Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 15124 - Inbreng van een woning in een vennootschap - Gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend of bestemd Vlaamse Belastingdienst

SP 15124 - Inbreng van een woning in een vennootschap - Gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend of bestemd

Administratief standpunt
Nummer
15124
Datum beslissing
2 september 2015
Publicatiedatum
28 september 2015

Heffing

  • Verkooprecht

Wettelijke basis

  • art. 2.9.1.0.1. VCF

Huidig standpunt

Indien een natuurlijk persoon een onroerend goed inbrengt in een vennootschap, waarbij twijfel kan bestaan of het gaat om een goed dat “gedeeltelijk of geheel tot bewoning wordt aangewend of is bestemd”, wordt de volgende redenering gevolgd:

  • indien het goed op het ogenblik van de inbreng geheel of gedeeltelijk tot bewoning wordt aangewend, gaat het om de inbreng van een woning en is het verkooprecht verschuldigd, ongeacht de latere bestemming van het goed;

  • indien het goed op het ogenblik van de inbreng niet geheel of gedeeltelijk tot bewoning wordt aangewend, wordt de bestemming van het goed in aanmerking genomen:

    • is het goed na de inbreng geheel of gedeeltelijk tot bewoning bestemd, dan is het verkooprecht verschuldigd;

    • is het goed na de inbreng helemaal niet tot bewoning bestemd, dan is het verkooprecht niet verschuldigd.

In dit geval moet in de akte duidelijk worden vermeld dat het goed niet voor bewoning wordt aangewend.

Historische versies

Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt:

Standpunt nr. 15124 dd. 30.03.2015, publicatie op 19.06.2015