Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 15005 - Familiale vennootschappen – Vrijstelling van schenkbelasting bij partiële splitsing Vlaamse Belastingdienst

VB 15005 - Familiale vennootschappen – Vrijstelling van schenkbelasting bij partiële splitsing

Voorafgaande beslissing
Nummer
15005
Datum beslissing
30 november 2015
Publicatiedatum
8 december 2015

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.6.0.3. VCF

Art. 2.8.6.0.3§1 ; 2.8.6.0.3§2 ; 2.8.6.0.3§2,2°, derde en vierde zin ; 2.8.6.0.3§3 VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat de voorgenomen schenking van de aandelen van BVBA X, dewelke een 99,98% deelneming in de actieve dochtervennootschap NV Y heeft, aan alle voorwaarden beantwoordt om te genieten van het gunstregime van artikel 2.8.6.0.3 VCF.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvragers

2. De aanvraag wordt ingediend door BVBA Z in naam van :

  • BVBA W […]
  • NV Y […]
  • BVBA X, nog op te richten.
  • A, […]
  • B, […]

II.B. Beschrijving van de voorgenomen verrichtingen

3. De BVBA W werd opgericht op 03/02/2003 en heeft een kapitaal van 1.350.000,00 euro, vertegenwoordigd door 13.500 aandelen.

De heer A bezit 13.499 aandelen (99,9%). Het overige aandeel is in handen van zijn zoon, de heer B.

De NV Y is een actieve dochtervennootschap van de BVBA W, met een kapitaal van 619.733,81 euro vertegenwoordigd door 4.000 aandelen. De BVBA W bezit 3.999 aandelen (99,98%). Het overige aandeel is in handen van de heer A.

Zoon B is actief in de NV Y en is er middels zijn BVBA V gedelegeerd bestuurder.

De BVBA W bezit, naast voornoemde deelneming in NV Y, ook niet onderneming gerelateerde onroerende goederen.

4. Vader A wenst zijn beroepsloopbaan af te bouwen en wenst de exploitatievennootschap NV Y over te dragen aan zijn zoon B middels schenking als voorschot op erfenis.

5. In die optiek wenst men over te gaan tot een partiële splitsing van de BVBA W, waarbij de deelneming in NV Y wordt afgesplitst naar een nieuw op te richten vennootschap BVBA X. De aandelen die vader A bij de oprichting van BVBA X ontvangt zal hij naderhand schenken aan zijn zoon B.

De BVBA X wordt aldus een passieve holdingvennootschap en zal ontstaan ingevolge partiële splitsing van de passieve holdingvennootschap BVBA W.

Bij deze herstructurering zal de BVBA W haar deelneming in de exploitatievennootschap NV Y, samen met liquide middelen afsplitsen en onderbrengen in de nieuw opgerichte vennootschap BVBA X. Het bedrag van de liquide middelen die BVBA W zal ontvangen uit de partiële splitsing zullen bepaald en beperkt worden in functie van de noodwendigheden van de nieuwe vennootschap.

De BVBA W behoudt haar onroerend goed en de daaraan verbonden schulden en wordt derhalve een vastgoedvennootschap, dewelke voorlopig eigendom blijft van vader A.

6. De heer A wenst, na de partiële splitsing, de aandelen van de BVBA X te schenken aan zijn zoon B met toepassing van de vrijstelling van schenkbelasting zoals voorzien in artikel 2.8.6.0.3 VCF.

III. Motivering van de aanvraag

7. De aanvrager is van oordeel dat de BVBA X als passieve holding met een deelneming van minstens 30% in de actieve dochtervennootschap NV Y kwalificeert als familiale vennootschap

Een familiale vennootschap is een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, han­dels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en waarvan de erflater samen met zijn familie eigenaar is (zie ‘participatievoorwaarde’).

Vb. Een bakkerij die door de erflater wordt uitgebaat, maar waarvoor een vennootschap (zoals een bvba, nv, …) werd opgericht waarbinnen de activiteit gebeurt.

en een vrijstelling van schenkbelasting kan verleend worden ten belope van de waarde van de actieve dochtervennootschap NV Y, weerspiegeld in de holding BVBA X.

IV. Beslissing

8. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing :

De BVBA X is een nieuw opgerichte vennootschap met een nieuw ondernemings-nummer.

De BVBA X kwalificeert als familiale vennootschap dewelke in aanmerking komt voor vrijstelling van de schenkbelasting, aangezien aan volgende voorwaarden cumulatief voldaan werd :

1) Participatievoorwaarde : voldaan op het niveau van de nog op te richten passieve holding BVBA W.

Ingevolge de partiële splitsing van BVBA W zullen de door BVBA X uitgegeven nieuwe aandelen uitgereikt worden aan de aandeelhouders van BVBA W, in verhouding tot hun deelnemingspercentage in de partieel splitsende vennootschap. Bijgevolg zullen de aandeelhouders van BVBA X dezelfde zijn als deze van BVBA W : de heer A (99,9%) en de heer B (0,01%).

De aandelen van de vennootschap behoren op het ogenblik van de schenking onder de levenden voor ten minste 50% in volle eigendom toe aan de schenker en zijn familie. Er is voldaan aan art. 2.8.6.0.3§1 VCF.

2) Handelsactiviteitvoorwaarde : voldaan op het niveau van dochtervennootschap NV Y, waarin de passieve holding BVBA X voor minstens 30% zal participeren.

De handelsactiviteit blijkt uit het maatschappelijk doel van de NV Y zoals opgenomen in de statuten, alsook uit de activiteitsgegevens vermeld in de KBO omvattende de nacecodes […]

Er is voldaan aan art. 2.8.6.0.3§2 VCF.

3) Reële economische activiteitsvoorwaarde: Deze voorwaarde wordt getoetst op niveau van de volledige groep en dus op basis van de geconsolideerde jaarrekening BVBA X – NV Y. Er zijn momenteel geen cijfers bekend over de nieuw op te richten vennootschap X. Er werd een voorstelling gemaakt van de situatie zoals zij zich zal voordoen na partiële splitsing van de BVBA W op basis van de cijfers op 31/12/2014. In realiteit zal de partiële splitsing plaatsvinden op basis van de balans van 31/12/2015, doch de afgesplitste bestanddelen zullen dezelfde zijn en de cijfers zullen weinig afwijken van deze opgenomen in de balans van 31/12/2014. Uit de beschikbare cijfergegevens blijkt dat niet cumulatief is voldaan aan de twee in het decreet vermelde parameters en er geen vastgoed zal ingebracht worden in BVBA X.

Er is voldaan aan art. 2.8.6.0.3§2,2° derde en vierde zin.

Overeenkomstig artikel 2.8.6.0.3§3 VCF wordt de vrijstelling van de schenkbelasting beperkt tot de waarde van de aandelen van de BVBA X in de onderliggende dochtervennootschap NV Y.

Het bovengaande geldt enkel voor zover de voorgenomen handelingen worden uitgevoerd zoals beschreven en onder voorbehoud van wijziging van de regelgeving.

Deze ruling vervangt geenszins het voorafgaand attest waarvan sprake in art. 3.21.0.0.1 VCF.

Het is aanbevelenswaardig om na de voorgenomen partiële splitsing en voorafgaand aan de schenking van de aandelen een verzoek te richten tot de Vlaamse Belastingdienst om een attest te bekomen waaruit blijkt dat op moment van het verzoek en op basis van de dan beschikbare gegevens aangereikt door de verzoeker, al dan niet aan de voorwaarden vermeld in art. 2.8.6.0.3 VCF is voldaan. Het dient echter benadrukt te worden dat het recht op vrijstelling wordt beoordeeld op het ogenblik van de schenking en het aanbieden ter registratie van de akte. Indien het attest kort voor de schenking werd bekomen en de feiten ongewijzigd zijn, kan de vrijstelling worden toegepast.