Gedaan met laden. U bevindt zich op: Legaat grootst beschikbaar gedeelte - Correcte devolutie pas in bezwaarfase meegedeeld Vlaamse Belastingdienst

Legaat grootst beschikbaar gedeelte - Correcte devolutie pas in bezwaarfase meegedeeld

Rechtspraak
Rolnummer
18/4355/A
Datum beslissing
11 januari 2021
Publicatiedatum
11 januari 2021
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 3.3.1.0.6. VCF
  • art. 3.7.0.0.2. VCF

Samenvatting

Erflater overlijdt op 21 februari 2014.

Hij liet als wettige erfgenamen zijn huidige echtgenote (verder ook belastingplichtige genoemd) na met wie hij in het huwelijk trad op 14 september 2013 en zijn twee minderjarige kinderen uit een vorig huwelijk.

Erflater was voor zijn huidig huwelijk reeds eenmaal gehuwd. Zij scheidden uit de echt bij vonnis dd. 9 oktober 2012. De vereffening verdeling van deze huwgemeenschap was volgens zijn huidige echtgenote nog niet afgesloten.

De huidige echtgenote diende geen aangifte van nalatenschap in.
Zij stelt dat zij zich sinds het overlijden en tot op heden in een impasse bevindt; doordat de verdeling van de voorheen bestaande huwgemeenschap (met vorige echtgenote) nooit gebeurde en doordat de kinderen belanghebbenden zijn bij de verdeling van de eerste huwgemeenschap en gerechtigd zijn in de nalatenschap.

Zowel de federale administratie als Vlabel verleenden belastingplichtige herhaaldelijk uitstel voor het indienen van de nalatenschapsaangifte en richtten verschillende herinneringen aan haar. Er werd nooit door belastingplichtige geen aangifte van nalatenschap ingediend.

Wel stuurt de notaris op 11 januari 2017 een niet-betwist eigenhandig testament (opgesteld twee maanden vóór het huwelijk met tweede echtgenote) van erflater door aan de taxatiebehandelaar.
Daarin staat dat erflater alle voorgaande testamenten herroept en legateert het grootste beschikbaar gedeelte van zowel alle roerende en eventueel toekomstige onroerende goederen aan zijn partner die hij tevens aanstelt als enige legataris van zijn nalatenschap.

Op basis hiervan verstuurt Vlabel een voorstel tot ambtshalve aanslag waarbij de devolutie als volgt is: 1/1 volle eigendom ingevolge eigenhandig testament voor langstlevende echtgenote.

Er wordt op dit voorstel door belastingplichtige niet gereageerd waardoor een ambtshalve aanslag volgde.

Er wordt door haar bezwaar ingediend tegen de ambtshalve aanslag onder andere verwijzend naar een in bijlage meegegeven erfrechtverklaring (dd. 9 juli 2014!) waaruit blijkt dat de toebedeling van de nalatenschap als volgt moet gebeuren:
- Gemeenschappelijk vermogen (i.e. uit de bestaande huwgemeenschap tussen erflater en huidige echtgenote)
o Aan de langstlevende echtgenoot: voor de helft in volle eigendom
o Aan de nalatenschap van de overledene: voor de wederhelft in volle eigendom
- De nalatenschap van de overledene
o Aan de langstlevende echtgenoot voor één/derde (1/3) in volle eigendom en twee/derden (2/3) in vruchtgebruik
o Aan de twee kinderen samen voor twee/derden (2/3) in blote eigendom, hetzij elk één/derde (1/3) in blote eigendom

En waarbij nogmaals werd meegedeeld dat er nog geen verdeling van het eerste huwelijk werd gedaan zodat belastingplichtige pas kan overgaan tot een correcte aangifte nadat er tot verdeling werd overgegaan.

Het bezwaar werd afgewezen en er werd o.a. verwezen naar artikel 3.3.1.0.6 VCF dat stelt dat bij een verandering in devolutie een nieuwe aangifte dient te worden ingediend.

Belastingplichtige richt verzoekschrift tot de rechtbank waarbij zij o.a. de nietigheid van de ambtshalve aanslag vordert .

De rechtbank stelt vooreerst dat Vlabel terecht wegens het uitblijven van een aangifte door belastingplichtige een ambtshalve aanslag mag vestigen. Het vestigen van een ambtshalve aanslag ontslaat het Vlaams Gewest niet van de verplichting om een aanslag te vestigen overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen.

Ter zake heeft belastingplichtige in haar bezwaar een erfrechtverklaring uitgaande van een notaris bijgebracht. Uit deze erfrechtverklaring blijkt dat de bestreden aanslag geen rekening houdt met de erfrechtelijke devolutie en bijgevolg onrechtsgeldig is. De belastingadministratie mag de voornoemde verklaring niet terzijde schuiven om reden dat ze pas bijgebracht werd tijdens de bezwaarfase, maar moet toezien op de rechtsgeldigheid van de aanslag. Een vernietiging van deze aanslag dringt zich op.
Evenwel moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid om een subsidiaire aanslag aan de rechtbank voor te leggen.