Gedaan met laden. U bevindt zich op: Klein beschrijf - Abattement - Niet naleven inschrijvingsverplichting/niet vestigen hoofdverblijplaats - Grote en langdurige renovatiewerken met beperkte financiële middelen geen overmacht Vlaamse Belastingdienst

Klein beschrijf - Abattement - Niet naleven inschrijvingsverplichting/niet vestigen hoofdverblijplaats - Grote en langdurige renovatiewerken met beperkte financiële middelen geen overmacht

Rechtspraak
Rolnummer
17/2388/A
Datum beslissing
26 juni 2018
Publicatiedatum
26 juni 2018
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Beschrijving

Samenvatting

De betwisting ten gronde heeft betrekking op de vraag of de belastingplichtigen met betrekking tot de aankoop van een onroerend goed recht hebben op de vermindering van de heffingsgrondslag bij toepassing van het toen geldende artikel 46bis W. Reg., alsook op het tot 5% verminderde tarief van het verkooprecht bij toepassing van de toen geldende artikelen 53, 2° en 60, tweede en derde lid W. Reg.

Artikel 46bis, derde lid W. Reg. verbindt aan het voordeel van het abattement onder meer de voorwaarde dat de belastingplichtige zijn hoofdverblijfplaats op de plaats van de aangekochte woning vestigt binnen de twee jaar te rekenen van de datum van registratie van de authentieke verkoopakte dan wel op de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie van deze akte. Aan die voorwaarde werd niet voldaan.

Uit de bijgebrachte stukken en gegeven verklaring blijkt dat de belastingplichtigen een bewoonbare, maar oude woning kochten en daarin effectief gingen wonen na een zestal jaren van zware verbouwingen die gebeurden in functie van hun financiële mogelijkheden.

De belastingplichtigen kunnen zich niet op overmacht beroepen aangezien zij zelf niet het nodige gedaan hebben om zich de blijvende toepassing van het abattement te verzekeren hoewel dat redelijkerwijze mogelijk was, namelijk door de verbouwingswerken in een sneller tempo uit te voeren. Behoudens hun financiële situatie geven de belastingplichtigen geen reden voor de trage voortgang van de werken. De belastingplichtigen hadden, voorafgaand aan de aankoop, in het licht van hun financiële mogelijkheden, kunnen en moeten inschatten dat zij niet binnen een tijdspanne van twee jaar de door hen gewenste verbouwingswerken konden realiseren en hadden daarnaar moeten handelen.

Ter zake van het verminderde tarief van het verkooprecht (artikelen 53, 2° en 60, tweede en derde lid W. Reg.) blijft het voordeel van het zogenaamde kleine beschrijf alleen behouden, zo de verkrijger of zijn echtgenoot ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de datum van de authentieke verkrijgingsakte en deze inschrijving daar ten minste drie jaar zonder onderbreking behoudt. Om de zelfde redenen als deze waarom de overmacht inzake het abattement niet werd aanvaard is de rechtbank van oordeel dat de belastingplichtigen evenmin het bestaan van overmacht bewijzen met betrekking tot hun niet inschrijving in het bevolkingsregister.

Heffing

  • Verkooprecht