Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 17008 - Afstand vruchtgebruik gevolgd door verkoop en schenking Vlaamse Belastingdienst

VB 17008 - Afstand vruchtgebruik gevolgd door verkoop en schenking

Voorafgaande beslissing
Nummer
17008
Datum beslissing
15 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.3.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de afstand van 2/6 vruchtgebruik, gevolgd door een verkoop van 2/6 volle eigendom en een schenking van 4/6 volle eigendom van hierna vermeld onroerend goed door hierna vermelde partijen niet zal worden beschouwd als fiscaal misbruik in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door notaris ‘X’.

3. Het betrokken onroerend goed is een woning, hierna genoemd “het onroerend goed”

4. Eigendomsoorsprong van het onroerend goed:

Oorspronkelijk werden de echtgenoten ‘vader-moeder’, destijds samen te […], eigenaar van voormeld goed om zelf de gebouwen te hebben doen oprichten op grond aangekocht voor rekening van hun huwelijksgemeenschap van ‘graaf’, destijds te […], blijkens akte verleden voor notaris ‘Y’, op xx/xx/1969.

De echtgenoten ‘vader-moeder’ waren gehuwd onder het wettelijk stelsel bij gebrek aan een huwelijkscontract.

De heer ‘vader’, voornoemd, is ab intestato overleden op […] negentienhonderd negenennegentig, nalatende als enige wettige en reservataire erfgenamen: 1) zijn overlevende echtgenote, te weten: mevrouw ‘moeder’, voornoemd, voor wat betreft het vruchtgebruik op zijn nalatenschap, en 2) zijn 3 kinderen, te weten: a) ‘kind 1’, b) ‘kind 2’ en 3) ‘kind 3’, elk voor wat betreft een gelijk deel in blote eigendom van zijn nalatenschap.

Vervolgens heeft de heer ‘kind 3’, zijn onverdeeld één/zesde deel in blote eigendom in zelfde goed overgedragen aan zijn moeder, te weten: mevrouw ‘moeder’, voornoemd, blijkens akte verleden voor notaris ‘Z’, op […] tweeduizend en één.

5. De betrokken partijen zijn:

  • “moeder”, weduwe van de heer “vader”;
  • “kind 1”
  • “kind 2”
  • “kind 3”

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

6. Moeder heeft het onroerend goed in onverdeeldheid met 2 van haar 3 kinderen (Kind 1 en Kind 2). Moeder heeft hierin 4/6de volle eigendom en 2/6de vruchtgebruik, de 2 kinderen (Kind 1 en Kind 2) hebben elk 1/6de blote eigendom. Ons kantoor is verzocht een akte op te maken opdat het gehele goed in volle eigendom zou toekomen aan kind 3, die thans geen mede-eigenaar is.

Hiertoe zouden volgende rechtshandelingen worden beschreven:

Afstand 2/6de vruchtgebruik door moeder aan de 2 kinderen, die mede-eigenaar zijn (Kind 1 en Kind 2) => 1ste rechtshandeling

Verkoop 2/6de volle eigendom door de 2 kinderen, die mede-eigenaar zijn (Kind 1 en Kind 2) aan hun broer, die thans geen mede-eigenaar is (Kind 3) => 2de rechtshandeling

Schenking 4/6de volle eigendom door moeder aan kind 3 => 3de rechtshandeling

III. Motivering van de aanvraag

7. De afstand van het vruchtgebruik is niet ingegeven door fiscale motieven, doch vanuit het oogpunt van moeder om volledig uit onverdeeldheid te treden. De afstand van het vruchtgebruik komt ten goede van de blote eigenaars (Kind 1 en Kind 2) en wordt niet gevolgd door een schenking aan deze blote eigenaars (Kind 1 en Kind 2), doch wel door een schenking aan haar 3de kind die thans geen mede-eigenaar is (Kind 3).

IV. Beslissing

8. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

ln de omzendbrief VLABEL/2015/1 van 16 februari 2015 worden volgende rechtshandelingen als fiscaal misbruik beschouwd, tenzij de belastingplichtige bewijst dat de keuze voor de rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen verantwoord is door andere dan fiscale motieven:

Verzaking aan vruchtgebruik op een onroerend goed, gevolgd door een schenking (gaat in tegen de artikelen 2.8.3.0.1, §1 en 2.8.4.1.1, §1 en §2 VCF).

Situaties waarbij een persoon op een onroerend goed een deel in vruchtgebruik en een deel in volle eigendom bezit en waarbij die persoon eerst verzaakt aan het vruchtgebruik om vervolgens een deel in volle eigendom te schenken aan dezelfde perso(o)n(en) aan wie de verzaking van het vruchtgebruik ten goede is gekomen, of in omgekeerde volgorde, worden beschouwd als fiscaal misbruik in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

Wanneer de Vlaamse Belastingdienst in dergelijk geval inroept dat er sprake is van fiscaal misbruik dient de belastingplichtige te bewijzen dat de verzaking aan het vruchtgebruik verantwoord is door andere motieven dan het ontwijken van schenkbelastingen.

Indien de belastingplichtige dit bewijs niet levert, dient op de verzaking aan het vruchtgebruik de schenkbelasting te worden geheven op de waarde van het vruchtgebruik.

9. In onderhavig geval wordt de zuivere verzaking aan het vruchtgebruik door moeder gevolgd door een schenking van een part in volle eigendom aan kind 3, terwijl de verzaking ten goede komt aan kind 1 en 2. Deze rechtshandeling wordt niet uitdrukkelijk geviseerd door de omzendbrief VLABEL/2015/1 van 16 februari 2015.

10. De verzaking aan het vruchtgebruik door moeder valt evenwel onder de toepassing van de schenkbelasting indien kan worden aangetoond dat er animus donandi aanwezig is vanwege de moeder ten aanzien van kind 1 en kind 2. In tegenstelling tot wat de aanvrager beweert, is de verzaking aan het vruchtgebruik door de moeder niet noodzakelijk om uit onverdeeldheid te treden. Niets belet haar om de overige 2/6 vruchtgebruik eveneens rechtstreeks te schenken aan kind 3. Het feit dat zij eerst verzaakt aan 2/6 vruchtgebruik ten voordele van kind 1 en kind 2, gevolgd door een verkoop van 2/6 volle eigendom door kind 1 en kind 2 aan kind 3, toont aan dat er sprake is van begiftigingsinzicht omdat kind 1 en kind 2 hierdoor een prijs voor het aandeel in volle eigendom zullen bekomen en niet enkel voor het aandeel in blote eigendom. Bijgevolg zal er bij toepassing van de antimisbruikbepaling van artikel 3.17.0.0.2 VCF schenkbelasting worden geheven op de verzaking aan het vruchtgebruik.

11. Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.