Gedaan met laden. U bevindt zich op: Onderhandse lening - Handgift Vlaamse Belastingdienst

Onderhandse lening - Handgift

Rechtspraak
Rolnummer
17/728/A
Datum beslissing
7 november 2018
Publicatiedatum
7 november 2018
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Beschrijving

Samenvatting

Lening die bij overlijden van de uitlener van rechtswege komt te vervallen

Op 10/03/2014 ondertekenden de heren D en R samen met mevr. B een schulderkentenis. De heren D en R erkenden van mevr. B een bedrag van 60.000 euro ontvangen te hebben als lening. In deze schulderkentenis werd gestipuleerd dat bij het overlijden van mevr. B vóór het overlijden van de langstlevende van de ontleners (de heren D en R) de schuld van rechtswege zal komen te vervallen. Hieruit volgt dat de ontvangen som ingevolge het overlijden van mevr. B op 04/04/2015 het karakter van een schenking krijgt. De rechtbank neemt aan dat de heren R en D geen (gedeeltelijke) teruggave van de ontvangen som hebben gedaan voor het overlijden van mevr. B, aangezien zij dit niet kunnen aantonen.

De rechtbank stelt dat krachtens art. 2.7.1.0.3 VCF alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker met het oog op de heffing van het successierecht als legaten worden beschouwd. Art. 2.7.1.0.5, §1 VCF bepaalt dat de goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, geacht worden deel uit te maken van zijn nalatenschap.

De rechtbank is van oordeel dat de Vlaamse belastingdienst op afdoende wijze heeft aangetoond dat wijlen mevr. B een geldsom ter beschikking heeft gesteld aan de heren D en R die de vorm van een schenking zou verkrijgen in geval zij komt te vooroverlijden. De Vlaamse fiscale administratie is er terecht van uitgegaan dat de som van 60.000 euro deel uitmaakte van de nalatenschap. De erfbelasting werd op regelmatige wijze gevestigd.

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.5. VCF