Het woord werking is standaardtaal in België in de betekenis ‘geheel van activiteiten van verenigingen en organisaties’.

• Het bestuur van het museum heeft besloten om een werking voor kleuters te organiseren.
• Het succes van de voetbalclub hangt voor een belangrijk deel af van een goede jeugdwerking.
• De speelpleinwerking in onze gemeente is elk jaar weer een schot in de roos.
• Ondanks alle problemen heeft de vereniging een goed werkingsjaar achter de rug.

In de betekenissen ‘manier waarop een machine werkt’ en ‘de invloed van een medicijn op een lichaam’ is het woord werking standaardtaal in het hele taalgebied.

• Mijn collega legde me meteen de werking van het koffieapparaat uit.
• Alcohol heeft meestal een negatieve invloed op de werking van geneesmiddelen.