Gedaan met laden. U bevindt zich op: WB 51 - BVR 29 mei 2020 Overzicht wijzigende besluiten VPS

WB 51 - BVR 29 mei 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 en het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, wat betreft de invoering van het corona ouderschapsverlof.

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:
-de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87,§1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij debijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari2014;
-het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs,artikel 67, §2;
-de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 105, §1, hetlaatst gewijzigd bij de wet van 2 september 2018;
-het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
-De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 5 mei 2020;
-Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr.390.1241 gesloten op 15 mei 2020;
-Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door deomstandigheid dat een snelle reglementaire van toepassing verklaring noodzakelijk isgelet op de korte opnameperiode die aan het coronaverlof gekoppeld is;
De Raad van State heeft advies 67.419/2 gegeven op 26 mei 2020, met toepassingvan artikel 84, §1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerdop 12 januari 1973.

Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw en de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006

Artikel 1. Aan deel X, titel 14, van Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt een artikel X 97 toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Art. X 97. §1. Tijdens de periode die loopt van 1 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 kan een personeelslid die beschikt over een akkoord van de lijnmanager corona- ouderschapsverlof opnemen.
De opname van dit corona-ouderschapsverlof gebeurt met ofwel:
1° een vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking;
2° een vermindering van de voltijdse arbeidsprestaties met een vijfde.
Om dit corona-ouderschapsverlof op te kunnen nemen, moet het contractueel personeelslid tewerkgesteld zijn met:
1° een arbeidsovereenkomst die minimaal drie vierde van een voltijdse betrekking bedraagt als het contractueel personeelslid het corona ouderschapsverlof wil opnemen met de vermindering van de arbeidsprestaties met de helft;
2° een voltijdse arbeidsovereenkomst als het contractueel personeelslid het corona ouderschapsverlof wil opnemen met een vermindering van de arbeidsprestaties met een vijfde.
§2. Het personeelslid kan dit corona ouderschapsverlof opnemen naar aanleiding van:
1° de geboorte van zijn kind tot zijn kind 12 jaar wordt;
2° de adoptie van zijn kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft, en dit tot het kind 12 jaar wordt;
3° de aanstelling als pleegouder door de rechtbank of door een door de gemeenschap erkende dienst, en dit uiterlijk tot het kind 12 jaar wordt.
De leeftijdsgrens vermeld in het eerste lid bedraagt 21 jaar indien het kind gehandicapt is.
In afwijking van het eerste lid is er geen leeftijdgrens indien een kind of volwassene met een handicap opgevangen wordt door zijn ouders indien hij geniet van een intramurale of extramurale dienstverlening of behandeling georganiseerd of erkend door de Gemeenschappen.
§3. De opname van het corona-ouderschapsverlof gebeurt als volgt:
1° hetzij in één of meerdere, al dan niet aansluitende, perioden van één maand;
2° hetzij in één of meerdere, al dan niet aaneensluitende, perioden van een week
3° hetzij een combinatie van 1° en 2°.
§4. Een personeelslid kan mits akkoord van de lijnmanager een lopend ouderschapsverlof, verlof voor deeltijdse prestaties, deeltijdse prestaties wegens chronische ziekte of handicap, medisch bijstandsverlof, palliatief verlof of zorgkrediet omzetten in corona-ouderschapsverlof. Indien het lopend verlof een voorziene duurtijd heeft tot na 30 juni 2020, dan wordt het lopend verlof vanaf 1 juli 2020 hernomen tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.
Het corona-ouderschapsverlof kan op hetzelfde moment niet gecombineerd worden met andere verminderingen van de arbeidsprestaties.
§5. Het corona-ouderschapsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Tijdens het corona-ouderschapsverlof heeft het personeelslid geen recht op een doorbetaling van het salaris.
§6. Het corona-ouderschapsverlof wordt niet aangerekend op het maximum voorzien in artikel X 36.
De periode gedurende welke een lopend ouderschapsverlof, medisch bijstandsverlof, palliatief verlof of zorgkrediet wordt omgezet naar corona-ouderschapsverlof wordt niet aangerekend op de maxima vermeld in artikel X 28, §1, X 32, X 34 en X 36.
Het personeelslid kan de resterende duur van het omgezette ouderschapsverlof medisch bijstandsverlof, palliatiefverlof of zorgkrediet op een later moment opnemen, ook als deze resterende duur niet voldoet aan de minimale duur van het verlof zoals voorzien in artikel X 28, §2, X 32, X 34 en X 36.”.

Art. 2. Artikel X 97 van hetzelfde besluit, met uitzondering van paragraaf 6, wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2020.

Hoofdstuk 2. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet

Art. 3. In hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet wordt een afdeling 3 ingevoegd, die luidt als volgt:
“Afdeling 3. Omzetting naar corona-ouderschapsverlof”.

Art. 4. In hetzelfde besluit wordt in afdeling 3, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 10/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
“Art. 10/1. Als een personeelslid een lopend zorgkrediet omzet naar corona-ouderschapsverlof, wordt de lopende onderbrekingsuitkering gedurende de opname van het corona-ouderschapsverlof geschorst. De periode van schorsing wordt niet aangerekend op de termijnen, vermeld in artikel 8, eerste lid.
Als de lopende onderbrekingsuitkering een voorziene duur heeft tot na de einddatum van het corona-ouderschapsverlof, wordt de onderbrekingsuitkering vanaf de dag na het corona-ouderschapsverlof hernomen tot en met de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.
Het personeelslid kan de resterende duur van het omgezette zorgkrediet op een later moment opnemen. In afwijking van artikel 9, eerste lid, is dit ook mogelijk als de resterende periode minder dan drie maanden bedraagt.
In dit artikel wordt verstaan onder corona-ouderschapsverlof: het corona-ouderschapsverlof, vermeld in artikel X 97 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.”.

Hoofdstuk 3. Slotbepaling

Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2020.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor werk en de Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2020

De minister-president van de Vlaamse Regering,

Jan JAMBON

de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen

Hilde CREVITS

De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen

Bart SOMERS