Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 23011 - Niet geregistreerde schenking vruchtgebruik op roerend goed - fictie van artikel 2.7.1.0.5 VCF Vlaamse Belastingdienst

SP 23011 - Niet geregistreerde schenking vruchtgebruik op roerend goed - fictie van artikel 2.7.1.0.5 VCF

Administratief standpunt
Nummer
23011
Datum beslissing
4 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.5. VCF

Standpunt

Indien schenkers na het initieel schenken van een roerend goed met voorbehoud van vruchtgebruik voor zichzelf, datzelfde vruchtgebruik onderhands zonder registratie wensen te schenken (een afstand doen van met animus donandi), zal bij overlijden van (één van) de vruchtgebruikers binnen de 3 jaar het fictieartikel 2.7.1.0.5 VCF van toepassing zijn waardoor het vruchtgebruik over de geschonken goederen geacht zal worden nog in de nalatenschap aanwezig te zijn.

Gelet op artikel 3.141 BW (oud artikel 617 BW) komt er echter door het overlijden een einde aan het vruchtgebruik. En aangezien de goederen dienen gewaardeerd te worden voor hun waarde op het ogenblik van het overlijden (artikel 2.7.3.3.1 VCF) dient het vruchtgebruik dan ook niet in het actief van de aangifte van nalatenschap te worden opgenomen aangezien het op dat ogenblik uitgedoofd is en dus geen economische waarde meer heeft. Wel dient het in de aangifte van nalatenschap vermeld te worden onder de rubriek van de “niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen, maar de waarde zal 0 bedragen.

Hetzelfde geldt indien initieel een overlijden aan de basis ligt van het ontstaan van een vruchtgebruik op roerende goederen, waarna het afstand doen van vruchtgebruik - met animus donandi – volgt, alsook een overlijden van die vruchtgebruiker binnen de 3 jaar.

Historische versies

Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt:

Standpunt nr. 23011 dd. 11.10.2024, publicatie op 22.10.2024
Standpunt nr. 23011 dd. 27.03.2023, publicatie op 18.04.2023