Gedaan met laden. U bevindt zich op: Toepassingsgebied verkeersbelastingen – reinigingsvoertuigen Vlaamse Belastingdienst

Toepassingsgebied verkeersbelastingen – reinigingsvoertuigen

Rechtspraak
Rolnummer
2018/AR/698
Datum beslissing
25 juni 2019
Publicatiedatum
4 april 2022
Rechtbank
Hof van Beroep te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Jaarlijkse verkeersbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.2.1.0.1. VCF

Wettelijke basis

  • artikel 3 WIGB

Samenvatting

Geïntimeerde is een bedrijf dat zich voornamelijk richt op schoonmaakactiviteiten. Daarvoor beschikt geïntimeerde over een wagenpark met borstelveegvoertuigen, rioolreinigingsvoertuigen, hoge drukwegdek reinigingsvoertuigen, droogvegers en waterwagens.

Volgens geïntimeerde vallen haar nijverheidsvoertuigen niet onder het toepassingsgebied van de verkeersbelasting zoals omschreven in artikel 2.2.1.0.1 VCF omdat het niet dient tot het vervoer van goederen of van om het vene welke voorwerpen over de wegen.

Het Hof stelt vast dat de belastbare materie in artikel 3 WIGB zeer ruim is omschreven. Anders dan in de oude regeling van het eurovignet is het voorwerp van de belasting niet beperkt tot voertuigen die uitsluitend dienen voor het vervoer van personen of goederen. Op grond van artikel 3 WIGB is elk voertuig voorzien van zodra het dienend is om goederen of personen te vervoeren. Een strikte interpretatie van de fiscale wet is gesteund op de idee van het gelijkheidsbeginsel zoals voorzien in artikel 72 GW.. De door de partijen weergegeven historische context van de uitsluiting van bepaalde werktuigen, doet geen afbreuk aan de tekst van de wet. Dat parlementaire besprekingen de uitsluiting van de verkeersbelasting hebben voorzien voor bijvoorbeeld een dors- of ploegmotor doet geen afbreuk aan de tekst van de wet. Een dorsmachine of ploeg doet ter plaatse zijn werk en brengt of neemt niets mee in die zin dat het op zich geen goederen vervoert. In die zin verschillen die werktuigen met de belaste reinigingsvoertuigen. De reinigingsvoertuigen hebben allemaal een laadcapaciteit om hetzij afval in op te slaan hetzij om water of reinigingsvloeistoffen ter plaatse te gebruiken.

Het is geen geschilpunt dat afval, water of reinigingsvloeistoffen goederen zijn in de zin van artikel 3 WIGB. De inherente laadcapaciteit dient om opgeveegde goederen te vervoeren. Dat de opname van afval een noodzakelijk gevolg is van de reinigingswerken doet geen afbreuk aan de vaststelling van het vervoer. De laadcapaciteit is evenmin bijkomstig of ondergeschikt maar is daarentegen een essentieel kenmerk van het betrokken voertuig. Het betrokken voertuig dient ook en in een even belangrijke mate om het afval naar een dumpingsite of een afvalverwerker te vervoeren. Waar de geïntimeerde stelt dat de opslag of het vervoer van (reinigings)vloeistoffen of afval losgekoppeld zou kunnen worden van de reinigingsinstallatie, komt het haar toe de keuze te maken tussen voertuigen die wel of niet dienen om goederen te vervoeren. Het kan worden aangenomen dat de combinatie van beide kenmerken een veel efficiënter werkproces is, terwijl het niet uit te sluiten is dat deze beide functies door aparte voertuigen worden verricht.

Uit de voldoende duidelijke teksten van artikel 2.2.1.0.1 VCF en artikel 3 WIGB volgt dat niet wordt nagegaan wat de hoofdbestemming en de eventuele nevenbestemming is van een voertuig. Van zodra het voertuig dient om goederen te vervoeren, is het belastbaar in de verkeersbelasting. Dat dit vervoer noodzakelijk, bijkomstig, ondergeschikt of occasioneel is ten aanzien van een andere meer kenmerkende (reinigings)functie van het voertuig, sluit niet uit dat het voertuig (ook) dient om goederen te vervoeren en onderworpen is aan de verkeersbelasting, in beginsel ongeacht welk goed of vervoer.