Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bezwaarbeslissing enkel gestuurd naar advocaat waarbij de keuze van woonst werd gezet en niet naar belastingplichtigen zelf Vlaamse Belastingdienst

Bezwaarbeslissing enkel gestuurd naar advocaat waarbij de keuze van woonst werd gezet en niet naar belastingplichtigen zelf

Rechtspraak
Rolnummer
2022/AR/0847 - 0850
Datum beslissing
24 oktober 2023
Publicatiedatum
25 juni 2024
Rechtbank
Hof van Beroep te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Procedure

Wettelijke basis

  • art. 3.5.0.9.0.1. VCF

Samenvatting

Op 3 juni 2019 dient de advocaat van belastingplichtigen B en C een bezwaar in tegen het aanslagbiljet in de erfbelasting. In het bezwaarschrift werd verklaard dat keuze van woonst de advocaat is (belastingplichtige A diende zelf een bezwaarschrift in op 19 april 2019 dat bij beslissing van 3 oktober 2019 werd afgewezen)

Het bezwaarschrift ingediend door de advocaat van belastingplichtigen B en C werd op 30 oktober 2019 afgewezen; de advocaat van belastingplichtigen B en C wordt hiervan bij gewoon schrijven in kennis gesteld.

Gezien deze belastingplichtigen niet betaalden werd op 8 november 2019 een laatste herinnering aan hem toegestuurd, waarbij op 6 december 2019 de advocaat van deze belastingplichtigen liet weten dat zij niet zullen betalen, er reeds ‘beroep’ was aangetekend en op 4 oktober 18 er nog stukken waren overgemaakt.

Op 10 januari 2020 verstuurt Vlabel een aanmaning tot betaling en op 7 februari 2020 verzendt Vlabel een mail naar de advocaat van belastingplichtigen met de melding dat er wel degelijk moet betaald worden, het bezwaar op 30 oktober 2019 was afgewezen en dat er binnen de 3 maanden geen gerechtelijke vordering was ingediend waardoor de belasting definitief verschuldigd was.

Er volgde dan ook op 7 april 2020 een dwangschrift, gevestigd op naam van de belastingplichtigen.

Gezien belastingplichtigen B en C zich niet in deze afwijzende beslissing konden vinden dienden zij elk apart op 30 april 2020 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, die deze vordering evenwel onontvankelijk heeft verklaard wegens laattijdigheid van het verzoekschrift. (Belastingplichtige A diende ook een vordering in bij de rechtbank, deze werd ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard waarbij zowel Vlabel als belastingplichtige A besliste te berusten)

Belastingplichtige B en C konden zich niet vinden in het feit dat hun vordering onontvankelijk werd verklaard en dienden een verzoekschrift in bij het Hof van Beroep te Gent. Ze stelden in fase hoger beroep dat zij nooit van de bezwaarbeslissing op de hoogte werd gebracht en dat zij nooit werd aangeschreven door Vlabel om kennis te nemen van de bezwaarbeslissing van 30 oktober 2019.

Het Hof stelt dat de kennisgeving aan de advocaat van belastingplichtigen B en C, die hun bezwaarschrift had ingediend en voor hen als hun mandataris voor die procedure optrad, volstond om kennis te geven van de bezwaarbeslissing. Artikel 3.5.0.9.0.1 VCF, noch enige andere wetbepaling voorziet dat de beslissing in dat geval ook aan de belastingplichtige zelf moet worden ter kennis gebracht.

De termijn van drie maanden zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 1385undecies is wel degelijk beginnen te lopen door de kennisgeving aan de advocaat van belastingplichtigen B en C op 30 oktober 2019. Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gewone brief, begint de termijn met toepassing van artikel 53bis Ger.W. te lopen vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten werd overhandigd. De belastingplichtigen B en C weerleggen op geen enkele manier dat de brief op een andere datum zou zijn overhandigd aan de postdiensten dan deze die hij als verzenddatum vermeldt, zijnde 30 oktober 2019.

Gezien het verzoekschrift bij de eerste rechter werd ingediend op 30 april 2020 was dit verzoekschrift laattijdig.