Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 15120 - Vrijstellingen van de onroerende voorheffing Vlaamse Belastingdienst

SP 15120 - Vrijstellingen van de onroerende voorheffing

Administratief standpunt
Nummer
15120
Datum beslissing
2 september 2015
Publicatiedatum
28 september 2015

Heffing

  • Onroerende voorheffing

Wettelijke basis

  • art. 2.1.6.0.1. VCF

Standpunt

Artikel 2.1.6.0.1 VCF bepaalt:

Op aanvraag van de belastingschuldige wordt een vrijstelling van de onroerende voorheffing verleend voor het kadastraal inkomen van :
1° de onroerende goederen of delen ervan, gelegen in het Vlaamse Gewest die een belastingplichtige of een bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening, voor onderwijs, voor het vestigen van hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen;

  1. Serviceflats: vrijstelling Onroerende Voorheffing voor apart gekadastreerde garagecomplexen, kelders en bergingen indien gebruikt voor de serviceflat

Het feit of deze garages, kelders en bergingen apart gekadastreerd zijn is geen criterium voor het al of niet toekennen van een vrijstelling van de onroerende voorheffing. Het te gebruiken criterium is of deze garages, kelders en bergingen gebruikt worden voor de assistentiewoning. Enkel indien manifest blijkt dat de garage of berging niet gebruikt wordt voor de serviceflats, maar er bijvoorbeeld verhuur is aan een derde die niet bij de serviceflats betrokken is, kan de vrijstelling nog geweigerd worden.

  1. Toekomstige bestemming van een onroerend goed: vrijstelling voor een periode van 2 jaar vanaf bouwvergunning

Toekomstige bestemming van een onroerend goed komt in aanmerking voor vrijstelling

  • Als een onroerend goed wordt aangekocht met het oog op een toekomstige inrichting dienend tot één van de bestemmingen die in aanmerking komen voor een vrijstelling onder 2.1.6.0.1, 1° van de VCF, dan kan de vrijstelling toegekend worden op moment dat een bouwvergunning is afgeleverd.

De vrijstelling wordt toegekend voor een periode van maximum 2 jaar waarna het dossier opnieuw wordt geëvalueerd.

  • Geen bouwvergunning afgeleverd en de belastingplichtige meldt dat het onroerend goed wel al voor activiteiten gelinkt aan 2.1.6.0.1,1° wordt gebruikt. Controleur bekijkt situatie ter plaatse.”