Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uitwisseling gegevens keuringscentra inzake lichte vracht Vlaamse Belastingdienst

Uitwisseling gegevens keuringscentra inzake lichte vracht

Rechtspraak
Rolnummer
F.15.0124.N/1 en F.14/0204.N/1
Datum beslissing
10 maart 2016
Publicatiedatum
10 maart 2016
Rechtbank
Hof van Cassatie
Status
Definitief

Heffing

  • Jaarlijkse verkeersbelasting

Wettelijke basis

  • art. 1.1.0.0.2, 3e lid, 2° VCF
  • art. 4, § 2, c, WIGB

Samenvatting

Krachtens artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen, wordt de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen op voorstel van de Minister toevertrouwd aan erkende instellingen, op basis van de voorwaarden die vastgesteld zijn door dit besluit.

Krachtens artikel 26 van dat besluit stelt de instelling alle documenten op die betrekking hebben op haar opdrachten en die door de Minister of zijn gemachtigde voorgeschreven zijn en verstrekt zij alle inlichtingen over haar opdrachten, die haar door de minister of zijn gemachtigde gevraagd worden.

Artikel 4, §2, c, WIGB, zoals hier van toepassing, dat, in afwijking van §1 voor de toepassing van de bepalingen van Titel II, Hoofdstuk VI, en van Titel VI, onder motorvoertuig bestemd voor het vervoer van goederen waarvan de maximaal toegelaten massa 3.500 kilogram niet overschrijdt, ook “lichte vrachtauto” genoemd, wordt verstaan: “c) elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3.500 kg niet overschrijdt, gelijktijdig bestaande uit een passagiersruimte die ten hoogste twee plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen en een daarvan afgesloten laadruimte waarvan de afstand, tussen elk punt van de scheidingswand achter de zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, steeds minstens 50 % dient te bedragen van de lengte van de wielbasis. Deze laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels”.

Uit de wetsgeschiedenis van artikel 101 Programmawet 27 december 2005 dat voormeld artikel 4, §2, c, WIGB heeft ingevoerd, blijkt dat de stations voor de technische controle van de voertuigen toezicht houden op de technische kenmerken eigen aan de fiscale definitie van de aangeboden voertuigen en zij deze gegevens kunnen uitwisselen met de fiscale overheid.

Aldus leveren de inlichtingen die door deze diensten spontaan aan de fiscale overheid worden meegedeeld, geen onrechtmatig verkregen bewijs op.

De appelrechters die oordelen dat de gegevens waarop de administratie zich heeft gesteund om te bepalen dat het voertuig van de verweerster geen lichte vrachtwagen is en de overeenkomstige verkeersbelasting te vestigen, afkomstig zijn van inlichtingen spontaan verkregen van het technisch keuringsorganisme en de eiser hierdoor de afmetingen van de laadruimte van de vrachtwagen wil bewijzen aan de hand van onrechtmatig verkregen bewijs, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.