Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 22004 - Inbreng van een in België gelegen onroerend goed door een ‘Angelsaksische’ settlor in een buitenlandse trust Vlaamse Belastingdienst

SP 22004 - Inbreng van een in België gelegen onroerend goed door een ‘Angelsaksische’ settlor in een buitenlandse trust

Administratief standpunt
Nummer
22004
Datum beslissing
20 juni 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022

Heffing

  • Verkooprecht

Standpunt

A. Verhouding tussen settlor – trustee:

  1. Verkooprecht?

Op de inbreng door niet-rijksinwoners van een in België gelegen onroerend goed (BOG) in een Amerikaanse trust, waarbij de settlor(s) tevens de trustee(s) zijn is er geen verkooprecht verschuldigd in hoofde van de trustee. Er kan aangenomen worden dat er geen overdracht is van het BOG dat onder trustverband geplaatst wordt; de settlors behouden in hun hoedanigheid van trustee het beheer- en beschikkingsrecht van het trustvermogen.

Op de inbreng door niet-rijksinwoners van een in BOG in een Amerikaanse trust, waarbij de settlor en de trustee verschillende personen zijn, is er geen verkooprecht verschuldigd in hoofde van de trustee. De inbreng van een BOG door een settlor in een trust houdt immers geen overdracht ten bezwarende titel van dit goed naar het vermogen van de trustee in.

  1. Schenkbelasting?

In de verhouding tussen de settlor en de trustee is er geen schenkbelasting verschuldigd daar de trustee niet als begiftigde kan worden aangemerkt. De in de trust ingebrachte goederen gaan geen deel uitmaken van de trustee zijn vermogen en er is in hoofde van de trustee geen sprake van een verrijking.

B. Verhouding tussen settlor – beneficiary:

1. Schenkbelasting?

Tussen settlor en beneficiary komt een rechtstreekse verhouding tot stand en is er schenkbelasting verschuldigd. Volgend onderscheid dient gemaakt te worden voor wat betreft het tijdstip van het verschuldigd zijn van de schenkbelasting:

  1. Wordt het BOG ingebracht in een niet-discretionaire trust, dan bekomen de beneficiaries het BOG onder opschortende termijn. De schenkbelasting is onmiddellijk opeisbaar op voorwaarde dat er aanvaarding is van de beneficiaries in de trustakte. Gebeurt de aanvaarding in een latere akte, dan zal op dat ogenblik de schenkbelasting verschuldigd zijn.
  2. Wordt het BOG ingebracht in een discretionaire trust, dan bekomen de beneficiaries het BOG onder opschortende voorwaarde. Indien de trustee later overgaat tot een daadwerkelijke overdracht van het BOG, is de opschortende voorwaarde vervuld en is de schenkbelasting opeisbaar van zodra de beneficiaries ook aanvaarden.

​​De authentieke akte waarbij de effectieve overdracht van het BOG aan de beneficiaries wordt vastgesteld, kan beschouwd worden als aanvaarding in hoofde van de beneficiaries; de schenkbelasting zal dus uiterlijk bij het verlijden van de authentieke akte verschuldigd zijn.

2. Verkooprecht?

In uitzonderlijke gevallen kan er in de verhouding tussen settlor en beneficiary toch besloten worden tot de heffing van het verkooprecht in plaats van schenkbelasting.

Historische versies

Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt:

Standpunt nr. 22004 dd. 17.01.2022, publicatie op 02.02.2022