Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel X. De verloven en dienstvrijstellingen Inhoudstafel Deel X. De verloven en dienstvrijstellingen

Deel X. De verloven en dienstvrijstellingen

Titel 1. Algemene bepalingen

Titel 1 bevat Art. X 1 tot en met Art. X 8

Art. X 1

Het personeelslid bevindt zich geheel of gedeeltelijk in een van de volgende administratieve toestanden:

dienstactiviteit;

non-activiteit.

Art. X 2

§ 1. Het personeelslid in dienstactiviteit heeft recht op salaris en op bevordering in graad, in salarisschaal en in salaris, tenzij anders bepaald.

Het recht op bevordering in graad wordt voor het contractuele personeelslid vervangen door het recht op mededinging voor een vaste betrekking in een gelijkwaardige functie via de horizontale mobiliteit.[2]

Het recht op bevordering in salarisschaal geldt voor het contractuele personeelslid slechts in die mate dat meerdere salarisschalen aan de functie verbonden zijn, overeenkomstig de van kracht zijnde rechtspositie.

§ 2. Het personeelslid in non-activiteit heeft geen recht op salaris en op bevordering in graad, salarisschaal en salaris tenzij anders bepaald.

Voor het contractuele personeelslid is § 1, tweede en derde lid, van dit artikel van toepassing.

§ 3. De ambtenaar[9] kan niet in non-activiteit gesteld of gehouden worden als hij[9] aan de voorwaarden voldoet om gepensioneerd te worden.

Art. X 3

Het personeelslid wordt voor de vaststelling van zijn administratieve toestand altijd geacht in dienstactiviteit te zijn behoudens uitdrukkelijke bepaling die hem in non-activiteit plaatst.

Art. X 4

Onverminderd de eventuele toepassing van een tuchtstraf of van een administratieve maatregel, is het personeelslid dat zonder toestemming of kennisgeving afwezig is, in non-activiteit tenzij in geval van overmacht.

Art. X 5

In afwijking van art. X 4 is het personeelslid dat deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij enkel zijn salaris voor de duur van de afwezigheid.

Art. X 6

§ 1. Onverminderd andersluidende bepalingen, worden de verloven, vermeld in dit deel, toegestaan en toegekend door de lijnmanager.

§ 2. Het arbeidsreglement stelt met betrekking tot de verloven de volgende zaken vast:

1° de aanvraagtermijnen;

2° de opzegtermijnen en de mogelijkheid tot opzegging van het verlof;

3° het kader waaraan de beslissing tot toekenning van een verlof wordt getoetst.[37]

Art. X 7

De functionele minister kan waar nodig voor functiegroepen met een specifiek arbeidsregime, omrekeningsregels bepalen voor bepaalde in werkdagen uitgedrukte verloven of ziektecontingenten zonder dat het per soort verlof toegekend totaal aantal dagen overschreden wordt.

Art. X 8

Het personeelslid dat in de 4-dagenweek is tewerkgesteld, heeft, wat betreft de verloven die in werkdagen uitgedrukt zijn, recht op een gelijkwaardig aantal van het in dit deel bepaald aantal verlofdagen.