Gedaan met laden. U bevindt zich op: Soortgelijke weldadigheidsinstelling - Kinderopvang Vlaamse Belastingdienst

Soortgelijke weldadigheidsinstelling - Kinderopvang

Rechtspraak
Rolnummer
F.15.094.N
Datum beslissing
23 december 2016
Publicatiedatum
23 december 2016
Rechtbank
Hof van Cassatie
Status
Definitief

Beschrijving

Samenvatting

Het Hof van Cassatie heeft zich op 23 december 2016 in vier arresten uitgesproken over de vraag of kinderopvang aangeboden door de VZW X onder het begrip soortgelijke weldadigheidsinstelling kan vallen zoals bedoeld in artikel 12,§1 WIB.

De vzw X heeft volgens haar statuten tot doel opvang te verzekeren van kinderen, van 0 jaar tot het einde van de basisschool en ontplooiingskansen te bieden aan jonge mensen in groepsverband.

Zij biedt opvang aan: voorschools, naschools, op woensdagnamiddag, op snipper- en vakantiedagen, en het initiatief biedt ook middagopvang aan.

Voor een goed begrip van de uitspraak van het Hof van Cassatie is het nuttig de uitspraak van het Hof van beroep in herinnering te brengen.

Argumentatie van het Hof van Beroep

Uit de voorgelegde folders en foto’s blijkt dat er niet louter opvang is in de strikte zin van het woord, maar ook tal van activiteiten met de kinderen worden uitgeoefend. Zo is er sprake van knutsellessen, een lokaal voor “groten”, spelletjes worden georganiseerd. Er wordt ook eten aangeboden, vieruurtjes en warme maaltijden. Tijdens het vakantieverblijf worden uitstapjes georganiseerd, paaseierenzoektochten, zwemmen en speelpleinbezoek. Er is ook opvang op vakantiedagen en schoolvrije dagen. De opvang en activiteiten staan onder leiding van professionele begeleiders. De activiteiten worden in groepsverband georganiseerd, wat de sociale vaardigheden van de kinderen maar ten goede kan komen.

Volgens het huishoudelijk reglement richt de opvang zich tot alle schoolgaande kinderen van het basisonderwijs, en zijn de ouders, die omwille van hun beroepsactiviteiten, herscholing of familiale omstandigheden een opvang wensen voor hun kind, de doelgroep.

In acht genomen deze gegevens moet aanvaard worden dat de in het pand uitgeoefende activiteit die is van een soortgelijke weldadigheidsinstelling. Die activiteit is er één van fysieke en geestelijke zorg voor de kinderen (maximale leeftijd: basisschool), en staat in verband zowel met de noodzakelijke aanwezigheid van de kinderen op school als met de problemen die dit qua opvang met zich brengt voor de ouders (onder meer door hun beroepsactiviteit).

De mogelijkheid dat de kinderen ook op vakantieverblijf komen staat ook zeer dicht bij de bij artikel 12, §1 WIB voorziene vrijstelling voor “vakantiehuizen voor kinderen”.

Bovendien wordt verwezen naar de administratieve commentaar, waar onder de bij wijze van voorbeeld opgesomde “gelijkaardige weldadigheidswerken” ook “de kinderbewaarplaatsen” worden genoemd (Com. I.B. nr. 253/54).

De administratie heeft hiertegen cassatieberoep ingediend.

Arrest van het Hof van Cassatie

Het Hof van Cassatie is van oordeel, op basis van alle aangevoerde elementen en bevindingen, dat de appelrechters hun beslissing naar recht verantwoorden waar ze oordelen dat de uitgeoefende activiteit overeenstemt met deze van een soortgelijke weldadigheidsinstelling in de zin van artikel 12, §1 en haar om die reden een vrijstelling van onroerende voorheffing toekennen.

Overige cassatiemiddelen die werden aangevoerd werden afgewezen omdat ze zouden steunen op onjuiste lezing van het arrest van het hof van beroep en feitelijke grondslag zouden missen.

Overige cassatiemiddelen die werden aangevoerd werden afgewezen omdat ze zouden steunen op onjuiste lezing van het arrest van het hof van beroep en feitelijke grondslag zouden missen.

Heffing

  • Onroerende voorheffing

Wettelijke basis

  • art. 2.1.6.0.1. VCF