Bij standpunt 16023 werd beslist dat aanvullende rechten kunnen worden voldaan met meeneembare rechten, als het PMB van de betrokken koper nog niet was uitgeput op het ogenblik van de initiële heffing.

Vermits de meeneembaarheid een wijze van betaling van de verschuldigde rechten is, moeten de belastingverhogingen worden berekend rekening houdend met het bedrag van de aanvullende rechten vóór de toepassing van de meeneembaarheid. Enkel op die manier worden de belastingplichtigen op dezelfde manier behandeld, wat de belastingverhoging betreft.

Voorbeeld

Initiële heffing:

(180.000 x 6%) – 5.600 = 5.200

De koper had een PMB van 12.000 waarvan 5.200 werd gebruikt.

Thans verlies van het tarief van 6%, waardoor er een aanvullende heffing moet gebeuren.

180.000 x 12% (overeenkomst na 31/12/2021; indien overeenkomst vóór 01/01/2022 tarief 10%) = 21.600 – 5.200 (reeds geheven) = 16.400

Belastingverhoging: 16.400 x 20% = 3.280

De aanvullende rechten kunnen deels worden betaald met het resterende PMB (6.800).

De belastingverhoging moet in geld worden betaald.

Nog aanvullende belasting 16.400 – 6.800 = 9.600

Standpunt 16048 geldt dus eveneens voor de nieuwe verlaagde tarieven.