De EOT akte die de terugbetaling (al dan niet in geld) van een onroerend goed - dat via vervroegde wederbelegging werd aangekocht zoals voorzien in art. 2.3.21 BW – vaststelt binnen een termijn van 2 jaar geeft geen aanleiding tot de heffing van verdeelrecht.

Wanneer er in de EOT-akte evenwel geen sprake is van een terugbetaling, doch louter een toewijzing van het desbetreffende onroerende goed aan de echtgenoot, is er niet voldaan aan de vereiste van terugbetaling zoals voorzien in art. 2.3.21 BW wat maakt dat de toebedeling een gewone verdelingsverrichting is van een gemeenschappelijk onroerend goed, die het verdeelrecht opeisbaar maakt.

De exacte bewoordingen van de EOT-akte zullen bijgevolg doorslaggevend zijn voor de concrete beoordeling.