Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 16050 - Gedeeltelijke afstand van een levenslang vruchtgebruik Vlaamse Belastingdienst

VB 16050 - Gedeeltelijke afstand van een levenslang vruchtgebruik

Voorafgaande beslissing
Nummer
16050
Datum beslissing
14 november 2016
Publicatiedatum
21 november 2016

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.6.0.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. Voor zover de vooropgestelde gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik beschouwd wordt als een schenking, strekt huidige aanvraag er toe te horen zeggen dat :

a) In geval de schenking van vruchtgebruik wordt aangeboden ter registratie, deze vrijgesteld is van schenkbelasting ingevolge art. 2.8.6.0.1 VCF ;

b) In geval de schenking van vruchtgebruik niet wordt aangeboden ter registratie, het geschonken vruchtgebruik niet geacht wordt deel uit te maken van de nalatenschap bij overlijden van de vruchtgebruiker-schenker binnen een periode van 3/7 jaar na de schenking, ingevolge art. 2.7.1.0.5 VCF

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door ‘X’, namens :

a) De heer “schenker 1” ;

b) mevrouw “schenker 2”;

c) De heer “kind 1” ;

d) “kleinkinderen sub 1”;

e) Mevrouw “kind 2”;

f) “kleinkinderen sub 2”;

g) “NV 1”

h) “NV 2”

i) “BVBA”;

II. B. Beschrijving van de huidige situatie

3. Op 26 juni 2015 schonken schenker 1 en 2 aan hun beide kinderen, alsook aan hun kleinkinderen bij wijze van restschenking, 298 aandelen NV 1 en 146 aandelen NV 2.

Voormelde aandelen werden geschonken onder voorbehoud van een levenslang vruchtgebruik ten voordele van de schenkers.

Deze schenkingsakte werd geregistreerd en onderworpen aan de registratiebelasting middels vrijstelling voor de schenking van aandelen van een familiale vennootschap conform artikel 2.8.6.0.3 VCF.

4. Honderdvierenveertig (144) van voormelde geschonken aandelen NV 2 en tweehonderdzesennegentig (296) van voormelde geschonken aandelen NV 1 werden nadien ingebracht in een BVBA.

5. Ten gevolge van deze inbreng en de daarbij plaatsgevonden zakelijke subrogatie bestaat het voorwerp van voormelde schenking van 26 juni 2015 op vandaag uit:

394.005 aandelen BVBA aangehouden in blote eigendom door kind 1;

394.005 aandelen BVBA aangehouden in blote door kind 2;

394.005 aandelen BVBA aangehouden in vruchtgebruik door schenker 1;

394.005 aandelen BVBA aangehouden vruchtgebruik door schenker 2;

1 aandeel NV 1 aangehouden in blote eigendom door kind 1

1 aandeel NV 1 aangehouden in blote eigendom door kind 2;

1 aandeel NV 1 aangehouden in vruchtgebruik door schenker 1;

1 aandeel NV 1 aangehouden in vruchtgebruik door schenker 2;

1 aandeel NV 2 aangehouden in blote eigendom door kind 1;

1 aandeel NV 2 aangehouden in blote eigendom door kind 2;

1 aandeel NV 2 aangehouden in vruchtgebruik door schenker 1 ;

1 aandeel NV 2 aangehouden in vruchtgebruik door schenker 2.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

6. De schenkers wensen een gedeeltelijke afstand te doen van hun levenslang recht van vruchtgebruik op bovenvermelde aandelen BVBA en tevens mogelijks op hun bovenvermelde aandelen NV 1 en NV 2, die zij in vruchtgebruik aanhouden, om enkel een tijdelijk recht van vruchtgebruik te behouden dat zou uitdoven op 10 september 2024 dan wel bij het overlijden van de vruchtgebruiker zo dit overlijden zou plaatsvinden vóór 10 september 2024.

Het is namelijk hun wens om zich vanaf die datum terug te trekken uit het familiebedrijf als bestuurder en als aandeelhouder.

III. Motivering van de aanvraag

a) Inzake SCHENKBELASTING

7. Indien de vooropgestelde gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik kwalificeert als een schenking, en de akte van afstand zou worden verleden voor een Belgische notaris of vrijwillig zou worden aangeboden ter registratie (indien verleden voor een Nederlandse notaris), meent de aanvrager dat deze schenking (met als voorwerp een gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik) bij registratie kan genieten van een vrijstelling op basis van artikel 2.8.6.0.1 VCF.

8. Artikel 2.8.6.0.1. VCF bepaalt:

“Er wordt een vrijstelling van de schenkbelasting verleend voor :

1° de overeenkomsten houdende schenking van vruchtgebruik aan de blote eigenaar, als de schenkbelasting of de erfbelasting of een soortgelijk recht door de blote eigenaar of door een vorige blote eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van de volle eigendom is voldaan; […]”

9. De schenking van 26 juni 2015 waarbij de schenkers een schenking deden met voorbehoud van vruchtgebruik aan hun kinderen en bij wijze van restschenking aan hun kleinkinderen, werd ter registratie aangeboden en daarbij werd conform artikel 2.8.3.0.1, § 2, 5° VCF voor de heffing van de schenkbelasting op de hoofdschenking de volle eigendom van de geschonken goederen in aanmerking genomen voor het bepalen van de belastbare grondslag.

10. Bijgevolg kan de geplande schenking (met als voorwerp een gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik) genieten van de vrijstelling voorzien bij artikel 2.8.6.0.1. VCF. Het feit dat de schenking van 26 juni 2015 van een vrijstelling van schenkingsrechten genoot op basis van artikel 2.8.6.0.3. VCF doet hier geen afbreuk aan.

b) Inzake ERFBELASTING

11. Indien de gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik kwalificeert als een schenking en deze niet zou worden aangeboden ter registratie (en aldus niet zou worden onderworpen aan schenkbelasting / zou genieten van een vrijstelling schenkbelasting op grond van artikel 2.8.6.0.1. VCF), stelt zich de vraag naar de fiscale behandeling van deze afstand ingeval van overlijden van de vruchtgebruiker-schenker binnen een periode van 3/7 jaar na de gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik in het kader van artikel 2.7.1.0.5. VCF.

12. Artikel 2.7.1.0.5. VCF luidt als volgt:

“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.

Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3. De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”

13. Volgens de bewoordingen van artikel 2.7.1.0.5. VCF, is deze bepaling niet van toepassing op een bevoordeling die reeds aan schenkbelasting werd onderworpen.

In casu werd de schenking van de blote eigendom dd. 26 juni 2015 ter registratie aangeboden en genoot deze schenking van een vrijstelling van schenkbelasting (schenking van aandelen van een familiale vennootschap).

Volgens artikel 2.7.1.0.5, alinea 2 VCF wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

14. De schenking die van de vrijstelling genoot betrof echter louter de blote eigendom en dus niet het vruchtgebruik. Nochtans werd de belastbare waarde voor de schenkbelasting vastgesteld op de waarde van de volle eigendom. Voor de heffing van de schenkbelasting wordt namelijk, overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1, § 2, 5° VCF, wanneer de schenker zich het vruchtgebruik voorbehoudt, de volle eigendom van de geschonken goederen in aanmerking genomen voor het bepalen van de verschuldigde schenkingsrechten.

15. Uit voorgaande volgt dat de voorgenomen gedeeltelijke afstand van vruchtgebruik een bevoordeling is die reeds werd onderworpen aan de schenkbelasting (bij gelijkstelling van een bevoordeling die van een vrijstelling genoot, met name de schenking met voorbehoud van het levenslang vruchtgebruik van 26 juni 2015) daar bij de registratie van de schenking van 26 juni 2015 rekening werd gehouden met de waarde van de volle eigendom van de geschonken aandelen zodat artikel 2.7.1.0.5. VCF geen toepassing zal vinden bij overlijden van schenker 1 en/of schenker 2 binnen een periode van 3/7 jaar na de geplande afstand.

IV. Beslissing

16. Een zuivere en eenvoudige verzaking aan het recht van vruchtgebruik is een eenzijdige rechtshandeling die geen evenredige registratiebelasting opeisbaar maakt.

De Administratie kan evenwel aantonen, desgevallend aan de hand van intrinsieke buiten de akte gelegen elementen, dat de afstand van vruchtgebruik met begiftigingsinzicht werd gedaan.

Indien er sprake is van animus donandi tussen de verzaker en de blote eigenaar(s), valt de verzaking onder de toepassing van de schenkbelasting.

De aanwezigheid van animus donandi wordt vermoed als de begunstigden van de verzaking in de akte tussenkomen en/of als de verzaking voorafgegaan of gevolgd wordt door een andere rechtshandeling waarbij de verzaking een fiscaal voordeel oplevert voor deze andere rechtshandeling en waarbij de verzaker geen ander motief dan een fiscaal motief heeft om te verzaken. De waarachtigheid van de niet-fiscale motieven moet aangetoond worden door de verzaker.

a) Inzake SCHENKBELASTING

17. Artikel 2.8.6.0.1,1° VCF bepaalt :

“Er wordt een vrijstelling van de schenkbelasting verleend voor :

de overeenkomsten houdende schenking van vruchtgebruik aan de blote eigenaar, als de schenkbelasting of de erfbelasting of een soortgelijk recht door de blote eigenaar of door een vorige blote eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van de volle eigendom is voldaan”.

18. De akte waarbij de blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik door de begiftigden werd geschonken aan kind 1 en 2, en bij wijze van restschenking aan de kleinkinderen sub 1 en sub 2 werd geregistreerd en met toepassing van art. 2.8.6.0.3 VCF vrijgesteld van registratiebelasting.

19. Overeenkomstig artikel 2.8.3.0.1,§2,2° VCF wordt bij een schenking van de blote eigendom waarbij de schenker zich het vruchtgebruik voorbehoudt, de schenkbelasting geheven op de verkoopwaarde van de volle eigendom.

20. In casu geldt het adagium “vrijstelling geldt als betaling” en zal op de verzaking aan het vruchtgebruik geen evenredige schenkbelasting verschuldigd zijn.

b) Inzake ERFBELASTING

21. Artikel 2.7.1.0.5 VCF bepaalt :

“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. …

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3. De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”

22. Enkel de schenkingen die in aanmerking komen voor de vrijstelling van schenkbelasting ingevolge art. 2.8.6.0.3 VCF én niet ter registratie worden aangeboden, vallen onder de verdachte periode van 7 jaar.

Voor schenkingen die niet in aanmerking komen voor vrijstelling van schenkbelasting, doordat zij niet voldoen aan de voorwaarden in art.2.8.6.0.3 VCF, blijft de verdachte periode 3 jaar.

Er zijn onvoldoende gegevens voorhanden om te bepalen of de schenking van het vruchtgebruik van de aandelen valt onder de toepassing van art. 2.8.6.0.3 VCF.

23. Overeenkomstig art. 2.7.1.0.5 VCF worden de geschonken goederen geacht deel uit te maken van de nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast.

Het onderwerpen aan schenkbelasting of toepassen van de vrijstelling van schenkbelasting vereist dat de akte ter registratie werd aangeboden of dat de overeenkomst werd vastgesteld in een verplicht te registreren akte, uiterlijk vóór het overlijden van de schenker.

24. Aangezien de akte houdende schenking van het vruchtgebruik van de aandelen niet vrijwillig wordt aangeboden ter registratie voorafgaand aan het overlijden van de schenker, wordt het geschonken vruchtgebruik geacht deel uit te maken van de nalatenschap en zal het onderworpen worden aan de erfbelasting bij een overlijden binnen de toepasselijke termijn bepaald in artikel 2.7.1.0.5 VCF.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.