In de betekenis ‘sfeervol, ingetogen, plechtig’ is stemmig standaardtaal in het hele taalgebied. In Nederland heeft het woord meestal een sombere connotatie.
- Tijdens de kerkdienst klonk er stemmige muziek.
- Het volledige koor was in stemmig zwart gekleed.
- Vroeger schakelden de radiozenders altijd over op stemmige muziek als er zich een ramp had voorgedaan.
In de standaardtaal in België kan stemmig ook de betekenis ‘gezellig, aangenaam, knus’ hebben.
- Je kunt in de stemmig ingerichte schuur genieten van een smakelijk kerstontbijt.
- Die band staat bekend om zijn stemmige huiskamerconcerten.