Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 19012 - Belasting op spelen en weddenschappen - Kienen/bingo en poker als volksvermakelijkheid Vlaamse Belastingdienst

SP 19012 - Belasting op spelen en weddenschappen - Kienen/bingo en poker als volksvermakelijkheid

Administratief standpunt
Nummer
19012
Datum beslissing
18 maart 2019
Publicatiedatum
5 juni 2019

Heffing

  • Belasting op spelen en weddenschappen

Wettelijke basis

  • art. 2.12.6.0.1. VCF

Huidig standpunt

1. Kienen/bingo

Tot eind 2017 werden kienen en bingo beschouwd als een vorm van loterij en vielen deze spelen onder de loterijwet van 1851. Overeenkomstig artikel 3bis van de Kansspelwet is de Kansspelwet niet van toepassing op loterijen.

Met een omzendbrief van 5 december 2017 werd het standpunt van de Kansspelcommissie m.b.t. kienen en bingo gewijzigd.

  • Kienen en bingo zijn niet langer een loterij, maar wel degelijk een kansspel.
  • In principe mag het organiseren van kansspelen enkel mits vergunning of toelating van de Kansspelcommissie, tenzij het kien- of bingospel onder artikel 3.3 van de Kansspelwet valt. Dat artikel bepaalt (na de wijziging van de wet van 07/05/2019) dat er geen vergunning of toelating van de Kansspelcommissie nodig is voor kaart- en gezelschapsspelen (waaronder kienen en bingo) uitgeoefend buiten de kansspelinrichtingen klasse I en, II en kaart- of gezelschapsspelen, uitgeoefend in kansspelinrichtingen klasse III zonder gebruik te maken van een toestel en voor occasionele spelen (maximum vier keer per jaar) ingericht door een lokale vereniging ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis of ten behoeve van een sociaal of liefdadig doel is op voorwaarde dat er sprake is van een geringe inzet (0,20 euro inzet per spel) en beperkte winst (maximum 6,20 euro per spel).

De gemeentelijke overheid kan bovenstaande spelen wel aan de voorafgaande toelating en aan exploitatievoorwaarden onderwerpen.

2. Poker

Poker waarbij geld wordt ingezet moet beschouwd worden als een kansspel. Dit kaartspel mag in principe enkel in de vergunde casino’s aangeboden worden. In speelautomatenhallen kunnen ook elektronische pokerspelen worden uitgebaat.

Kaart- en gezelschapsspelen (waaronder poker) met inzet georganiseerd buiten casino’s en speelhallen en kaart- of gezelschapsspelen, uitgeoefend in drankgelegenheden zonder gebruik te maken van een toestel worden echter niet als een kansspel beschouwd als er sprake is van een beperkte inzet en een materieel voordeel van geringe waarde (cf. art. 3.3 Kansspelwet). Hieronder wordt per spel een maximale inzet van 0,20 euro en een maximale winst van 6,20 EUR per spel verstaan.

Vlabel beschouwt kienen/bingo en poker als volksvermakelijkheden, op voorwaarde dat de vrijstellingscriteria vermeld in artikel 2.12.6.0.1. VCF gerespecteerd worden, nl. dat er alleen inschrijvings- of deelnemingsrechten worden geheven, die verdeeld worden in de vorm van prijzen waarvan de waarde niet meer bedraagt dan het tienvoudige van de inzet per deelnemer of die besteed worden aan de normale organisatiekosten, als het totale bedrag van die rechten per dag en per persoon niet meer bedraagt dan 50 euro.

Voor volksvermakelijkheden moet – net zoals voor de andere vrijstellingen – geen aanvraag tot vrijstelling worden ingediend.

Hiermee wordt het standpunt van de FOD Financiën gevolgd. Volgens het Commentaar WIGB (punt 43/34 en 43/43) kunnen kaartspelwedstrijden worden gelijkgesteld met volksvermakelijkheden als de deelnemer “zich in hoofdzaak laat leiden door het genot verbonden aan de fysische inspanning, de ontspanning, de mededinging en niet door de bekoring van een winst of een belangrijke beloning”.

Historische versies

Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt:

Standpunt nr. 19012 dd. 21.01.2019, publicatie op 24.01.2019