Gedaan met laden. U bevindt zich op: Tussentaal - Kenmerken Taaladviezen

Tussentaal - Kenmerken

Vermijd in verzorgde spreektaal elementen die tussentaalkarakter hebben.

In de onderstaande tabel staan enkele belangrijke kenmerken van tussentaal. Als u die in verzorgde spreektaal niet toelaat, komt u automatisch veel dichter bij de standaardtaal uit. De lijst is niet volledig omdat er verschillen zijn van streek tot streek, van gebruiker tot gebruiker, van situatie tot situatie.

kenmerk

voorbeelden

in de standaardtaal

niet-uitgesproken eindmedeklinkers
  • altij’, da’, goe’, iet’, mè’, wa’

  • altijd, dat, goed, iets, met, wat

niet-uitgesproken [h]-klank
  • Ik ‘eb mijn ‘uis ‘elemaal ‘eringericht.

  • Ik heb mijn huis helemaal heringericht.

(e)kik als persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon
  • Da’ weet ekik wel.

  • Dat weet ik wel.

gij-systeem in de tweede persoon
  • Ge vraagt u zeker af ‘oe dat da’ komt?

  • ‘Ebde (gij) tijd?

  • Je vraagt je zeker af hoe dat komt?

  • Heb je tijd?

hem als onderwerp bij inversie
  • ‘Oe ‘eeft hem da’ gedaan?

  • Hoe heeft hij dat gedaan?

foute aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden
  • Da’ kleur vind ik lelijk.

  • de schoonste vrouw da ‘k ooit gezien heb

  • een boek die goed verkoopt

  • Die kleur vind ik lelijk.

  • de mooiste vrouw die ik ooit gezien heb

  • een boek dat goed verkoopt

verbogen lidwoorden en voornaamwoorden
  • ne jongen, e kind, zijnen auto, nen boek

  • een jongen, een kind, zijn auto, een boek

lidwoord bij mannelijke persoonsnamen
  • de Louis, den Thomas, de Kris, de Jansens

  • Louis, Thomas, Kris, Jansens

dubbele negatie
  • Ik kan hem nie’ goe’ nie’ meer volgen.

  • Ik kan hem niet goed meer volgen.

van te + infinitief
  • Ik zal proberen van nie’ te snoepen.

  • Ik zal proberen (om) niet te snoepen.

voor te + infinitief
  • ‘t Was maar voor te lachen.

  • ‘t Was maar om te lachen.

bevelende vorm met uitgang -t
  • Stopt ermee.

  • Komt erin.

  • Schrijft u snel in.

  • Stop ermee.

  • Kom erin.

  • Schrijf u snel in.

overtollig dat in bijzinnen
  • ‘k Vraag mij af ‘oe da’ ze da’ weet.

  • ‘k Zoek wel uit waar da’ ze te vinden zijn.

  • ‘k Zoek de persoon die dat da’ gezegd heeft.

  • Ik vraag me af hoe ze dat weet.

  • Ik zoek wel uit waar ze te vinden zijn.

  • Ik zoek de persoon die dat gezegd heeft.

verkleinwoorden op -ke
  • bankske, bolleke, boomke

  • bankje, bolletje, boompje

stopwoorden
  • allee, amai, awel, nè, sè, zulle