Gedaan met laden. U bevindt zich op: Belastingverhoging verzuim rekening courant - afwezigheid van fout - jeugdige leeftijd erfgenamen Vlaamse Belastingdienst

Belastingverhoging verzuim rekening courant - afwezigheid van fout - jeugdige leeftijd erfgenamen

Rechtspraak
Rolnummer
19/1376/A en 19/1377/A
Datum beslissing
9 maart 2022
Publicatiedatum
5 mei 2022
Rechtbank
Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent
Status
Definitief

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 3.18.0.0.16. VCF
  • art. 3.18.0.0.7. VCF

Samenvatting

Wijlen mevr. S overleed geheel onverwacht op 6 juni 2018 en liet als erfgenamen haar wettelijk samenwonende partner en twee jonge kinderen na.

Op 5 oktober 2018 diende de notaris namens de erfgenamen een gezamenlijke aangifte in. Conform deze aangifte vestigde Vlabel in hoofde van elk van de erfgenamen een aanslag in de erfbelasting.

Op 9 november 2018 richtte Vlabel een voorstel tot ambtshalve aanslag aan de notaris. Vlabel meldde daarin dat in de nalatenschapsaangifte geen melding werd gemaakt van de vordering van de erflater via rekening-courant in de BV T voor een bedrag van 259.543,07 EUR. In hoofde van de 2 kinderen werden de desbetreffende bijrechten bepaald op 35.037,15 EUR elk. Tevens zou voor elk een extra belastingverhoging van 20% worden opgelegd (hetzij 7.007,43 EUR elk) wegens verzuim.

Op 27 november 2018 diende de notaris namens de beide kinderen een nieuwe gezamenlijke aangifte van de nalatenschap in, waarbij de vordering via rekening-courant alsnog vermeld werd.
Aansluitend op deze aanvullende aangifte vestigde Vlabel een aanvullende aanslag in de erfbelasting zoals was aangekondigd in het voorstel tot ambtshalve aanslag.

Het gedeeltelijk bezwaar van de notaris, met name tegen de belastingverhoging van 7.007,43 EUR werd afgewezen als ongegrond.

Krachtens (het toenmalige) art. 3.18.0.0.7 VCF betaalt de erfgenaam, legataris of begiftigde die niet alle goederen heeft aangegeven in een wetsconforme aangifte, een belastingverhoging die gelijk is aan 20% van de daardoor verschuldigde aanvullende rechten. Deze belastingverhoging wordt enkel verminderd tot 10% als uit eigen beweging, en binnen de 10 maanden na het hetzij het overlijden, hetzij de start van de aangiftetermijn, een goed dat niet was opgenomen in de aangifte, alsnog aangegeven wordt door de erfgenaam, legataris of begiftigde.

Overeenkomstig art. 3.18.0.0.6 VCF kan de leidend ambtenaar van de Vlaamse Belastingdienst kwijtschelding of vermindering van de administratieve geldboetes of van de belastingverhogingen verlenen als de betrokken partij bewijst niet in fout te zijn.

De rechtbank is van oordeel dat aan de twee kinderen geen enkele fout verweten kan worden wat betreft de niet-aangifte van de vordering via rekening-courant in BV T. Bovendien staat de goede trouw van de 2 kinderen om evidente redenen vast.

De notaris reageerde onmiddellijk op de eerste brief van Vlabel waarin het roerend verzuim aangekaart werd en diende diezelfde maand nog een nieuwe aangifte in waarin de schuldvordering alsnog werd vermeld.

Vlabel heeft zelf pas per brief van 31 oktober 2018 vanwege de boekhouder van de erflater een overzicht van de vorderingen lastens BV T mogen ontvangen, zodat aangenomen kan worden dat de notaris evenmin voordien op de hoogte was. In het geval deze vordering wetens en willens, en dus foutief zou zijn verzwegen, kan worden aangenomen dat ieder normaal en zorgvuldig boekhouder, geplaatst in dezelfde omstandigheden, de notaris zou hebben ingelicht vooraleer hij de vordering aan Vlabel meedeelde, om de notaris zodoende de mogelijkheid te bieden om alsnog een aanvullende aangifte in te dienen zodat de belastingverhoging in ieder geval maximum 10% zou bedragen.
De erfgenamen met name 2 jonge kinderen waren evident compleet onwetend over de financiële toestand van wijlen hun moeder, die als gerechtsdeurwaarder overigens gebonden was door haar beroepsgeheim. T is nog student. Hij heeft zich evident nooit ingelaten met de zaken van zijn moeder die zeer plots is overleden. J is minderjarig en was nauwelijks 10 jaar oud bij het overlijden van zijn moeder. Aldus is het verzuim niet het gevolg van enige fout in hoofde van de erfgenamen maar van een onoverkomelijke onwetendheid van de vermogenstoestand van wijlen hun moeder.

De bevoegde ambtenaar weigerde onterecht de kwijtschelding van de administratieve geldboete die werd opgelegd bij toepassing van art. 3.18.0.0.7 VCF.