Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uitwisseling gegevens DIV - FOD FIN Vlaamse Belastingdienst

Uitwisseling gegevens DIV - FOD FIN

Rechtspraak
Rolnummer
2014/AF/330
Datum beslissing
10 maart 2016
Publicatiedatum
10 maart 2016
Rechtbank
Hof van Beroep te Brussel
Status
Definitief

Heffing

  • Jaarlijkse verkeersbelasting

Wettelijke basis

  • art. 3.13.1.4.1. VCF

Wettelijke basis

  • artikel 1 van de wet van 28 juli 1938/327 WIB92 (huidig artikel 3.13.1.4.1 VCF)

Samenvatting

Het Hof van beroep te Brussel heeft zich op 16 maart uitgesproken over de problematiek van de gegevens uitwisseling tussen de belastingadministratie (toen FOD Financiën) en de toenmalige Dienst inschrijving voertuigen, nadat het Hof van Cassatie eerder het arrest van het Hof van Beroep te Gent in deze zaak had vernietigd.

Het Hof van Beroep te Brussel verwijst naar artikel 1, §1 eerste lid van de Wet van 28 juli 1938 tot verzekering van de juiste heffing van de belastingen. Wanneer de belastingadministratie het repertorium van de voertuigen zelf consulteert en hieruit gegevens haalt die haar toelaten een belasting te vestigen in hoofde van de inschrijving van het voertuig, vraagt zij aldus die gegevens wettig op bij een openbaar bestuur conform artikel 1 van de Wet van 28 juli 1938.

Artikel 6, §2 ten tweede van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 laat vervolgens de belastingadministratie uitdrukkelijk toe om de gegevens van het repertorium van de voertuigen te raadplegen en te gebruiken voor het invorderen van de verkeersbelasting.

Noch de Wet van 28 juli 1938, noch enige andere wettelijke bepaling schrijft voor dat de belastingadministratie het repertorium van de voertuigen slechts mag consulteren en hieruit gegevens halen die haar toelaten een belasting te vestigen in hoofde van de inschrijver van het voertuig nadat een initieel onderzoek bij de belastingplichtige fiscale onregelmatigheden aan het licht heeft gebracht.

Evenmin worden artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 EVRM geschonden, wanneer de belastingadministratie het repertorium van de voertuigen zelf consulteert en hieruit gegevens haalt die haar toelaten een belasting te vestigen in hoofde van de inschrijver van het voertuig. Zij handelt alsdan binnen het geval en onder de voorwaarde die door een wet, meer bepaald artikel 1 van voormelde Wet van 28 juli 1938, worden bepaald.

Het beroepsgeheim wordt evenmin geschonden, opnieuw gezien de bepalingen van artikel 1 van de Wet van 28 juli 1938 betreffende de heffing van de belastingen.