenking de residuo rechtsgeldig hebben aanvaard, zullen deze afstammelingen als tweede begunstigden worden aangesteld van de schenking aan de betrokken eerste begunstigde, overeenkomstig de regels van de erfrechtelijke plaatsvervulling;

ii. indien geen enkele van deze afstammelingen de schenking de residuo rechtsgeldig heeft aanvaard, zal er geen tweede begunstigde zijn en zullen de afstammelingen­ erfgenamen in hun hoedanigheid van erfgenaam van de eerste begunstigde erven;

iii. indien één of meer afstammelingen de schenking de residuo rechtsgeldig hebben aanvaard, zullen de afstammelingen die de restschenking rechtsgeldig hebben aanvaard als tweede begunstigde worden aangesteld (zoals sub i. is vermeld), doch onder last een zodanig deel van het door hen verkregen residu over te dragen aan de afstammelingen die de schenking de residuo niet rechtsgeldig hebben aanvaard, als nodig om hetzelfde resultaat te bereiken als wanneer al deze afstammelingen de schenking de residuo rechtsgeldig zouden hebben aanvaard.

b) Indien een eerste begunstigde overlijdt en geen afstammelingen nalaat, wordt de andere begunstigde, met name mevrouw D, indien mevrouw C komt te overlijden zonder afstammelingen na te laten en mevrouw C, indien juffrouw D komt te overlijden zonder afstammelingen na te laten als tweede begunstigden aangesteld van de schenking aan de eerste begiftigde. Deze schenking de residuo, alsook de daaraan verbonden voorwaarden, lasten en modaliteiten, wordt door de begiftigden uitdrukkelijk aanvaard.

7. Partijen wensen evenwel in onderling akkoord afstand te doen van dit beding voor wat betreft de situatie vermeld punt 6. sub b (overlijden van de eerste begunstigde zonder afstammelingen) zodanig dat de onroerende goederen definitief in het vermogen van de eerste begunstigde terechtkomen.

Bijgevolg zouden zowel mevrouw C als mevrouw D verzaken aan de schenking op termijn die hen toekomt als tweede begunstigde. (situatie in geval van overlijden van de eerste begunstigde zonder afstammelingen). De goederen zouden hierdoor terug terechtkomen in het vermogen van mevrouw A. (door middel van de vervulling van de ontbindende voorwaarde gekoppeld aan het fideï-commis de residuo).

Aangezien dit tevens niet de bedoeling van partijen is zou mevrouw A bijgevolg afstand doen van deze ontbindende voorwaarde waardoor de goederen niet langer terugkeren naar haar vermogen doch definitief toebehoren aan de eerste begunstigde.

III. Motivering van de aanvraag

8. De aanvraag wordt gemotiveerd in de zin dat de verzaking geen begiftigingsoogmerk heeft, doch enkel en alleen tot doel heeft dat de begiftigden onbezwaard het geschonken vermogen kunnen beheren en erover beschikken.

IV. Beslissing

9. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing:

10. Vlabel spreekt zich niet uit over de burgerrechtelijke aspecten van de verrichting. De hiernavolgende beslissing heeft enkel betrekking op de fiscale gevolgen.

11. Het recht dat door de begiftigden in tweede rang is verkregen op grond van het fideicommis de residuo moet worden beschouwd als een recht onderworpen aan de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de begiftigde in eerste rang.

Als pendente conditione aan dit recht wordt verzaakt, is dit een rechtshandeling die noch een eigendomsoverdragend, noch een eigendomsaanwijzend karakter heeft.

Om die reden is op de verzaking aan de uitwerking van het fideicommis de residuo, vóór het overlijden van de begiftigde in eerste rang, geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd.

12. Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.