Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 15008 - Vlaams gunsttarief voor familiale vennootschappen Vlaamse Belastingdienst

VB 15008 - Vlaams gunsttarief voor familiale vennootschappen

Voorafgaande beslissing
Nummer
15008
Datum beslissing
21 december 2015
Publicatiedatum
18 januari 2016

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.4.2.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe de bevestiging te krijgen dat:

De vererving van de aandelen van de holdings W bvba, X bvba, Y bvba en Z bvba, na de hierna vermelde herstructurering, kan plaatsvinden aan het Vlaams gunsttarief voor familiale vennootschappen overeenkomstig artikel 2.7.4.2.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

2. De verwijzing naar de wettelijke bepalingen waarop de beslissing moet slaan:

Artikel 2.7.4.2.2. VCF bepaalt:

§ 1. In afwijking van artikel 2.7.4.1.1 wordt het tarief van de erfbelasting verlaagd tot 3% voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners en tot 7% voor een verkrijging tussen andere personen voor:

1° de nettoverkrijging van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van de activa die door de erflater of zijn partner beroepsmatig zijn geïnvesteerd in een familiale onderneming. Het verlaagde tarief is niet van toepassing op de verkrijging van onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend of zijn bestemd;

2° de nettoverkrijging van de volle eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom van aandelen van een familiale vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de aandelen van de vennootschap op het ogenblik van het overlijden voor ten minste 50 % in volle eigendom toebehoren aan de erflater en zijn familie.

In afwijking van het eerste lid moeten de aandelen van de vennootschap op het ogenblik van het overlijden minstens voor 30 % in volle eigendom toebehoren aan de erflater en zijn familie als hij en zijn familie aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

1° samen met één andere aandeelhouder en zijn familie volle eigenaar zijn van minstens 70 % van de aandelen van de vennootschap;

2° samen met twee andere aandeelhouders en hun familie volle eigenaar zijn van minstens 90 % van de aandelen van de vennootschap.

Voor de toepassing van het tweede lid komen de aandelen die toebehoren aan rechtspersonen, niet in aanmerking om te worden samengeteld met de aandelen die toebehoren aan de erflater.

§ 2. Voor de toepassing van dit artikel, artikel 2.7.4.2.3 en artikel 2.7.4.2.4 wordt verstaan onder:

1° familiale onderneming: een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijf of een vrij beroep dat door de erflater of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk wordt geëxploiteerd en uitgeoefend;

2° familiale vennootschap: een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en uitoefent.

Als de vennootschap aan het voorgaande niet beantwoordt, maar minstens 30 % van de aandelen houdt van minstens één directe dochtervennootschap die aan die voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, wordt ze ook beschouwd als een familiale vennootschap.

Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden uitgesloten van het verlaagde tarief, vermeld in paragraaf 1. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben als uit de balansposten van ofwel de goedgekeurde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, 2°, eerste lid, ofwel de goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, 2°, tweede lid, van minstens een van de drie boekjaren voorafgaand aan de datum van overlijden van de erflater cumulatief blijkt:

a) dat de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage gelijk of lager dan 1,50 % uitmaken van de totale activa;

b) de terreinen en gebouwen meer dan 50 % uitmaken van het totale actief. De verkrijger kan het tegenbewijs daarvan leveren.

Voor de toepassing van de hiervoor vermelde omschrijving moet worden begrepen onder:

a) bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen: de waarde, opgenomen onder de gelijknamige post van de resultatenrekening van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, wordt de waarde die opgenomen is onder de post waaruit alle kosten blijken die naar hun aard als kosten kunnen worden beschouwd voor de tewerkstelling van personeel in dienstverband;

b) terreinen en gebouwen: de waarde, opgenomen onder de gelijknamige balanspost van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening, of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, wordt een soortgelijke post bedoeld die opgenomen is onder de post materiële vaste activa;

c) totaal actief: de waarde, opgenomen onder de balanspost totaal van de activa van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening;

3° aandelen:

a) elk deelbewijs met stemrecht dat een deel van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigt;

b) de certificaten van aandelen, uitgereikt door rechtspersonen met een zetel in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, ter vertegenwoordiging van aandelen van familiale vennootschappen die aan de gestelde voorwaarden voldoen en waarvan de rechtspersoon de verplichting heeft om de dividenden en andere vermogensvoordelen onmiddellijk en uiterlijk binnen een maand door te storten aan de certificaathouder;

4° familie van de erflater of de aandeelhouder als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°:

a) de partner van de erflater of aandeelhouder, waarbij het begrip partner voor de aandeelhouder op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de erflater;

b) de verwanten in rechte lijn van de erflater of aandeelhouder, alsook hun partners, waarbij het begrip partner op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de erflater;

c) de zijverwanten van de erflater of aandeelhouder tot en met de tweede graad en hun partners, waarbij het begrip partner op een gelijkaardige wijze moet worden geïnterpreteerd als dat het geval is voor de erflater;

d) de kinderen van broers en zussen van de erflater of aandeelhouder.

§ 3. Als een vennootschap met toepassing van paragraaf 2, 2°, tweede lid, als een familiale vennootschap wordt beschouwd, wordt de toepassing van het verlaagde tarief beperkt tot de waarden van de aandelen van de vennootschap in de dochtervennootschappen die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel hebben en die hun zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte hebben.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II. A. Identiteit van de aanvragers en de betrokken partijen

3. De aanvraag wordt ingediend door F en G van H, namens:

3.1. De heer A,

3.2. Mevrouw B;

3.3. De heer C;

3.4. De heer D.

4. Bij de hierna beschreven verrichtingen zijn de volgende partijen betrokken:

4.1. De Stichting Administratiekantoor “V”;

4.2. De bvba W;

4.3. De bvba X;

4.4. De bvba Y;

4.5. de bvba Z;

4.6. De Stichting Administratiekantoor “M”.

4.7. De BV N. N BV is een besloten vennootschap naar Nederlands recht.

4.8. De CVBA O;

4.9. De BV P. P BV is een besloten vennootschap naar Nederlands recht.

4.10. De BVBA Q;

4.11. De nieuw op te richten vennootschap, NewCo1;

4.12. De nieuw op te richten vennootschap NewCo2.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting

5. De geplande verrichting kadert binnen de hierna beschreven omstandigheden:

5.1. De vennootschapsgroep zoals geschetst door de aanvragers, toont volgens de aanvragers slechts de topholdings van de gehele groep T. De reële handelsactiviteiten van de groep T worden ontwikkeld in diverse dochtervennootschappen van de holdingvennootschappen N en Q BVBA. Die dochtervennootschappen zijn actief in projectontwikkeling, aankoop, verkoop, verhuur en beheer van vastgoed.

5.2. Binnen de groep T werden in het afgelopen boekjaar voor de uitvoering van voormelde activiteiten gemiddeld 31,5 personen tewerkgesteld. De groep beheert ongeveer 5.500 onroerende goederen, waardoor ze, volgens de aanvragers ontegensprekelijk een aanzienlijke waarde aan illiquide vermogen heeft.

5.3. Aangezien de vier topholdings vandaag evenwel niet beschouwd kunnen worden als familiale vennootschappen in de zin van artikel 2.7.4.2.2. §2, 2°, eerste, noch tweede alinea VCF, zullen bij het overlijden van onze cliënten de gewone progressieve erfbelastingtarieven van artikel 2.7.4.1.1., §I VCF van toepassing zijn (lees: 27%) op de vererving van de aandelen. Om te vermijden dat de continuïteit van de groep hierdoor in het gedrang komt na het overlijden van de bedrijfsleider, wordt geopteerd voor de hierna beschreven herstructurering van de vennootschapsgroep zodat de aanvragers wel in aanmerking menen te komen voor het verlaagd tarief van artikel 2.7.4.2.2 VCF.

5.4. In het kader van de herstructurering van de groep, zullen twee nieuwe vennootschappen gecreëerd worden, hierna NewCo1 en NewCo2 genoemd. NewCo1 zal opgericht worden door de vennootschappen W en X, waarbij zij elk voor 50% van de aandelen van NewCo1 verkrijgen. NewCo2 zal op diezelfde wijze opgericht worden door de vennootschappen E en Z.

5.5. De oprichting van de NewCo's zal gedaan worden met inbreng van de aandelen O, N en Q.

5.6. De activiteiten welke vandaag uitgevoerd worden door P BV zullen ondergebracht worden in de NewCo's. Zij zullen aldus instaan voor alle ondersteunende diensten welke vereist zijn bij het beheren, verhuren, aan- en verkopen van onroerend goed in eigendom van de verbonden dochter- en kleindochtervennootschappen, zoals o.a. de dienst aankoop, dienst verkoop, dienst verhuur, administratie, boekhouding en IT-services.

Het personeel (gemiddeld 31,5 medewerkers in boekjaar 2014, zoals voormeld) welke deze taken op heden uitvoert binnen de groep, zal hiertoe dan ook tewerkgesteld worden binnen de NewCo's.

5.7. Aangezien deze ondersteunende intragroepsactiviteiten van de NewCo's kunnen beschouwd worden als handelsactiviteiten in de zin van artikel 2.7.4.2.2., §2, 2° VCF, zouden de vier topholdings volgens de aanvragers kwalificeren als familiale vennootschappen, elk op basis van hun 50% participatie in de NewCo's.

5.8. Wat de voorwaarde van reële economische activiteit betreft, overeenkomstig artikel 2.7.4.2.2., §2, 2°, derde alinea, VCF, zal ongetwijfeld blijken dat, op geconsolideerde basis, (1) de boekwaarde van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage uitmaakt dat lager is dan 1,50% van de totale activa, en (2) de boekwaarde van de terreinen en gebouwen meer dan 50% uitmaakt van het totale actief.

Op heden blijken immers uit de geconsolideerde jaarrekening dd. 31/12/2014 van N volgende cijfers:

- Totaal actief: € 726.417.195

- Vastgoedbeleggingen: € 676.334.405 > dan 50% van totaal actief

- Personele kosten: €3.603.004 < dan 1,5% van totaal actief.

5.9. Een verdere consolidatie met de cijfers van O, de vier topholdings en de NewCo's zal voor weinig verandering zorgen, aangezien geen van die vennootschappen vastgoed bezit en de totale tewerkstelling binnen de groep ook niet zal wijzigen. De topholdings zullen aldus ook na de herstructureringen, op geconsolideerde basis, vermoed worden geen reële economische activiteit te hebben.

5.10. De aanvragers zijn evenwel van mening dat de groep T zowel vandaag, als na voormelde herstructureringen, een reële economische activiteit heeft/zal hebben en wensen daarom nu reeds het tegenbewijs conform artikel 2.7.4.2.2. §2, 2°, derde alinea, laatste zin VCF te leveren. Zij verwijzen hiervoor naar:

- De website […]. Hieruit blijken de activiteiten van de groep duidelijk, namelijk het aankopen, beheren, verhuren en verkopen van woningen, voornamelijk in [...], maar ook in [...] (vandaag reeds 1/5de van hun vastgoedportefeuille) en in [...]. Hierbij concentreren ze zich op woningen gelegen op goede locaties en nabij stadscentra. Op de website is ook te zien welke projecten lopende zijn.

Al deze activiteiten zullen ongetwijfeld verdergezet worden na de geplande herstructurering.

- De website […] waarop de projecten en immobiliënactiviteiten in […] duidelijk weergegeven zijn.

- Het personeelsbestand werkzaam binnen de gehele groep T (zoals blijkt uit de bijlage 2 pagina 9).

5.11. Indien noodzakelijk en op het verzoek van de Vlaamse Belastingdienst, kunnen de aanvragers nog een huurderslijst, met betrekking tot al de onroerende goederen aangehouden binnen de groep, (digitaal) aanleveren. Uit die lijst zou blijken dat al het vastgoed aangehouden binnen de groep aangewend wordt binnen de economische activiteiten van de vennootschappen en dus niet wordt gebruikt als privaat patrimonium van de aandeelhouders of bestuurders (cfr. Omzendbrief FB/201211 van 20 juli 2012).

III. Motivering van de aanvraag

6. Aangezien de vier topholdings vandaag niet beschouwd kunnen worden als familiale vennootschappen in de zin van artikel 2.7.4.2.2. §2, 2°, eerste, noch tweede alinea VCF, zullen bij het overlijden van de aanvragers de gewone progressieve erfbelastingtarieven van artikel 2.7.4.1.1., §1, VCF van toepassing zijn op de vererving van de aandelen. Teneinde in de mogelijkheid te zijn om op korte termijn die hoge erfbelasting te kunnen betalen, zouden de erfgenamen van de aanvragers vanuit de vennootschapsgroep T liquide middelen moeten vrijmaken, hetgeen ongetwijfeld de continuïteit van de vennootschappen in gevaar zou brengen.

7. Om te vermijden dat die continuïteit in het gedrang komt na het overlijden van de bedrijfsleider, wordt geopteerd voor het verlaagd tarief van erfbelasting vermeld in artikel 2.7.4.2.2 VCF door middel van herstructurering van de vennootschapsgroep. De motieven passen volgens de aanvragers aldus precies binnen de ratio legis van het Vlaams gunstregime.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing:

8. Om in aanmerking te komen voor het verminderd tarief van de erfbelasting moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • er moet voldaan zijn aan de participatievoorwaarde zoals bepaald in artikel 2.7.4.2.2, §1, 2° VCF;
  • de vennootschap moet de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel hebben en uitoefenen, dan wel minstens 30 % van de aandelen houden van minstens één directe dochtervennootschap die aan deze voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte zoals bepaald in artikel 2.7.4.2.2, §2, 1°, eerste en tweede lid VCF;
  • de vennootschap moet een reële economische activiteit hebben als bepaald in artikel 2.7.4.2.2, §2, 1°, derde lid VCF

Deze voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om in aanmerking te komen voor het verminderd tarief van de erfbelasting.

9. Opdat de aandelen van een vennootschap aan het verminderd tarief kunnen worden overgedragen, is het essentieel dat de vennootschap een familiaal karakter heeft. Een vennootschap heeft een dergelijk familiaal karakter, wanneer de schenker of erflater 50 % van de aandelen in volle eigendom heeft.

Bij het overlijden van respectievelijk A, voormeld, B, voormeld, C, voormeld of D voormeld, is aan de participatievoorwaarde voldaan voor respectievelijk de aandelen van W, X, Y en Z.

Om aan te tonen dat aan de participatievoorwaarde is voldaan, dient een kopie van het aandeelhoudersregister te worden bezorgd. Bij gebreke hieraan zal een kopie van de ondertekende notulen van de laatste algemene vergadering voorafgaand aan schenking/overlijden waaruit de participaties blijken, dienen overgemaakt te worden.

In geval van gedematerialiseerde aandelen dient een attest bijgebracht te worden van de centrale rekeninghouder (zoals bepaald in het Wetboek van Vennootschappen en de Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder) waaruit de diverse participaties blijken. Het attest dient een overzicht te geven van de diverse participaties op het ogenblik van het overlijden van de erflater. De voorgelegde bewijsstukken worden telkens door de administratie beoordeeld op hun afdoende bewijswaarde. In de aangifte van nalatenschap wordt de precieze aard – vruchtgebruik (VG), blote eigendom (NE) of volle eigendom (VE) – en het aantal aandelen vermeld.

10. Het verminderd tarief geldt enkel voor familiale vennootschappen. Een familiale vennootschap is een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en deze ook effectief uitoefent.

Een vennootschap die geen nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit heeft of geen vrij beroep uitoefent voldoet niet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief. Een vennootschap heeft een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of oefent een vrij beroep uit, wanneer in eerste instantie uit de statuten van de vennootschap een dergelijk doel blijkt. Dit wil ondermeer zeggen dat wanneer de activiteit uitsluitend het beheer van onroerende goederen betreft (een louter passief optreden), de vennootschap niet kwalificeert voor het verlaagd tarief.

Een holdingvennootschap die louter managementsactiviteiten (= bestuursactiviteiten) uitoefent voor één of meerdere dochtervennootschappen kan niet als een actieve vennootschap met nijverheids- of handelsactiviteit worden beschouwd.

Intragroepsdiensten die uitgevoerd worden door een holding voor haar onderliggende (dochter)vennootschappen kunnen echter wel voldoende zijn opdat er sprake zou zijn van een nijverheids-, of handelsactiviteit. Dit is onder meer het geval als de holding zich inlaat met de boekhouding of het personeelsbeheer van de dochtervennootschap(pen). Het louter verstrekken van waarborgen of zekerheden aan verbonden vennootschappen geldt evenwel niet als een nijverheids- of handelsactiviteit.

Het is niet voldoende dat enkel het maatschappelijk doel in de statuten een dergelijke activiteit bevat. De vennootschap moet de activiteit ook werkelijk uitoefenen, hetgeen zal dienen aangetoond te worden. Dit kan met alle middelen van recht, met uitzondering van de eed. Veelal zal uit de jaarrekening kunnen afgeleid worden of de vennootschap een dergelijke activiteit uitoefent (o.a. uit de posten 34, 40, 44, 60, 62 en 70 van de jaarrekening). Indien dit niet zo is, zullen bijkomende stukken dienen bijgebracht te worden (vb. facturen, cliëntenlisting, gegevens in de KBO...).

Holdings die zelf geen nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen, kunnen onder bepaalde voorwaarden beschouwd worden als een familiale vennootschap, zodat zij, wanneer de participatievoorwaarde is vervuld en wanneer de groep een reële economische activiteit heeft, tevens in aanmerking komen voor de vrijstelling of het verminderd tarief. Hiertoe dient de holdingvennootschap minstens 30 % van de aandelen aan te houden in minstens 1 directe dochtervennootschap die wel een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent en die haar zetel van werkelijke leiding binnen de EER heeft.

De directe dochtervennootschappen Newco 1 en Newco 2 kwalificeren als actieve handelsvennootschappen, actief in de verhuur en ontwikkeling van vastgoed.

Indien er tussen de bvba’s W, X, Y en Z (holdingmaatschappijen) en de directe dochtervennootschap die wel een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent en die haar zetel van werkelijke leiding binnen de EER heeft een stichting administratiekantoor wordt gevoegd, komen de aandelen van de bvba’s niet meer in aanmerking voor de vermindering.

11. De vennootschappen dewelke een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen, kunnen volgens het decreet beschouwd worden als familiale vennootschappen. Familiale vennootschappen die echter geen reële economische activiteit hebben, zijnde de vennootschappen die cumulatief voldoen aan de twee in het decreet vermelde parameters, worden alsnog van het toepassingsgebied uitgesloten,

De parameters zullen gecontroleerd worden aan de hand van de jaarrekening van de vennootschap indien het een vennootschap betreft die gelegen is binnen de EER en zelf een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent. Indien de holding enkel als familiale vennootschap kan aangemerkt worden omdat zij minstens 30% van de eigendom van de aandelen aanhoudt in minstens één directe dochtervennootschap die gelegen is binnen de EER en die een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit of een vrij beroep uitoefent, worden de parameters gecontroleerd op niveau van de volledige groep en dus op basis van de geconsolideerde jaarrekening.

In de eerste parameter worden de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen is de post 62 van de resultatenrekening van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen omvat enkel de kosten verbonden aan het personeel dat is ingeschreven in het personeelsregister. Er wordt derhalve geen rekening gehouden met uitkeringen en vergoedingen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten toegekend buiten enige arbeidsovereenkomst of personeelskosten die onder de post 61 werden geboekt.

In de tweede parameter worden de terreinen en gebouwen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. Onder “terreinen en gebouwen” wordt de waarde bedoeld die opgenomen is onder post 22 van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. Het betreft derhalve de terreinen en gebouwen geboekt als materiële vaste activa. Er wordt derhalve rekening gehouden met de boekwaarde van deze terreinen en gebouwen, hetgeen logisch is gelet op het feit dat bij de totale activa ook rekening gehouden wordt met de boekwaarde.

Ook voor het totaal actief wordt gekeken naar de (geconsolideerde) jaarrekening, meer bepaald naar de waarde, opgenomen onder balanspost 20/58.

Bovenstaande geciteerde balansposten zijn maar van toepassing voor zover het standaardmodel van de Belgische jaarrekening werd gevolgd. Indien dit niet het geval is, wordt de waarde bedoeld die vermeld is onder gelijkaardige balansposten. Concreet zal de controle van deze voorwaarde gebeuren aan de hand van de (geconsolideerde) jaarrekeningen die gepubliceerd zijn op het ogenblik van overlijden.

Uit de gegevens die de aanvragers voorleggen blijkt inderdaad dat de groep voldoet (en ook na de herstructurering zal voldoen) aan beide parameters en dus wordt verondersteld geen reële economische activiteit te hebben.

Voor de geconsolideerde cijfers, moet de Vlaamse Belastingdienst over de consolidatie van de volledige groep beschikken, dus alle betrokken holdings, dochter-, kleindochter-, achterkleindochtervennootschappen, die in deze groep zitten inbegrepen. De consolidatie zal moeten gebeuren op niveau van de nieuw op te richten Newco’s.

12. Niets weerhoudt de erfgenaam bij overlijden van de aanvragers ervan om het tegenbewijs te leveren. Concreet zal derhalve dienen aangetoond te worden dat alle onroerende goederen die aanwezig zijn in de vennootschap worden aangewend voor de economische activiteit van de vennootschap, en derhalve geen privaat patrimonium betreffen.

Wanneer een onroerend goed wordt verhuurd/verpacht aan derden (private of handelshuur), zal dit niet voldoende zijn om het tegenbewijs te leveren, ongeacht het aandeel of percentage dat dit verhuurde / verpachte onroerend goed vertegenwoordigt in de totaal aanwezige onroerende goederen. Verhuur van onroerende goederen kan uitzonderlijk wel in aanmerking komen als het bedrijfsgebouwen betreft die uitsluitend door één of meerdere actieve dochtervennootschap(pen) word(t)(en) gebruikt. Elke andere vorm van verhuur (verhuur aan privépersonen of beroepspersonen buiten de groepsstructuur) wordt dus niet aanvaard als tegenbewijs en zal steeds aanzien worden als privaat patrimonium. De administratie zal beoordelen of het tegenbewijs al dan niet geleverd is.

13. Het besluitvormingsorgaan komt tot de beslissing dat de aandelen van de bvba W, de bvba X, de bvba Y en de bvba Z aangehouden respectievelijk door A, voormeld, B, voormeld, C, voormeld en D voormeld, onder de vermelde omstandigheden vermeld in punt 8 t.e.m. 12, en na de beschreven herstructurering kwalificeren voor het verminderd tarief van artikel 2.7.4.2.2. van de VCF.

Dit antwoord heeft alleen betrekking op de erfbelastingen doet geen uitspraak over andere belastingen.

Het antwoord is gebaseerd op de informatie zoals deze door u verstrekt werd en bindt de Vlaamse Belastingdienst alleen voor zover:

  • de informatie over de situatie en/of de verrichtingen volledig en correct is en de verrichtingen verwezenlijkt worden op de door u omschreven wijze;
  • de toepasselijke regelgeving niet wijzigt;
  • op het ogenblik van overlijden van één van de partijen vermeld in punt 3 de voorwaarden van artikel 2.7.4.2.2 VCF nog steeds voldaan zijn.