Gedaan met laden. U bevindt zich op: Familiale onderneming - beroepsmatige investering in de familiale onderneming - gemengde bankrekening en schuldvorderingen (op familiale vennootschappen) Vlaamse Belastingdienst

Familiale onderneming - beroepsmatige investering in de familiale onderneming - gemengde bankrekening en schuldvorderingen (op familiale vennootschappen)

Rechtspraak
Rolnummer
20/3091/A
Datum beslissing
12 september 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.4.2.2. VCF

Samenvatting

Op 25 maart 2019 overleed de heer PR.

Op 15 juli 2019 werd een gezamenlijke aangifte van nalatenschap ingediend. Volgens de aangifte komt de nalatenschap op volgende wijze toe aan zijn wettelijke en reservataire erfgenamen:

  • De echtgenote van de overledene voor 1/1 in vruchtgebruik;
  • De dochter van de overledene (de tegenpartij in deze zaak) voor 1/1 in blote eigendom;

Onder de rubriek ‘eigen vermogen’ werden o.m. de volgende activa opgenomen: schepen, bankrekeningen en schuldvorderingen van de overledene bij verschillende (familiale) vennootschappen.

Voor deze activa werd het verlaagd tarief inzake de vererving van een familiale onderneming gevraagd. Voor het ‘ondernemingsgebonden karakter’ van de verschillende activa werd verwezen naar de afschrijvingstabellen van de opgenomen schepen, een aantal uittreksels met overschrijvingen van en naar de KBC-rekeningen en de verklaringen schuldeiser m.b.t. de schuldvorderingen.

In de aangifte werd eveneens het verlaagd tarief inzake familiale vennootschappen gevraagd voor de aandelen die de erflater had in verschillende vennootschappen.

Op 13 december 2019 verstuurde VLABEL de aanslagbiljetten naar de erfgenamen.

De belastingplichtige was een bedrag van 1.120.530,43 EUR verschuldigd aan erfbelasting. Bij de berekening van de erfbelasting werd o.m. de toepassing van de verlaagde tarieven inzake de vererving van een familiale onderneming niet weerhouden voor de KBC­-rekeningen en de openstaande schuldvorderingen van de overledene op verschillende vennootschappen.

Op 18 juni 2019 ontving VLABEL een bezwaarschrift ingediend door de notaris van de erfgenamen.

De notaris voegde opnieuw de stukken bij om te staven dat de rekeningen bij KBC en de schuldvorderingen een ondernemingsgebonden karakter hebben. De notaris verzocht om de waarde van de familiale onderneming te verhogen met de waarde van de KBC­-rekeningen en de schuldvorderingen en hiervoor een aangepast aanslagbiljet te bezorgen.

Bij beslissing van 29 september 2020 werd het bezwaarschrift afgewezen.

In het algemeen wordt verwezen naar de basisvoorwaarden voor het gunstregime inzake familiale ondernemingen, waarbij de over te dragen activa beroepsmatig moeten zijn geïnvesteerd in de familiale onderneming.

De belastingplichtige kon zich niet vinden in deze afwijzende beslissing zodat zij op 16 november 2020 een verzoekschrift indiende bij de rechtbank.

De rechtbank merkt op dat het gunsttarief inzake de vererving of schenking van een familiale onderneming zoals opgenomen in artikel 2.7.4.2.2. VCF zijn oorsprong vindt in het decreet van 23 december 2011. Het verlaagd tarief werd ingevoerd om te vermijden dat de continuïteit van ondernemingen en eventuele investeringen in het gedrang komt na het overlijden van de bedrijfsleider die niet in zijn eigen opvolging heeft voorzien. Het gunststarief is wel bestemd voor activa die in de familiale onderneming zijn geïnvesteerd voor de aanwending in het kader van de familiale onderneming.

Verder heeft VLABEL in de omzendbrief van 2015/2 van 15 december 2015(PDF bestand opent in nieuw venster) verduidelijkt dat onder ‘activa die beroepsmatig werden geïnvesteerd’ o.m. de onroerende goederen, met uitzondering van (de gedeelten) van onroerende goederen die tot bewoning bestemd zijn, en de roerende goederen zoals bijvoorbeeld machines, het bedrijfsgebouw, het cliënteel,… die door de familiale onderneming effectief worden gebruikt voor de eigen beroepsdoeleinden. (Omzendbrief 2015/2 van 15 december 2015, 6).

De rechtbank stelt vast dat in het voorliggende geschil de erflater zaakvoerder was van een maritieme onderneming die schepen verhuurde. In de aangifte van nalatenschap heeft belastingplichtige de toepassing van dit verlaagd tarief gevraagd voor twee schepen, twee KBC-rekeningen op naam van de overledene alsook drie schuldvorderingen van de overledene op drie vennootschappen.

VLABEL heeft het verlaagd tarief terecht slechts toegepast op de twee schepen, aangezien deze activa in de onderneming zijn geïnvesteerd en voor de eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt.

Inzake de KBC-rekeningen

De belastingplichtige argumenteert dat de bankrekeningen weldegelijk als beroepsmatig geïnvesteerde activa dienen te worden bestempeld. Uit de voorgelegde stukken zou bovendien heel duidelijk blijken dat de kwestieuze KBC-zichtrekeningen in hoofdzaak effectief beroepsmatig werden aangewend.

De rechtbank stelt vast dat belastingplichtige alle overschrijvingen van deze twee KBC-rekeningen heeft voorgelegd.

Hieruit blijkt dat op de rekening met nummer BE XX:

  • verschillende overschrijvingen hebben plaatsgevonden van en naar de vennootschappen Rederij R & Zoon NV, R NV, RC NV en van DM S (medebestuurder van de erflater in bepaalde vennootschappen);
  • eveneens gelden uit een erfenis (in 2015 een bedrag van minstens 350.000 EUR), terugbetaling personenbelasting en terugbetalingen van de ziekenkas werden gestort op deze rekening;
  • er werd met de gelden van deze rekening o.m. grote bedragen cash afgehaald en de afrekening van kredietkaarten (waarmee een varia aan kosten werden betaald) gebeurde eveneens via deze rekening;
  • ook verscheidene kosten werden betaald via deze rekening, zoals betaling aan een verzekeringsmaatschappij, een kliniek, een winkel van babyspullen, een internet- en tv-provider, een energiebedrijf, een mutualiteit, een eindejaarsgeschenk en doopfeest,…
  • ook werden gelden van de andere zichtrekening van de erflater bij BNP PARIBAS overgeschreven naar deze rekening en zette de erflater ook via zijn KBC-bankkaart nog geld bij op deze rekening.

Hieruit blijkt dat op de rekening met nummer BE YY:

  • naast de inkomsten uit de verhuur van de twee schepen o.m, inkomende tegoeden werden overgeschreven van R NV voor ‘terugbetaling kosten’, ‘gas elektriciteit 2018’
  • o.m. huur, sociale bijdragen, doorgerekende privékosten, doorgerekende beroepskosten, telefoonkosten en gas-elektriciteit en verschillende andere kosten werden betaald;
  • overschrijvingen werden verricht van en naar de andere rekening van de erflater bij BNP PARIBAS;
  • de begrafenis- en ziekenhuiskosten na het overlijden werden betaald, waarna dan alle gelden bij KBC via deze rekening werden vereffend voor de verdeling van de nalatenschap.

In dit verband merkt de rechtbank op dat de storting van bepaalde opbrengsten uit de ondernemingsactiviteit in een bepaalde periode op een rekening nog niet betekent dat daarom het geheel aan tegoeden op een dergelijke rekening geaffecteerd zijn aan de familiale onderneming en in het kader van de ondernemingsactiviteit worden aangehouden.

Bovendien stelt de rechtbank vast dat op beide KBC-rekeningen ook tegoeden werden overgeschreven of gestort die geen verband houden met de familiale onderneming. Een deel van de overschrijvingen op de rekening met nummer BE XX komen o.m. van de vennootschappen R NV, RC NV, Rederij R en Zoon NV, waarvan een gedeelte kwalificeert als bedrijfsleidersbezoldiging. Deze overschrijvingen vinden wellicht hun oorsprong in de werkzaamheden die de erflater uitvoerde in de familiale vennootschappen waarvan hij aandelen had. Nog een gedeelte komt van S DM, cashstortingen, …. Deze veelvuldige geldbewegingen kaderen dan ook duidelijk niet binnen de familiale onderneming, en deze werden evenmin als opbrengsten van de familiale onderneming opgenomen in de aangifte personenbelasting.

Op de rekening met nummer BE YY werden o.m. huuropbrengsten uit de familiale ondernemingsactiviteit gestort, doch ook werden overschrijvingen vastgesteld die geen verband houden met de familiale onderneming.

Ten slotte kan belastingplichtige volgens de rechtbank niet betwisten dat op deze KBC-rekeningen verschillende betalingen geregistreerd werden die volledig losstaan van de familiale onderneming en een louter privékarakter hebben.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tegoeden op beide bankrekeningen niet louter voortkomen uit de netto-opbrengsten van de familiale onderneming, en dat de erflater de netto-opbrengsten uit de familiale onderneming geenszins afgescheiden wilde houden maar heeft laten vermengen met zijn eigen vermogen.

VLABEL heeft terecht deze KBC-rekeningen niet aanzien als activa die ‘beroepsmatig werden geïnvesteerd in de familiale onderneming’.

Verder merkt de rechtbank op dat het gunstregime een afwijking is op het algemene tarief in de erfbelasting zodat de voorwaarden gekoppeld aan het gunstregime strikt dienen geïnterpreteerd te worden, zoals VLABEL terecht heeft gedaan.

De rechtbank besluit dat het verlaagd tarief terecht niet werd toegepast op de twee KBC-rekeningen.

Inzake de schuldvorderingen

De belastingplichtige vraagt om het verlaagd tarief toe te passen op schuldvorderingen die toebehoren aan de familiale onderneming:

Betreffende RC NV: 3.000.000 EUR uit verkoop 50% van schip PR en 752.090,55 EUR ‘niet betaalde rente’;

Betreffende R NV: 102.207,55 EUR achterstallige facturen en 152.979,57 EUR rekening-courant;

Betreffende Rederij R & Zoon NV: 45.000 EUR onbetaalde huur van schip PR.

De rechtbank is van oordeel dat schuldvorderingen op een familiale vennootschap, overeenkomstig artikel 2.7.4.2.2. VCF, niet vallen onder het toepassingsgebied van het gunstregime. Zij kunnen niet genieten van het verlaagd tarief. Des te meer daar schuldvorderingen vanuit hun aard geen activa zijn die worden aangewend in het kader van de uitoefening van de activiteit, aangezien zij louter de opbrengsten vormen uit een dergelijke activiteit die nog niet werden geïnd.

De rechtbank besluit dat VLABEL terecht het verlaagd tarief niet heeft toegepast op de twee KBC-rekeningen en de drie schuldvorderingen van de erflater.